Dit is een uitdrukking die niet zoveel meer voorkomt in het hedendaagse spraakgebruik. Het gaat over ’ergens acht op slaan’, oftewel: ergens speciale zorg en aandacht aan besteden. Als je dat dus doet, dan is dat meer waard dan bijvoorbeeld duizend euro.
Nu blijkt de uitdrukking ‘acht geven’ heel toevallig niet alleen te betekenen ‘ergens speciaal op te letten’, maar het is ook een cijfer en een getal. Je kunt met cijfers en getallen niet alleen tellen en rekenen, ze hebben vaak ook een overdrachtelijke betekenis en dat blijkt vooral in de Bijbel. Dat moet ons niet vreemd voorkomen, want de auteur van de Bijbel is niemand minder dan de Heere God Zelf, de diverse schrijvers hielden alleen de pen vast en schreven het gedicteerde (lees: geïnspireerde) op.
Voorbeelden
Veel belangrijke en cruciale gebeurtenissen in de Bijbel gebeuren op een derde dag. De belangrijkste is natuurlijk de opstanding en overwinning op de dood van onze Verlosser, Christus Jezus. Zelfs het woord ‘cruciaal’ is hiervan afgeleid. En als het volk Israël eindelijk na 38 extra jaren de Jordaan oversteekt, is dat op de derde dag, volgens Jozua 3, vers 4: “… want langs deze weg bent u niet gisteren of eergisteren gegaan.” Maar nu, op de derde dag, dus wel.
Vier is het getal van de aarde, met z’n vier windstreken en vier seizoenen. Aardse perioden duren vaak 40 dagen (verzoeking in de woestijn) of 40 (regerings)jaren.
Vijf is het getal van genade; als we vrede sluiten geven we elkaar de vijf. Het centrale getal van de tabernakel is het getal vijf, want alle afmetingen zijn deelbaar door vijf. In de tempel werden de zonden van de mens verzoend door Gods genade.
Zes is het getal van de mens, die op de zesde dag geschapen werd en alles waar een zes in voorkomt is doorgaans niet zo positief. Koning Salomo kreeg per jaar 666 talenten goud binnen en dat heeft alles te maken met de aardse omstandigheden; het beest dat zich zal openbaren in de (nabije?) toekomst heeft ook het getal 666 (Openb. 13).
Zo is zeven het getal van de Goddelijk perfectie in de schepping en we komen het overal tegen.
En als het over het getal twaalf gaat, heeft het met Israël te maken: het nieuwe Jeruzalem met 12 poorten; het enorme koor van 12 x 12000 = 144.000 zangers, wat beschreven wordt in Openbaring 7:4, blijken allemaal ‘verzegelden uit alle stammen van Israël’ te zijn. Ze zingen een nieuw lied voor de troon en niemand kan de tekst van dat lied leren dan uitsluitend deze 144.000 die ‘van de aarde gekocht waren’ (Openb. 14).
Achten of verachten, hoogachten of minachten
Genesis 4:4 zegt: “De HEERE nu sloeg acht op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en op zijn offer sloeg Hij geen acht.”
Op iemand acht slaan is in dit verband ook er positief tegenover staan en dat bleek de Heere God te doen t.o.v. het offer van Abel. Maar Hij sloeg geen acht op het offer van Kaïn, en dat houdt in dat Hij er niet met welgevallen naar keek.
Het achten of niet achten kan bij mensen nog een stap verder gaan, we kunnen iets of iemand ook verachten of minachten.
Dat wordt ook even genoemd in Romeinen 14, vers 1: “Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. De een gelooft wel dat hij alles mag eten, maar wie zwak is eet alleen plantaardig voedsel. Wie wel alles eet moet hem niet minachten die niet alles eet.”
Dat is dus het tegenovergestelde van hoog achten. Daar doen we dus een beetje minderwaardig over.
Zo ging dat eertijds met de Knecht van de HEERE ook, volgens Jesaja 53, vers 3: “Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als iemand voor wie men het gezicht verbergt. Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht.”
Het getal acht
Dit is het getal van de opstanding en het nieuwe begin. De week kent zeven dagen en dan op de achtste dag begint de nieuwe week. In de muziek kennen we een octaaf, met zeven tonen en met de achtste begint het nieuwe octaaf.
De Heere Jezus stierf voor ons aan het kruis, maar Hij stond op de achtste dag op en dat was de eerste dag van de nieuwe week.
Koning David was de achtste zoon van Isaï. Koning Saul was door de mensen gekozen, maar David werd door de Heere God aangewezen; dit was een nieuw begin.
Na de zevende dag komt de eerste van de nieuwe week, de achtste dag en dat is de dag van de opstanding van Jezus Christus. De acht staat dus voor wedergeboorte en totale vernieuwing; een nieuwe start.
Zoals na de zondvloed uit Genesis 6 de wereld opnieuw bevolkt werd uit de acht mensen die in de ark waren, zo begint de Heere Jezus met acht zaligsprekingen voor het nieuwe verbond die in het Nieuwe Testament acht keer worden genoemd.
Het oude verbond zal worden vervangen door het nieuwe voor Israël en hiervan wordt melding gemaakt in Hebreeën 8:8.
Bij het volk Israël werd een mannelijke baby besneden op de achtste dag (zie Gen. 17:12).
De laatste jaren is gebleken dat de productie van bloedplaatjes bij een mannelijke baby op de achtste dag plotseling hoger is dan normaal (110%). Bloedplaatjes dienen om bij een bloeding het bloed te laten stollen.
Ook het eerste offer werd op de achtste dag gebracht (zie Lev.9:1). Een jong dier moest volgens Leviticus 22:26 zeven dagen bij de moeder blijven, maar niet eerder dan op de achtste dag mocht het worden geofferd en in Leviticus 25:22 lezen we dat de boeren in het achtste jaar wel mochten zaaien, maar niet mochten oogsten. Pas in het negende jaar mocht gegeten worden van de oogst. Om e.e.a. te compenseren beloofde God dat Hij in het zesde jaar zou zorgen dat de oogst een driedubbele hoeveelheid zou opleveren!
Getalswaarde
In het Griekse alfabet hebben de letters -net als in het Hebreeuwse alfabet- ook allemaal een getalswaarde. De eerste letter is de Alpha, met de getalswaarde 1 en de laatste letter is de Omega, met de getalswaarde 800.
Hieraan wordt gerefereerd in Openbaring 22, vers 13: “Ik ben de Alpha en de Omega; de eerste en de laatste, het begin en het einde.” De Heere God is dus de Eén en de Achthonderd.
Totaal acht keer komt in Openbaring de uitspraak voor: “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt” (Openb. 2:7, 11, 17 en 29; 3:6, 9, 13 en 22). Deze uitspraak komt nooit van mensen, maar steeds van de Heere God.
De getalswaarde van de naam Jezus, in het Grieks, is: Jota (10) + Eta (8) + Sigma (200) + Omicron (70) + Upsilon (400) + Sigma (200) = 888.
De vele namen van de Heere Jezus hebben natuurlijk ook een relatie met het getal 8:
Nederlands | Grieks | Getalswaarde | |
1 | Gezalfde | Messias | 656 = 82 x 8 |
2 | Zoon | Huos | 680 = 85 x 8 |
3 | Heer | Kyrios | 800 = 100 x 8 |
4 | Koning | Basileus | 848 = 106 x 8 |
5 | Jezus | Iesous | 888 = 111 x 8 |
6 | Redder | Sooter | 1408 = 176 x 8 |
7 | Christus | Kristos | 1480 = 185 x 8 |
8 | Mensenzoon | Huos tou antropou | 2960 = 370 x 8 |
De titel ‘Zoon des mensen’ komt totaal 88 keer voor in het Nieuwe Testament. Ook van belang is ons te realiseren dat de Heere Jezus na Zijn sterven 63 uur in het dodenrijk was. Hij stond dus op in het 64e uur en ook dat is weer 8 x 8.
Dat zijn allemaal geen toevalligheden, maar getuigen van een organisatorische perfectie die bij de mens niet voor komt.
Acht (geven) is meer dan duizend
‘Geef acht’ is een bevel dat in het leger vaak klinkt en houdt in dat de soldaat wordt geacht in de houding te springen bij een appèl of als eerbetoon aan iets of iemand. Iets ‘achten’ of ‘hoogachten’ houdt in dat iets of iemand speciale aandacht of respect krijgt.
Als 8 ook het getal van de opstanding is, dan heeft de Heere God hiermee dus speciale aandacht voor de mensheid in Zijn liefde en genade. Hij geeft hiermee ‘acht op ons’. Daar plukken wij dagelijks de vruchten van en dat is meer waard dan duizend euro.
Romeinen 1, vers 4: “Wat de Geest betreft is Hij met kracht bewezen te zijn, de Zoon van God, door opstanding uit de doden” (letterlijk: door dodenopstanding). Deze opstanding uit de doden, daar draait alles om.
1 Korinthe 15, vers 17: “En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos, u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn.”
Op deze manier heeft de Heere God acht op ons gegeven, Hij achtte ons hoog genoeg om Zijn Zoon Zichzelf te laten opofferen ter wille van ons. Hij heeft speciale aandacht aan ons gegeven en zelfs een speciaal plan bedacht en uitgewerkt al vóór de grondlegging der wereld.
Efeze 2, vers 4-8: “Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft om Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt -uit genade bent u zalig geworden- en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opat Hij in de komende eeuwen de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.”
Dit was het grote geheim dat Paulus mocht bekendmaken volgens Efeze 3:8. Hij deed dat met grote inzet en hij achtte zijn aardse reputatie niet meer van belang.
De Heere God geeft dus ook acht op ons
Dat is reden tot grote blijdschap. Dat geeft dit aardse bestaan perspectief en uitzicht. Dat kan ook in hoge mate onze houding ten opzichte van medegelovigen bepalen. Een mooi voorbeeld lezen we in Filippenzen 2, vers 3: “Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de één de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.” Dat zijn pittige woorden, want daar mankeert het nog wel eens aan. Jezelf hoogachten ten opzichte van de ander zal wel gaan en dat kunnen we stiekem voor onszelf houden. Maar ‘de ander’ in nederigheid hoger achten dan onszelf gaat wel een stap verder. Dat doet de Heere God echter wel. Jesaja 66, vers 2: “… op zulken sla Ik acht, op de ellendige, de verslagene van geest” (NBG-’51).
De mens is doorgaans niet geïnteresseerd zoals blijkt in Mattheüs 22:5 waar slaven eropuit gestuurd worden om gasten voor de grote bruiloft van het Lam m.b.t. het Koninkrijk uit te nodigen: “Maar zij sloegen er geen acht op en gingen weg, de één naar zijn akker en de ander naar zijn zaken.”
Een vergelijkbare situatie komt ook al voor in Spreuken 1:24 m.b.t. de wijsheid van de Heere God: “Omdat Ik riep, maar u weigerde, Mijn hand uitstrekte, maar niemand die er acht op sloeg, omdat u al Mijn raad verwierp, Mijn bestraffing niet hebt gewild, daarom zal Ik ook lachen om uw ondergang, u bespotten als uw angst komt …”
Het volk Israël sloeg geen acht op de Heere God en draagt nu nog de gevolgen daarvan, maar het komt gelukkig weer goed. Volgens Hosea 6 zal er een ommekeer in hun gevangenschap komen als gevolg van het feit dat ze roepen: “Komt, laat ons terugkeren naar de Heere, want Hij heeft ons verscheurd en Hij zal ons genezen, Hij heeft geslagen, maar zal ons verbinden. Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan. Dan zullen we voor Zijn aangezicht leven.”
Als de Heere God ergens acht op slaat, komt het goed. Acht is dus veel meer dan duizend!