Naar die opdracht (en wat de apostel op deze woorden laat volgen) wil de schrijver in dit boekje proberen te luisteren. Paulus maakt gebruik van beeldspraak. Hij heeft het niet over een letterlijke wapenrusting van leer, hout en metaal, maar hij gebruikt de onderdelen van een Romeinse wapenrusting als beeld van bescherming in geestelijk opzicht – zaken waarin God heeft voorzien en die de gelovigen bescherming bieden zodat zij overeind blijven en niet blijvend ten val komen. De wapenrusting zorgt er bovendien voor, dat ze op hun plaats blijven staan en daarvan niet afdwalen.
Deze wapenrusting hebben we nodig, want we leven in een wereld die beheerst wordt door de satan ofwel de duivel. Hij heeft een plan, dat tegen Gods verordeningen ingaat (het Griekse satan betekent: tegenstander) en Hij is de persoon die sinds het begin van de schepping feiten verdraait (het Griekse diabolos, vertaald met duivel, betekent: dooreenwerper) en woorden van God uit hun verband rukt (vgl. Gen. 3:1-5). Zijn methodiek bestaat uit ‘listige verleidingen’ (Gr. methodeias). Hij vertelt geen losse, op zichzelf staande leugens om mensen op een dwaalspoor te brengen, maar maakt gebruik van een weldoordacht, samenhangend systeem van leugen. Wat hij de mensheid influistert berust op beproefde methoden en maakt deel uit van een doordachte strategie. Juist daarom is de boze zo gevaarlijk. Wat hij zegt lijkt volstrekt logisch en erg overtuigend te zijn. Het bijzondere van de wapenrusting waarover Paulus spreekt, is het feit dat die uitrusting ons niet beschermt tegen kracht maar tegen list. De “hele wapenrusting van God” is het enige dat ons voor dwaling en struikelen kan behoeden. In dit boekje gaat het over de aanleiding van dit Bijbelgedeelte en het doel van de wapenrusting. De afzonderlijke onderdelen worden op boeiende en gedegen wijze behandeld, met soms opmerkelijke constateringen.
Toen Paulus de ‘Efezebrief’ schreef, zat hij gevangen in Rome omdat hij het evangelie had verkondigd. Hij was “gebonden” omdat hij “over het geheimenis van Christus had gesproken” (Kolossenzen 4:3). In menselijk opzicht was de verleiding groot om er nu maar het zwijgen toe te doen. Als hij over Christus bleef spreken, zou dat voor zijn bewakers aanleiding kunnen zijn om hem te mishandelen en voor zijn rechters een reden om hem te beschouwen als een misdadiger die volhardde in zijn misdrijf en die daarom de allerstrengste straf verdiende. Maar Paulus wilde niet uit vrees voor mishandeling of veroordeling zijn mond houden. De apostel wilde vrijmoedig over de Messias blijven spreken, en over het geheimenis dat hem was geopenbaard, ook al was hij geketend. Hij verlangde naar de leiding van Gods Geest om van Christus te kunnen blijven getuigen – zelfs in het hol van de leeuw.
Wij leven als gelovigen op - in geestelijke zin - vijandig terrein, en mogen ons desalniettemin koesteren aan het heil dat wij door Gods rijke genade in Christus Jezus hebben ontvangen. Terwijl de geestelijke machten in de hemelse gewesten hun invloed proberen uit te oefenen, houden we vast aan Gods onveranderlijk Woord en Zijn plan, en blijven staan in de overwinning, gehuld in de wapenrusting van God. Zo kunnen en zullen we standhouden op de “dag van het kwaad” (Efe. 6:13).
De inhoud van het boek
Hoofdstuk 1 De opdracht van Paulus
Hoofdstuk 2 De aanleiding tot Paulus’ opdracht
Hoofdstuk 3 Het doel van de wapenrusting
Hoofdstuk 4 De gordel
Hoofdstuk 5 Het harnas
Hoofdstuk 6 De sandalen
Hoofdstuk 7 Het schild
Hoofdstuk 8 De helm
Hoofdstuk 9 Het zwaard
Hoofdstuk 10 Het gebed [1]
Hoofdstuk 11 Het gebed [2]
Hoofdstuk 12 Slotwoord
AUTEUR: AREN VAN WAARDE | 64 PAGINA’S | PAPERBACK
Zie info op Everread Uitgevers.