Joëls profetie over de uitstorting van Gods Geest (hs. 2) strekt zich uit naar de toekomst, naar de tijd die verband houdt met de Dag des HEEREN. Ook Ezechiël spreekt over die tijd.
In Ezechiël 37 doet de profeet verslag van een zeer opmerkelijke gebeurtenis. Er is een dal, dat vol ligt met dorre doodsbeenderen, een voorstelling van het huis van Israël. Hoe verdord die beenderen ook zijn, zij komen op miraculeuze wijze tot leven, door de krachtige werking van Gods Geest. Het is een indrukwekkende illustratie van de wedergeboorte van Israël. In de toestand van de dood brengt de Heere God het leven. Denkend aan Johannes 2: lege vaten worden gevuld met water en dan vindt er een wonder plaats!
Dit wordt in de toekomst werkelijkheid. In die tijd zal er een einde komen aan de verborgenheid van God, waarover Mozes sprak in verband met de ongehoorzaamheid en afgoderij van het volk: “Ik zal Mijn aangezicht voor hen verbergen; Ik zal zien wat hun einde is, want zij zijn een totaal verdorven generatie…” (Deut. 32:20) .
Het bestaan van Israël eindigt als het ware in de dood, en daaruit zal de Heere God hen tot leven wekken, zoals ook geprofeteerd in Hosea 6, vers 2. “Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan. Dan zullen wij voor Zijn aangezicht leven.” Dat leven ontvangen de Israëlieten door de uitstorting van de Geest!
In Ezechiël 39:29 wordt dat ook beschreven, als de HEERE zegt: “Ik zal Mijn aangezicht niet meer voor hen verbergen, wanneer Ik Mijn Geest over het huis van Israël heb uitgestort, spreekt de Heere HEERE.”
Eerder, in hoofdstuk 36 had Ezechiël al iets gezegd over die toekomst en de uitstorting van de Geest:
- “Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt” (vs. 24-27).
Als we Jeremia 31:31 e.v. ernaast leggen, wordt duidelijk dat het gaat om het leven onder het Nieuwe Verbond, waarvan de Heere Jezus de grond gelegd heeft in Zijn dood en opstanding (vgl. Luk. 22:20).
De rest van Ezechiël 36 maakt duidelijk dat Israël uiteindelijk een ongekende tijd tegemoet gaat, waarin de zegen van de HEERE overweldigend zal zijn. Ook andere profeten verkondigen die heerlijke toekomst. Een paar teksten:
Jesaja 32:15-18 “Totdat over ons uitgegoten wordt de Geest uit de hoogte. Dan zal de woestijn tot een vruchtbaar veld worden en het vruchtbare veld zal als een woud beschouwd worden. Het recht zal wonen in de woestijn en de gerechtigheid zal verblijven op het vruchtbare veld. De vrucht van de gerechtigheid zal vrede zijn, en de uitwerking van de gerechtigheid: rust en veiligheid tot in eeuwigheid. Mijn volk zal verblijven in een woonplaats van vrede, in veilige woningen, in oorden van zorgeloze rust …”
Jesaja 44:2-4 “Zo zegt de HEERE, uw Maker en uw Formeerder van de moederschoot af, Die u helpt: Wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, Jesjurun, die Ik verkozen heb. Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Zij zullen opkomen tussen het gras, als wilgen aan de waterstromen.
Hosea 14:5-7 “Ik zal hun afkerigheid genezen, Ik zal hen vrijwillig liefhebben, want Mijn toorn heeft zich van hem afgewend. Ik zal voor Israël zijn als de dauw. Hij zal in bloei staan als de lelie, wortel schieten als de Libanon. Zijn jonge loten zullen uitlopen, zodat zijn pracht zal zijn als de olijfboom, en hij zal een geur hebben als de Libanon.”
Zacharia 8:3-5 “Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal 'stad van de waarheid' genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten 'de heilige berg'. Zo zegt de HEERE van de legermachten: Er zullen weer oude mannen en oude vrouwen zitten op de pleinen van Jeruzalem, ieder met zijn stok in zijn hand vanwege de hoge leeftijd. De pleinen van de stad zullen vol worden met jongens en meisjes die spelen op haar pleinen.”
God heeft Zijn Woord gesproken, Hij zal het ook doen!