Een boom in de hof
Al in Genesis 2 komen we ‘kennis’ tegen en wel bij de boom van kennis van goed en kwaad.
Adam mocht hier niet van eten, “… want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven” (Gen. 2:17). In Genesis 3 wordt Eva verleid door de slang, de gevallen cherub (Eze. 28), om van de boom te eten: “Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend” (Gen. 3:4-5).
Satan vertelt een leugen, want het gevolg van de zonde was dat de dood , zoals voorzegd. De waarheid is dat hun ogen geopend werden om goed en kwaad te kennen. Het verlossingsplan geeft de gevallen mens nu de kennis omtrent redding, met als eerste openbaring de moederbelofte (Gen. 3:15). Het leven is nu één grote les van goed en kwaad leren kennen.
In Hebreeën 5:14 komt naar voren dat volwassenen hun zintuigen geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad. Het gaat om geestelijke kennis tot behoud waar Adam in een staat van onwetendheid nooit kennis aan had gekregen. Zoals satan de kruisdood van onze Heiland niet begreep, zo heeft hij ook niet begrepen wat de gevolgen waren van zijn daad van verleiding, namelijk dat zijn kop vermorzeld zou worden.
God kennen en ontmoeten
Na de zondeval maakt de Heere Zich steeds meer bekend, Zijn wezen wordt zichtbaar in Zijn daden en Hij heeft ons Zijn Woord geschonken om Hem te leren kennen. Als je wijs bent, geef je acht op het woord, want “De vreze des HEEREN is het begin(sel) van kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning” (Spr. 1:7).
In Genesis 4:1 lezen we dat Adam gemeenschap had met Eva. In de Statenvertaling staat dat Adam haar bekende. Ook wij mogen met de Heere een ontmoeting in intieme kennis hebben, kennis van het hart, met als gevolg vrucht dragen.
Wijsheid, inzicht en kennis
Bezaleël werd begiftigd met wijsheid, inzicht en kennis om de tabernakel en de attributen te kunnen maken (Ex. 31:2-3). Dit gold ook voor Hiram ten aanzien van de tempel (1 Kon. 7:14). De gave is door de Heere gegeven tot een bepaald doel, het gaat hier om verstandelijke kennis.
In Jesaja 11:2 lezen we “Op Hem zal de Geest van de HEERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEEREN”. In Christus zijn al de schatten van wijsheid en kennis verborgen (Kol. 2:3). Kennis is een onderdeel van het wezen van Christus.
Onder de zon
De Prediker, die de dingen onder de zon onderzocht, kwam tot de conclusie: “Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed” (Pred. 1:18). Juist omdat hij om zich heen keek in deze wereld kwam hij tot deze conclusie. Wat baat kennis als er geen verticale component in het leven is, als we niet naar boven kijken waar onze redding vandaan komt?
Het belang van kennis
Het belang van kennis des Heeren wordt uitgebreid beschreven in het boek Hosea. Hier is het een combinatie van trouw, goedertierenheid en kennis wat de Heere miste in de houding van zijn volk (Hos. 4:1). Het hart was er niet bij, het was lippendienst. Uiteindelijk is de afval zo groot dat er ballingschap volgt.
In Hosea 6:3 lezen we echter: “Dan zullen wij kennen, wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen!” Dat gebeurt nadat het volk zegt: “Kom, laten wij terugkeren naar de Heere, na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan”. De gezindheid maakt het verschil.
De Heere, de Kenner van het hart
“U alleen kent immers het hart van alle mensenkinderen, opdat zij U vrezen alle dagen die zij leven …” (1 Kon. 8:39b-40). Er is niets voor Hem verborgen, Hij doorgrondt en kent ons, als gelovige is dit geweldig om te mogen weten! Hij is erbij.
(Volledige) kennis
In het Nieuwe Testament worden twee woorden voor kennis gebruikt: gnosis en epignosis.
Gnosis heeft de betekenis in zich van verstandelijke kennis. Dit geldt voor de heilsfeiten waar we kennis van nemen in het Woord. We zijn rijk geworden in alles in Hem, in alle spreken en alle kennis (1 Kor. 1:5).
In de late brieven van Paulus wordt het woord epignosis/gnosko vaak gebruikt. Het duidt op de aandacht richten op, leren kennen, te weten komen, groeien (een proces), erkennen.
Paulus roept ons op om volledige kennis op te doen: “… in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God” (Kol. 1:10); “Om het geheimenis te leren kennen van God en van de Vader en van Christus” (Kol. 2:2); “En u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis ...” (Kol. 3:10).
Laten we ons uitstrekken naar de Heere door Zijn Woord te onderzoeken, dit te erkennen met heel ons hart, zodat we meer en meer naar Hem toegroeien in volledige kennis.
“Dat u vervuld mag worden met de kennis van zijn wil” (Kol. 1:9).