De context
De hoofdstukken rondom het ‘Onze Vader’ handelen over de gelovigen uit Israël gedurende de eindtijd, vlak voor Christus´wederkomst:
- De Here Jezus spreekt in Mattheüs 6 tegen Zijn discipelen (Matt. 5:1). Zij waren Joden en geen heidenen. Dit onderscheid staat ook in Mattheüs 6:7, met de oproep aan Joden om niet als heidenen te bidden.
- Het ‘Onze Vader’ staat midden in de bergrede (Matt. 5:1-7:29), die handelt over de principes van het Koninkrijk dat op aarde komt (Matt. 5:3, 10, 19, 20; 6:10, 13, 33; 7:21). Dit Koninkrijk zal in Israël gevestigd worden door Christus. Het is er nog niet, omdat Israëls leiders Christus destijds verwierpen (Rom. 11:25). In de eindtijd aanvaardt Israël Christus en komt Hij als hun Verlosser, de Messias. Dan breekt de tijd van het Koninkrijk aan (Hos. 6:1-3 en Dan. 2:44).
Het Onze Vader in het Hebreeuws:
Ook de tweede bergrede gaat over het (komende) Koninkrijk op aarde. Daarin spreekt Jezus ook over Zijn wederkomst (Matt. 24:30-31). Verwachten wij als leden van het Lichaam van Christus dit Messiaanse Koninkrijk? In tegenstelling tot de Joden in de eindtijd, ligt onze toekomst niet op aarde (Filipp. 3:20-21). Wij verwachten met de Heer verenigd te worden in de hemel (Kol. 1:13-14 en Kol. 3:4). Daar zijn geen wetten en regels meer nodig, zoals in het Koninkrijk, omdat wij daar zonder zonde zijn.
Het gebed
Het ‘Onze Vader’ kan volledig van toepassing gebracht worden op de gelovigen uit Israël in de eindtijd:
1. Uw Koninkrijk kome
De gelovige Joden leven in de verwachting van het komende Koninkrijk. De Here Jezus verkondigde dit en de discipelen zouden daarin meeregeren (Matt. 19:28). Het Koninkrijk zou vanuit Israël beginnen en zich over de gehele wereld uitbreiden (Hand. 1:8). Gelovigen van nu hebben geen aardse maar een hemelse bestemming (Kol. 3:1-4) en een andere verwachting.
2. Uw wil geschiede
Dit heeft betrekking op de toekomst, wanneer Christus als Vredevorst regeert op aarde. Nu geschiedt Gods wil nog niet op aarde, maar satan heerst als god van deze eeuw (2 Kor. 4:4 en Efe. 6:12).
Het Onze Vader - Tenslotte
3. Geef ons heden ons dagelijks brood
Dit zullen de gelovige Joden bidden wanneer Gods gerichten over de aarde komen. Eén daarvan is hongersnood (Luc. 21:11, Openb. 6:8 en 18:8). Bovendien kunnen zij het niet kopen (Openb. 13:17). God zal gelovige Joden in de eindtijd voeden wanneer zij daar om vragen (Matt. 7:7-12). In onze tijd is er ook hongersnood, maar dit komt niet vanwege Gods oordelen. Het voedsel wordt niet eerlijk verdeeld. Als dit wel zou gebeuren, zou iedereen genoeg te eten hebben.
4. Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
Het betreft hier voorwaardelijke vergeving. Joden zullen vergeving ontvangen als zij hun naaste vergeven. Vervolgens moeten ze telkens opnieuw bidden om vergeving. In onze tijd ligt dit anders. We hebben voor altijd vergeving ontvangen doordat wij met Christus gestorven zijn. Wij hoeven niet bij iedere zonde om vergeving te bidden. Die waren namelijk al vergeven voordat wij konden zondigen (Efe. 1:7 en Kol. 1:14). “Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft.” (Efe. 4:32)
Het Onze Vader in het Nederlands:
5. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze
In de eindtijd regeert de antichrist. Door zijn verleiding om hem te dienen (2 Tess. 2:3-12), zullen velen van het geloof afvallen. Het wordt moeilijk om te geloven (Luc. 22:31; Openb. 13:7). Daarom zullen zij bidden of God hen vasthoudt en kracht geeft om te geloven; ook om van de boze, de antichrist, verlost te worden. In onze tijd worden wij (in de meeste landen) niet vervolgd en hebben de wij zekerheid dat God ons door alles heen vasthoudt. Wij hoeven niet bang te zijn om van het geloof af te vallen. Ook hoeven wij geen angst te hebben voor de boze. Hij regeert nu wel, maar niet met zo´n schrikbewind als in de eindtijd. De gelovige Joden in de eindtijd zullen een periode onder verdrukking leven voordat zij overwinnaars worden. Wij mogen nu al overwinnaars zijn omdat ons leven in Christus Jezus, in de hemel, verborgen is (Rom. 8:35 en Kol. 3:3).
Tenslotte
Wij moeten concluderen dat het ‘Onze Vader’ niet van toepassing is op de leden van het Lichaam van Christus. Het gebed staat in de contekst van het (te openbaren) Koninkrijk, waarbij ook de verkondiging van het ‘Evangelie van het Koninkrijk’ speciale volmachten kent: duivelen uitwerpen, zieken genezen, wonderen doen, etc. (vgl. Marc. 16:17-18)