Het bevel van keizer Augustus
"En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden", zo lezen we in Lukas 2:1. Hoewel hier "heel de wereld" staat, moeten we bij de vertaling van het oorspronkelijke woord toch denken aan "het gehele rijk" (N.B.G.-'51-vertaling), dat is het Romeinse Rijk van die tijd. Letterlijk staat er: 'de bewoonde wereld'. Maar omdat het over het gebied gaat waarover keizer Augustus zeggenschap had, denken we aan het Romeinse Rijk.
Als gevolg van dit bevel trok ook Jozef op "van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was" (Luk. 2:4 en 5). Wat een wonderlijke gedachte eigenlijk dat op het moment dat Jozef en Maria op weg gingen naar hun stad om zich te laten inschrijven, mensen in het gehele Romeinse Rijk dat moesten doen; ook in een groot deel van Nederland.
Jozef en Maria komen dus in Bethlehem terecht. En wel geheel in overeenstemming met Gods plan. De profeet Micha had op last van God namelijk al geschreven: "En u, Bethlehem-Efratha, al bent u klein onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen Die een Heerser zal zijn in Israël. Zijn oorsprongen zijn van oudsher, van eeuwige dagen af" (Micha 5:1).
Dit zet het bevel van die 'machtige' keizer Augustus in een ander daglicht. Het blijkt te worden gebruikt in de vervulling van Gods plan. Op menselijk niveau kun je zeggen dat door toedoen van deze keizer de Heere Jezus geboren werd in Bethlehem. Zie je het 'bovenmenselijk', dan is het God Die dit reeds lange tijd zo in Zijn Woord had laten optekenen.
Maar het gaat niet alleen om de plaats waar de Heere geboren werd. Ook het moment waarop Augustus zijn bevel geeft, stemt overeen met het door God geplande tijdstip! Dit blijkt bijvoorbeeld uit Galaten 4: "Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet ..." (vs. 4). Wonderlijk om te zien hoe de dingen die God leidt en bestuurt volgens Zijn volmaakte bedoeling, gerealiseerd worden in onze wereld.
Machthebbers in onze dagen menen een enorme invloed te hebben op het wereldgebeuren. En voor een groot deel klopt dat ... gezien op menselijk niveau! Maar wat is een wereldleider nu eigenlijk in Gods ogen? Als een compleet volk al omschreven wordt als slechts een druppel aan een emmer en een stofje op de weegschaal? Jesaja schrijft: "Hij is het Die vorsten maakt tot niets, rechters van de aarde maakt tot leegheid. Ja, zij zijn niet geplant, ja, zij zijn niet gezaaid, ja, hun afgehouwen stronk wortelt niet in de aarde. Ook als Hij op hen zal blazen, zullen zij verdorren, en een storm neemt hen weg als stoppels" (Jes. 40:15, 23 en 24). En denk eens aan hoe de machtigen der aarde zullen staan te kijken als de Heere Zich 'straks' zal openbaren! We lezen in Openbaring 6:14-17: "En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?".
Het oordeel van de oversten
Niet alleen de geboorte van onze Heiland gebeurde in volledige overeenstemming met Gods wil ten aanzien van tijdstip en plaats. Ook Zijn lijden en sterven gebeurde geheel volgens Gods soevereine raad. U weet dat er verschillende momenten waren tijdens het leven van de Heere Jezus, waarop de tegenstander probeerde Hem om te brengen. Denk bijvoorbeeld aan de kindermoord. Terwijl alle jongens van twee jaar oud en jonger op last van Herodes worden omgebracht, zijn Jozef en Maria met het Kind in Egypte. God had hen door een engel gewaarschuwd.
Aan het begin van Zijn openbare bediening is de Heere in de synagoge te Nazareth. Nadat Hij voorgelezen heeft uit de boekrol wijst de Heere de aanwezigen onder meer op hun ongeloof, waarna het volgende gebeurt: "En allen in de synagoge werden met woede vervuld toen zij dit hoorden, en zij stonden op, dreven Hem de stad uit en brachten Hem op de top van de berg waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af te werpen" (Luk. 4:28 en 29).
Maar dan vindt er iets indrukwekkends plaats: "Maar Hij liep midden tussen hen door en ging weg" (vs. 30). Zonder dat iemand nog een hand naar Hem uitstrekte ... Hoe is het mógelijk? Eigenlijk is het antwoord eenvoudig: het was nog niet het tijdstip waarop er iets dergelijks zou kunnen gebeuren.
In Johannes 7 zien we ook zoiets. De Heere geeft onderwijs in de tempel en spreekt over Wie Hij is en Wie Hem gezonden heeft. Vers 30a zegt dan: "Zij probeerden Hem dan te grijpen, maar niemand sloeg de hand aan Hem ...". En waarom gebeurde dat niet? Het antwoord volgt in hetzelfde vers: "... want Zijn uur was nog niet gekomen".
Ook na Zijn toespraak over het Licht der wereld, gebeurt dit: "Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist, terwijl Hij onderwijs gaf in de tempel, en niemand greep Hem, omdat Zijn uur nog niet gekomen was" (Joh. 8:20).
Als het moment dan tóch komt waarop het lijden en sterven van de Heere zou gaan plaatsvinden, geeft Hij dit Zelf aan: "Het uur is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden" (Joh. 12:23; zie ook vs. 27 en 13:1). En als Judas Hem overlevert met een kus, zegt Hij tot de overpriesters, de bevelhebbers van de tempelwacht en de oudsten: "Bent u eropuit gegaan met zwaarden en stokken als tegen een misdadiger? Toen Ik dagelijks bij u was in de tempel, hebt u de handen niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is uw uur en de macht van de duisternis" (Luk. 22:52b en 53).
Evenals bij het bevel van keizer Augustus zijn het hier de leidslieden van het volk die wikken, maar is het God Die beschikt. Paulus verwoordde dit later in Handelingen 13: "Want de inwoners van Jeruzalem en hun leiders, die Hem niet kenden, hebben door Hem te veroordelen de uitspraken van de profeten vervuld, die iedere sabbat voorgelezen worden. En hoewel zij geen reden voor Zijn dood vonden, vroegen zij Pilatus Hem te laten doden. En toen zij alles volbracht hadden wat er over Hem geschreven was, namen zij Hem van het hout af en legden Hem in het graf" (vs. 27-29).
Vervulling van Gods plan
Het oordeel van de oversten bleek niets anders te zijn dan vervulling van "de uitspraken der profeten" en het doen van "wat er over Hem geschreven was". Hoe wonderlijk bestuurt de Heere alle dingen binnen Zijn raadsbesluit. En bovendien verkondigt Hij van tevoren hoe het allemaal afloopt. Het is voor ons eigenlijk onmogelijk om ons een voorstelling te maken van hoe dit werkt. Wanneer God Zich openbaart, doet Hij dat in Christus. Ook als Hij iets van Zichzelf openbaart, gebeurt dat door Christus. Denk daarbij aan de geschreven openbaring. Het was de Geest van Christus, Die "tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna" (1 Pet. 1:10 en 11). God de Vader maakt via de Zoon en door bemiddeling van de Geest Zijn Woord bekend aan mensen; rechtstreeks of door situaties, kortom: vele malen en op vele wijzen (Hebr. 1:1). De Geest - en daarmee Christus Zelf - doelde bijvoorbeeld vooraf in David die opschreef: "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?" (Ps. 22:2). Zo'n duizend jaar later - als het de tijd daarvoor is - vervult Hij Zelf de woorden die Hij - in dit geval door David - sprak. En zo zijn er vele voorbeelden meer.
Dit laat ons zien dat de komst van onze Heiland en de gebeurtenissen die erop volgden, niet een toevallige samenloop van omstandigheden was. Dit laat ook zien dat het lijden van onze Heiland niet het gevolg was van wat mensen beslisten. Nee, God wilde het zo en daarom gebeurde het zo! Ook bepaalt dit ons erbij dat het lijden van de Heere eigenlijk al veel eerder begon; al op het moment dat het voorzegd werd in de profeten; ja, al op het moment dat de Heere hiertoe besloot. Vergelijk wat we in Openbaring 13:8 lezen over de Heiland als "het Lam Dat geslacht is, van de grondlegging van de wereld af".
Hoe groot en machtig is God en hoe wonderlijk zijn Zijn wegen! En wat maken wij ons dan vaak druk om allerlei dingen en wat zijn mensen toch bezig met beleid, regeren en vooruitzien. "... u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig ..." (Luk. 10:41b en 42a). Zitten aan de voeten van de Heere en luisteren naar Hem, Die alle dingen in Zijn hand heeft.