Elkaar een hand geven
Laten we beginnen in Galaten 2, vers 9: “En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wij naar de heidenen en zij naar de besnedenen zouden gaan.”
Deze gelovigen gaven elkaar de rechterhand van gemeenschap. Ze hadden een werkbespreking gehouden (Gal. 2:7), waren het eens geworden en bevestigden dat door elkaar een hand te geven. Ze gaven elkaar de vijf, zoals wel gezegd wordt. Eigenlijk gaven ze elkaar dus genade, immers de ‘5’ wordt in de Bijbel wel gezien als het getal van genade. Alle maten die de Heere God aan Mozes opgaf om de tabernakel te bouwen blijken allemaal veelvouden van ‘5’ te zijn (zie bijv. Exod. 26).
De apostelen waren het met elkaar eens en gaven elkaar genade. En ze gaven elkaar meer dan een hand alleen, want we lazen: “de rechterhand van gemeenschap”.
‘Gemeenschap’ is in ieder geval iets samen gemeenschappelijk hebben. In dit geval een afspraak over de te volgen koers en de verdeling van werkzaamheden. Ze waren het daarover van harte eens geworden.
De rechterhand van God
De Bijbel spreekt regelmatig over Gods rechterhand, die getuigt van hulp, macht en kracht.
Exodus 15:6 ”Uw rechterhand, HEERE, was heerlijk in macht; Uw rechterhand, HEERE, verpletterde de vijand”.
Psalm 16:8 “Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet”.
Psalm 18:36 “Ook hebt U Mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt”.
Psalm 20:7 “Nu weet ik dat de HEERE Zijn gezalfde verlost! Hij zal Hem verhoren uit Zijn heilige hemel, met machtige daden van heil door Zijn rechterhand”.
Romeinen 8:34 “… Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit”.
Hebreeën 1:3 “… Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in de hoogste hemelen”.
Hebreeën 1:13 “… Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor Uw voeten”.
Efeze 1:20 “… die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht”.
De ‘rechterhand’ is in deze betekenis een voorrechts- of voorkeurspositie; dat Christus zit aan de rechterhand van God wil zeggen: gezeten in de macht van God. Bovendien geeft rechts, dus ook de rechterhand, de goede kant aan.
Heeft de Heere God ook een linkerhand?
Toch wel volgens Mattheüs 25, vers 41: “Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is”.
Dat is dus wat er gebeurt met de hier aangesproken Joden die bewust niet gedaan hebben wat ze wel hadden moeten doen voor hun volksgenoten.
Een heilige kus
De brieven van Paulus worden soms beëindigd met de zin: “Groet elkaar met een heilige kus” (Rom. 16:16 – zie ook in 1 Kor. 16:20; 2 Kor. 13:12; 1 Thess. 5:26).
Dat zijn prachtige afsluitingen van brieven die vol staan met de liefde en genade van de Heere God voor Zijn volk. Het woord ‘heilig’ betekent: apartgezet, afgezonderd. Een ‘heilige kus’ is dus een kus die een speciale status heeft.
In 1 Petrus 5:14 staat het nog mooier, vind ik: “Groet elkaar met een kus van de liefde”. Het gaat hier om liefde van de Goddelijke soort: Het Griekse ‘agapè’ is liefde zonder voorwaarden, zonder kleine lettertjes voor- of achteraf.
En ja, nu denk ik voor het eerst eens even na over wat een kus eigenlijk is. Wat doe je eigenlijk bij een kus, wat bedoel je ermee en wat is de oorsprong? Ik kus mijn geliefde dagelijks en doe dat uit liefde en overtuiging, maar nu, na 52 jaar huwelijk, vraag ik me af, wat is eigenlijk een kus?
Hoe een kus technisch kan worden gedefinieerd staat komisch beschreven in een boek van Olaf J. de Landél: “Je drukt je lippen zacht op de wang van de ander, zuigt met je tong een beetje vacuüm en trekt dan met een lichte ‘plop’ je lippen terug”.
Dat is simpel gezegd een kus op de wang. Niet een te grote ‘plop’ want dan heet het een klapzoen.
Maar er moet wel een bedoeling achter zitten, want je doet dit niet zomaar en geeft ook niet zomaar iedereen een kus.
Er is ongetwijfeld een Freudiaanse verklaring voor te vinden en er blijken veel verschillende variaties van kussen en zoenen te zijn, maar ik wil me hier beperken tot de simpele kus op de wang. Het lijkt me zo toe dat die kus een bevestiging is van onderlinge gemeenschap en liefde, verbondenheid. En die verbondenheid tussen gelovigen is groot en onverbrekelijk, want de Heere gaf ons een prachtige hemelse status (Fil. 3:20) en we delen allen in de “eenheid van de Geest” (Efe. 4:3).
De kus in gezin en familie
Het kussen op de wang komt in de familiekring natuurlijk ook voor en dat geldt ook voor de geestelijke familie, waarover de Heere Jezus het heeft in Mattheüs 12:49 als Hij Zijn hand uitstrekt over Zijn discipelen en zegt: “Zie, Mijn moeder en Mijn broeders”.
Ook wij mogen onze medegelovigen zien als broers en zussen, net als onze aardse familie. We behoren immers tot het huisgezin van God (Efe. 2:19).
En in de Bijbel gaat het niet over zomaar een vluchtige gewoonte of sleurkus maar over een ‘heilige kus’, zoals gezegd: iets speciaals. Destijds in de Romeins-Griekse cultuur was het al de gewoonte om de familieleden te begroeten met een kus. De Christenen van toen kenden die gewoonte natuurlijk ook al uit het Oude Testament. Hiermee drukten ze uit dat men samen tot één grote familie behoort met de Heere God als Vader van het gezin.
De samenleving van toen kende nog huisslaven en die werden in de samenleving uitgesloten van kussen, maar binnen de groep gelovigen werd iedereen gekust, ongeacht burgerlijke status. Dat sluit natuurlijk feilloos aan bij het feit dat alle gelovigen onderling volkomen gelijkwaardig zijn en samen één Vader boven zich (er)kennen.
Een merkwaardige ‘kus’ wordt gegeven in Lukas 7:36-50 waar een als slecht bekend staande vrouw zomaar onuitgenodigd een huis binnen gaat. Het is nota bene het huis van een Farizeeër, waar Jezus wél was uitgenodigd. Ze zitten net samen te eten als de vrouw binnendringt in de eetkamer en huilend de voeten van Jezus natmaakt met haar tranen en ze vervolgens met haar lange haar afdroogt. Dan kust ze Zijn voeten en zalft ze met zalf.
Vanzelfsprekend denkt de vrome Farizeeër Simon er het zijne van. Vers 39: ”Toen de Farizeeër die Hem uitgenodigd had, dat zag, zei hij bij zichzelf: Deze Man zou, als Hij een profeet was, wel weten, wie en wat voor vrouw het is die Hem aanraakt, want zij is een zondares”.
En omdat de Heere Jezus steeds van iedereen om Hem heen precies wist wat er in hun gedachten omging, diende Hij hem stevig van repliek (zie ook Joh. 2:25 en 6:64). Hij zegt: “Ik ben in uw huis gekomen: water voor Mijn voeten hebt u niet gegeven, maar zij heeft Mijn voeten met tranen nat gemaakt en met het haar van haar hoofd afgedroogd; u hebt Mij geen kus gegeven, maar vanaf het moment dat zij binnengekomen is, heeft zij niet opgehouden Mijn voeten te kussen; met olie hebt u Mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft Mijn voeten met zalf gezalfd” (vs. 44-46).
Hieruit blijkt in ieder geval dat het elkaar-begroeten-met-een-kus toen bekend en geaccepteerd was en het kussen van iemands voeten een hele bijzondere daad was van zichzelf vernederen. Deze vrouw wist wie ze was en toonde berouw door met onvoorstelbare moed hier in dit huis ongenood binnen te gaan en zich in geloof en onder tranen te keren tot de enige Die verlossen kan. En wat moedig om het huis van een Farizeeër binnen te gaan en voor de ogen van deze vrome man en zijn tafelgenoten zich tot Jezus te wenden. De nood moet wel hoog geweest zijn. Maar ze ontving vanzelfsprekend vergeving, zo lezen we in vers 47: “Daarom zeg Ik u: Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad; maar aan wie weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief”.
Ook wij begroeten soms de broeders en zusters die we regelmatig ontmoetten op Bijbelstudies en in samenkomsten met een kus als teken van verbondenheid. En dat is eenheid die we ontvangen hebben en moeten bewaken, volgens Efeze 4:3, alsmede de eensgezindheid: “… maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen” (Fil. 2:2).
Gewoon of hartstochtelijk
Het Nederlandse werkwoord ‘kussen’ kan een vertaling zijn van twee verschillende Griekse woorden: phileo en kataphileo. Het eerste is het normale, gewone kussen en de tweede het innig en hartstochtelijk kussen.
Eerst een paar voorbeelden van phileo (kussen, bevriend zijn of liefhebben, ons woord filantropie is ervan afgeleid):
Johannes 11:3 “hij die U liefheeft is ziek”
Johannes 11:36 “zie hoe lief Hij hem had”
Johannes 12:25 “Wie zijn leven liefheeft zal het verliezen”
Mattheüs 26:48 “Degene die ik kussen zal”
Dan een paar teksten waar kataphileo (hartstochtelijk kussen) voorkomt:
Mattheüs 26:49 “En hij ging naar Jezus toe en zei, Gegroet Rabbi. En hij kuste Hem”
Lukas 7:38 “… en zij kuste Zijn voeten en zalfde ze met de zalf”
Lukas 7:45 “… heeft zij niet opgehouden Mijn voeten te kussen”
Lukas 15:20 “En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem”
In Lukas 7:45 komen beide woorden voor: “U hebt Mij geen kus (phileo) gegeven, maar vanaf het moment dat zij binnengekomen is heeft zij niet opgehouden mijn voeten te kussen (kataphileo)”.
Door deze voorbeelden zien we ook in Mattheüs 26:48 en 49 dat Judas bij zijn toezegging aan de overpriesters en oudsten het woord ‘kussen’ gebruikt, maar later in de hof bij het werkelijke verraad Jezus ‘hartstochtelijk kust’. Dat laatste was dus een hartstochtelijke verraderskus.
Omhelzen
Ondertussen zijn we ook de uitdrukking: ‘om de hals vallen’ tegengekomen in Lukas 15:20, in de geschiedenis van de verloren zoon die toch weer teruggekeerde: “… en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem”. Deze omhelzing, tegenwoordig ook wel knuffel genoemd, kan gepaard gaan met kussen, maar dat hoeft niet.
Een paar voorbeelden:
Genesis 29:13 “En het gebeurde, zodra Laban het bericht over Jacob de zoon van zijn zuster, hoorde, dat hij hem snel tegemoet liep, hem omhelsde, hem kuste en hem naar zijn huis bracht”.
Genesis 33:4 “Maar Ezau snelde hem tegemoet, omarmde hem, viel hem om de hals en kuste hem”.
Genesis 48:10 “Hij liet hen dichter bij zich komen, toen kuste hij hen en omhelsde hen”.
2 Koningen 4:16 “Hij zei, Op de vastgestelde tijd, over een jaar, zult u een zoon omhelzen”.
(zie ook: Spr..4:8; 5:20; Pred. 3:5; 4:5; Hoogl. 2:6; 8:3; Jes. 38:17; Klaagl. 4:5).
Lukas 15:20 “… en viel hem om de hals en kuste hem”.
Handelingen 20:37 “En allen begonnen luid te huilen, vielen Paulus om de hals en kusten hem”
Knuffelen we linksom of rechtsom?
Ja, ook daar denken mensen over na. Knuffelen en omhelzen is een zaak van het hart, de twee die elkaar omhelzen, dragen elkaar een warm hart toe. Bij de mens zit het hart links en als we elkaar dus rechtsom knuffelen komen de harten het dichtst bij elkaar en dat zou dus de juiste methode kunnen zijn. Dit vind ik wel een prachtige gedachte. Ook bij het omhelzen of knuffelen dus even het hoofd erbij houden, letterlijk en figuurlijk.
Er gebeurt iets bij een oprechte knuffel
De Heere God heeft de mens zo geschapen dat er tijdens het omhelzen een speciaal hormoon in de hersenen vrij komt met de naam: oxitocine. Daar wordt je vrolijk van. In gewoon Nederlands heet dat: knuffel- of gelukshormoon. Van een echte, oprechte en welgemeende knuffel wordt je blij, je vat moed, je gaat glimlachen, is ook mijn persoonlijke ervaring.
Ongeveer 20 seconden na het begin van de omhelzing wordt in de hersenen die stof oxytocine aangemaakt, dus neem even de tijd …
Een pasgeboren baby heeft er baat bij dat er veel geknuffeld wordt. Hij of zij groeit evenwichtiger op. Meerdere onderzoeken komen tot deze conclusie.
Oxytocine heeft meer prachtige eigenschappen. Als een moeder haar baby de borst geeft, moet de productie van moedermelk wel even op gang komen. Door de aanwezigheid van de baby dicht tegen de moeder aan en het geknuffel ermee, komt deze oxytocine vrij wat het ‘toeschieteffect’ tot gevolg heeft. Hierdoor komt de melkproductie op gang en kan de kleine zich laven. Prachtig toch? Wat een schitterende schepping. Dat de Heere God zulke simpele handelingen zo positief inzet om de mens bij te staan en blij te maken. Zie een gedicht over de knuffel op de AMEN-site bij dit artikel.
Gastvrijheid
En als je zo nadenkt over hoe gelovigen fysiek met elkaar omgaan, kom ik ook op gastvrijheid.
In Romeinen 12:13 lezen we o.a. hoe gelovigen zich onderling in liefde gedragen: ”Leg u toe op de gastvrijheid”.
In Romeinen 16:23 blijkt broeder Gajus ook gastvrij te zijn, Paulus is bij hem te gast en ook de hele (plaatselijke) gemeente.
En dat blijkt ook bij Filemon zo te zijn: “… en aan de gemeente die bij u thuis samenkomt”. Paulus vond tijdens zijn reizen ook steeds gastvrijheid bij medegelovigen. Bij Publius bijvoorbeeld, op het eiland Malta: “Hij ontving ons en bood ons vriendelijk drie dagen onderdak” (Hand. 28:7).
Als Paulus een brief schrijft aan Titus en het over de ‘opziener’ gaat, komt gastvrijheid ook ter sprake. (Tit. 1:8). En Petrus raadt de ‘vreemdelingen in de verstrooiing’ aan, vooral gastvrij te zijn, zonder morren (1 Petr. 4:9).
Dit hoort kennelijk bij het standaardpakket van hoe gelovigen met elkaar om gaan.
Maar… van de Heere Jezus lezen we: “De vossen hebben holen en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij Zijn Hoofd kan neerleggen” (Matt. 8:20). De Zoon des mensen, Hij die redding kwam brengen op de aarde, had geen eigen plek, maar was vaak te gast bij anderen: in het huis van Petrus (Matt. 8:14); Martha ontving Hem in haar huis (Matt. 10:38); bij de Emmaüsgangers in huis (Luk. 24:29) en zo meer (zie bijv. Matt. 9:10; 26:10; Mark. 16:14; Luk. 5:29; 7:37; 19:2). In de toekomst zal het anders zijn: “En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw” (Openb. 21:5).
Vasthouden
We hebben het over: elkaar een hand geven; elkaar kussen met een heilige kus; elkaar omhelzen en gastvrij zijn. Tegenwoordig, na de coronatijd, wordt dat door allerlei figuren onwenselijk en soms gevaarlijk beschouwd. Toch wel toevallig dat nou net deze vier praktische handelingen van gelovigen onderling de laatste jaren min of meer in de ban zijn gedaan. Bij alle vier gaat het om samenkomen en ontmoeten op basis van Gods liefde en genade. Maar ‘deskundigen’ willen ons doen geloven dat dat allemaal levensgevaarlijk kan zijn. En inderdaad kunnen er bij een simpele kus enige tienduizenden micro-organismen van de ene mens op de andere overgaan en zo gaat dat al eeuwenlang bij miljoenen mensen. Gelukkig schiep de Heere God de mens met een ingebouwd immuunsysteem dat met de meeste van die ultra kleine organismen wel raad weet, als dat systeem uiteraard wel in orde is. Dit is een weergaloos complex systeem dat de mens beschermt tegen onzichtbare bedreigingen. Ik denk dat we er geen flauw idee van hebben hoe vaak we in ons leven al gered zijn door dit schitterende beschermingssysteem. Degene Die dit schiep was altijd geniaal in alles wat Hij maakte. Iedereen die hier een studie van maakt kan niet anders dan diep onder de indruk komen van dit geniale ontwerp. Grandioos en complex, en het dwingt diep respect af.
Maar er zijn in de loop der eeuwen hele gemene, nieuwe bedreigingen bij gekomen, soms zelfs in laboratoria gemaakt met zeer negatieve bedoelingen. Tel daarbij op dat de mensheid ernstig verzwakt is door de steeds slechter wordende kwaliteit van ons voedsel. Het fruit wat we in de supermarkt kopen heeft veel minder vitaminen in zich vergeleken bij dat van dertig jaar geleden. Zoiets sluipt langzaam binnen omdat de commercie er stevig de grip op heeft en zich totaal niet bezorgt maakt of het vitaminegehalte wel hoog genoeg is. Het gaat uitsluitend om de nettowinst tenslotte.
Gevolg van dit alles is een steeds zwakker wordende mens(heid) die nogal gauw meent heil te moeten vinden bij de pillenindustrie. Nou die willen wel leveren. Ze vinden zelfs nieuwe ziekten uit om maar pillen te verkopen.
Toch zit de oplossing er vooral in goed voedsel te eten en voldoende vitaminen in te nemen. De Heere God schiep een prachtig ingenieus ecosysteem om ons heen met fruit en groenten voor de vitaminen en alles wat we nodig hebben. Daar mogen we gebruik van maken en laat je niet bang maken door zogenaamde deskundigen en commerciële partijen die hun eigen agenda hebben.
Gewoon nuchter blijven en je gezonde verstand gebruiken, dan komt het wel goed. Laat je de zegen van de gemeenschap der heiligen in de praktijk van het omgaan met elkaar, inclusief een hand, een kus en een knuffel, niet ontnemen. Wees blij met elkaar en wandel in de liefde. Altijd afhankelijke van de hemelse Vader. Als gelovigen zijn we in Zijn hand geborgen, wat er ook gebeurt, hoe het ook gaat. Dwars door alles heen zijn we op weg naar een geweldige toekomst. Terwijl de mens druk doende is en met de vaak geroemde deskundigheid bezig is alles in de soep te laten lopen, beloofde de Heere God lang geleden al: “Voortaan, al de dagen van de aarde, zullen zaaitijd en oogsttijd, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht niet ophouden” (Gen. 8:22). Dit ongeacht de goede of slechte invloed van de aardbewoners. God heeft een plan! Als de Heere Jezus Christus terugkomt, zal Hij orde op zaken stellen en de aarde (weer) bewoonbaar maken voor elk levend wezen. De bede in het Onze Vader: “Uw Koninkrijk kome” zal verhoord en vervuld worden. Vrede zal op aarde neerdalen en mensen zullen elkaar de ‘vijf’ geven, elkaar groeten met een heilige kus en elkaar omhelzen. En als de mensheid dan als broeders eensgezind samenwonen, in liefdevolle gemeenschap, dan zal de HEERE Zijn zegen gebieden en het leven tot in eeuwigheid!
Gedicht
De knuffel: Medisch/psychisch zwaar onderschat
De knuffel is een simpele daad, maar doet een mens heel goed.
Mits kundig uitgevoerd, wat er wezenlijk toe doet.
We moesten dit wat vaker doen, liefst bij iedere groet.
De zorg en liefde voor elkaar wordt daardoor gevoed.
De techniek hiertoe benodigd, behoeft wellicht nieuw bloed.
De armen om elkaar geslagen, de wangen toet-toe-toet.
We doen het altijd rechtsom bij de knuffelgroet.
Dan gaan de beide harten elkaar kloppend tegemoet.
Met welgemeende woorden ook, gefluisterd, suikerzoet.
Een ferme kus op beide wangen en sneller stroomt het bloed.
Dit is een serieuze zaak, bij velen onvermoed.
De tijdsduur van dit ritueel, belangrijk, evengoed.
Een vluchtig kusje naast de wang, gedaan met grote spoed,
mist werkelijk ieder doel, emotioneel zwaar ondervoed.
Maar een echte King-size knuffel geeft de burger moed.
Je wordt er blij van, ik althans, het geeft mijn leven gloed.
En verdriet ebt ook wat weg, veel minder tranenvloed.
Ook medisch is de zaak nog niet goed uitgebroed.
Bezoek aan arts en ziekenhuis wordt sterk ingeboet.
De farmacie gaat dat ook merken, gaan hierdoor bankroet.
Voor heel veel pillen en chemie worden we dan behoed.
Dus wat te doen bij dit concept? Hoe wordt dit begroet?
Doorgaan op d’ oude wegen, tradities, coute que coute?
Of slaan we nieuwe wegen in en doen de knuffelgroet?
Dan veert de mensheid helemaal op, want dat geeft nieuwe moed.
Dus lieve mensen doe es wat, je weet nou hoe het moet.
We zien het wel, het hoeft ook niet met al te grote spoed.
Maar denk eens na wat je gaat doen, het doet ons vast heel goed.
Oby Vossema