In vers 2 wordt allereerst aangegeven voor wie deze psalm bestemd is: “Hoor dit, alle volken, neem het ter ore, alle bewoners van de wereld, zowel eenvoudigen als aanzienlijken, rijk en arm samen.”
Voor volken staat hier in de grondtekst het woord ´am´ en dat wordt in Genesis 11:6 gebruikt voor de toenmalige (wereld)bevolking: “Zie zij vormen één volk …”
Helder dus voor wie deze psalm geschreven is en Degene die de woorden geïnspireerd heeft is vanzelfsprekend de Heere God.
Dan definieert de schrijver zichzelf in de verzen 4 en 5: “Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking van mijn hart zal vol inzicht zijn.”
Naar mijn overtuiging is er maar Eén op wie deze eigenschappen volledig van toepassing zijn en dat is de Heere God Zelf. Alleen Híj spreekt enkel wijsheid en is vol van inzicht. Daar komt geen enkel mens bij in de buurt. En dan gaat het in vers 6 over dagen van onheil waar we niet bang voor hoeven zijn.
Rijken
Dat onheil komt van de onrechtvaardigen die later de rijken en aanzienlijken uit vers 7 blijken te zijn. En zo gaat het eigenlijk altijd in de wereld om ons heen. De rijken maken de dienst uit en spelen de baas over de minder rijken c.q. armen die over het algemeen de overgrote meerderheid vormen. Die rijken vertrouwen op hun (geldelijke) vermogen en zijn trots op hun vergaarde rijkdom, dat lang niet altijd eerlijk is verworven. De rijken bepalen vaak ook zelf wat hun inkomsten moeten zijn en vallen nooit onder enige CAO. Tegenwoordig heeft 2% van de wereldbevolking de helft van het totale beschikbare geld in bezit en leggen daarmee hun wil op aan de resterende 98%.
Het bestaan van geld en vooral de geldzucht heeft de intermenselijke verhoudingen totaal verziekt (1 Tim. 6:10).
Maar zo gaat het nu eenmaal in de wereld, zo heeft de mens dat geregeld. En of je nou spreekt van een democratie, een dictatuur of een communistisch gestuurd land, de rijken zijn de baas en leggen anderen hun wil op.
Vroeger circuleerde een grapje over communistisch China waar alle mensen in theorie gelijk zijn en ook gelijk gekleed gingen. Sommigen echter bleken ‘gelijker dan anderen’ en verkregen grote privileges, extra macht en aanzien, dus die gelijkheid werkt niet in de praktijk.
Eigenmachtigheid
Zoals het nu is, was niet de oorspronkelijke bedoeling van de Heere God. Hem stond geen enkel politiek systeem voor ogen, maar een theocratie (= Godsregering), zoals Israël, waar Hij Zelf de dienst uitmaakt en Zijn wil via priesters aan het volk bekendmaakt.
Maar de mens (lees: Israël) verlangde een (eigen) koning, net als de omringende volken (1 Sam. 8:6).
Deze eigenmachtigheid is de reden dat Israël en de volken langzaam maar zeker verder afgezakt zijn naar de chaos waarin we nu terecht gekomen zijn. Geld wat stom is, maakt recht wat krom is.
Losprijs
Psalm 49:8 laat glashelder zien dat de rijkdom van de onrechtvaardigen niets en niemand kan verlossen. Het gaat hier over een ‘losprijs voor het leven’ en bij de Heere God hoef je niet met miljoenen en miljarden euro’s, dollars, roebels of bitcoins aan te komen, want daar kan Hij niks mee. De losprijs om slechts één mens werkelijk te verlossen is vele malen hoger dan de gezamenlijke bankrekeningen van alle superrijken. Vers 9: “voor eeuwig ontoereikend’.
En dan mogen er extreem rijken op de aarde zijn die zich, niet zelden ten koste van de rest, buitenproportioneel hebben verrijkt, hun rijkdom is nimmer toereikend om ook maar één mens te verlossen of te behouden.
En daarom zegt vers 6: “Waarom zou ik bevreesd zijn in dagen van onheil, wanneer de onrechtvaardigen mij op de hielen zitten?”
Wij, gewone mensen, worden meer dan ooit op de hielen gezeten en velen ervaren dat als beangstigend. Langzaam maar zeker sluit zich het net om ons heen en worden we meer en meer beperkt en beknot. Vrijheid van meningsuiting bestaat nog nauwelijks. Superrijken maken de dienst uit en beramen plannen om de hele samenleving naar hun hand te zetten om er zelf beter van te worden. Allerlei drogredenen komen langs en worden door ‘deskundigen’ uitgelegd alsof ze het echt zelf geloven.
De kloof tussen extreemrijk en straatarm wordt steeds groter en is niet te stoppen, want de superrijken zijn de baas in alles en verschuilen zich achter politiek correcte volzinnen en retoriek. Ze bezitten en controleren alle nieuwsmedia en ook de banken. Ze vormen een grote, onbereikbare superregering achter de nationale schijnregeringen (ook van Den Haag) die de hele wereld in de knip hebben.
En mocht er iemand afwijken van hun protocol, dan treedt het eliminatieproces in werking, bijvoorbeeld door vergiftiging, een kogel, verdwijning, valse beschuldigingen, etc. Dit alles en nog veel meer maken we mee de laatste jaren en het einde is nog niet in zicht. Hun machtsvertoon wordt steeds meer zichtbaar en de achterliggende bedoelingen ook. De plannen van de regering achter de regeringen sijpelen steeds meer naar buiten. Dit is natuurlijk al eeuwen aan de gang in deze gevallen schepping waar satan de baas is.
Gods tegenstander, hij is de mensenmoordenaar vanaf het begin en de vader der leugen (Joh. 8:44), heeft vanaf zijn eerste rebellie tegen de Heere God een groots complot opgezet.
Een complot, met welk doel?
Het grote doel wordt al heel snel duidelijk in de hof van Eden bij het onderonsje met Eva.
“Is het echt zo dat God gezegd heeft …?”, zo begon die listige slang (Gen. 3:1). De vrouw tuint erin en de gevolgen worden zichtbaar. De val is diep en de gevolgen pijnlijk. Vijandschap, moeite met zwangerschap, de aardbodem vervloekt, dorens en distels en je in het zweet werken voor je boterham. Dit alles resulteert in: “… totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent” (Gen. 3:19b).
Dit alles is dus mede het gevolg van het plan van Gods tegenstander, het grote complot, waarvan de gevolgen steeds pijnlijker zichtbaar worden, ook vandaag.
De media zitten in het complot, want wie niet voor Mij is, is tegen Mij geldt ook voor hen.
Maar gelukkig zijn er naast de reguliere media ook alternatieve nieuwsbronnen. Ze horen volgens onze kiene politici wel in de categorie Fabeltjeskrant thuis, maar allemaal samen bieden ze toch een reëler beeld dan wat het acht-uur journaal ons probeert op de mouw te spelden.
“Wie niet met Mij is, is tegen Mij”, zei de Heere Jezus. Bewust of onbewust kun je dus tégen de Heere Jezus zijn en in het kamp van de tegenstander terechtkomen. Van degene die ‘de mensenmoordenaar vanaf het begin is’, ‘een leugenaar en de vader van de leugen’.
Mensen vermoorden is kennelijk het ultieme doel van satan. Dat bleek ook al uit de gebeurtenissen die in Genesis 6 beschreven worden. De nakomelingen van de goden vonden de dochters van de mens best wel aantrekkelijk en op deze manier werd het hele oorspronkelijke geslacht van Adam biologisch verminkt, zodat het geen gewone mensen meer waren, zoals door de Heere God geschapen (Gen. 6:1-4).
Als direct gevolg daarvan zou dus ook de belofte van de Verlosser uit Genesis 3:15 geen doorgang kunnen vinden. Hier werd immers beloofd dat nageslacht van de vrouw de kop van de slang zou vermorzelen. Die vrouw is Israël.
Het gevolg van de gemeenschap tussen gevallen engelen in mensengedaante en de ‘dochters van de mensen’ waren reuzen (Gen. 6:4 en Num. 13:33).
In die tijd wemelde de aarde van de reuzen en de laatste mogelijkheid om nog uit een normaal geschapen mens dit Nageslacht te verwekken was Noach en zijn gezin.
Noach rechtvaardig en… onberispelijk
Noach was een mens als u en ik, maar dat woordje ‘onberispelijk’ slaat op zijn biologische staat en wordt op andere plaatsen ook zo vertaald als het gaat om volmaakte offerdieren, e.d.
Noach en zijn gezin waren de enigen nog die zich niet verontreinigd hadden met satan en zijn plannen; alleen uit hen kon de Verlosser voortkomen.
En zo is het gebeurd dat alle ‘andere’ mensen stierven en de nieuwe wereldbevolking uit de acht in de ark ontstond. Dat waren biologische mensen zoals de Heere God ze geschapen had. De rest stierf en wacht in het dodenrijk (Hebr. sheol) op de jongste dag voor het oordeel.
Het moet toen om miljoenen mensen gegaan zijn, want we spreken over ruim 1600 jaren vanaf de schepping tot de grote vloed van Genesis 6. Zo verijdelde de Heere God dit grote complot dat moest voorkomen dat de belofte van de Verlosser doorgang zou vinden. Maar God schitterde in Zijn wijsheid, doortastendheid en timing als nooit te voren.
Andere pogingen in het grote complot
Abraham kreeg van de Heere God de opdracht om met zijn hele hebben en houwen naar een ander land te gaan en wel voor altijd, zoals beschreven in Genesis 12. Het duurt nogal wat jaren voordat hij daar arriveert, maar als hij daar uiteindelijk is, breekt er hongersnood uit en Abraham moet het beloofde land weer verlaten om naar Egypte te gaan en dat is natuurlijk wel vreemd. Jaren later als Jakob in het beloofde land is, moet ook hij wegens hongersnood uitwijken naar Egypte; de geschiedenis herhaalt zich. Dat is gek. De Heere God had een land beloofd dat zou overvloeien van melk en honing, toch?
In Egypte groeit er een volk uit de nakomelingen van Jakob en ze worden zwaar verdrukt en misbruikt, en uiteindelijk moeten zelfs de pasgeboren jongetjes in de Nijl gedumpt worden.
We kennen de geschiedenis van onderdrukking en leed, van de tien plagen en de ontsnapping.
Als ze de Rode Zee doortrekken, zit er een heel leger achter hen aan, maar ook nu redt de Heere God met grote kracht. Het volk Israël ontmoet vervolgens veel ellende en tegenstand in de woestijn, maar de Heere God geeft manna en water uit de rots, en overwinningen op vijandige volken. Steeds is er redding en vervallen de Israëlieten weer in oude zonden, zich afkerend van hun Schepper.
Het moordcomplot onder Ahasveros
Ook hier komt het zover dat er een bevel wordt uitgevaardigd om alle Joden uit te roeien. We lezen het in Esther 3. Er worden brieven in allerijl naar alle 194 gewesten gestuurd met het doel om alle Joden op één dag te vermoorden (vs. 13). Ook dit deel van het complot was om te voorkomen dat de beloofde Verlosser geboren zou kunnen worden.
Esther 3:13 zegt: “... met het bevel om alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, met de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag, de dertiende van de twaalfde maand dat is de maand Adar, en hun bezit te plunderen.”
Ook hier handelt de Heere God op bijzondere wijze, wordt het volk gered en dus de belofte zeker gesteld, en vallen er onder de vijanden maar liefst 75.000 slachtoffers.
Het moordcomplot in Babel
Ook nu weer de dreiging voor “volken, natiën en talen” om te worden omgebracht indien het gouden beeld niet aanbeden wordt. Zie Daniël 3:4 en verder.
Vers 7: “Daarom, zodra al de volken het geluid hoorden van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, en allerlei muziekinstrument, vielen op datzelfde tijdstip alle volken natiën en talen neer, en aanbaden het gouden beeld dat koning Nebukadnezar had opgericht.”
Onder deze volken waren ook in ballingschap weggevoerde Joden op wie de belofte rustte. Het loopt allemaal nogal anders en de mening van Nebukadnezar draait radicaal om en nu wordt bij wet verplicht dat geen lasterlijke dingen meer mogen worden geuit tegen de God van Israël (vs. 29).
De moordpartij in Bethlehem
Herodes is doodsbang dat hij zijn toppositie in Israël zal verliezen. Er gebeurt van alles na de geboorte van de Messias in Bethlehem. We lezen de schokkende geschiedenis in Mattheüs 2:1-23. Uiteindelijk wordt het bevel gegeven om alle jongetjes van twee jaar en jonger te vermoorden in heel dat gebied rondom Bethlehem. Een ultieme poging van Herodes om de Verlosser, het Nageslacht van de vrouw, om te brengen. Vanzelfsprekend mislukt dit ook en hijzelf komt jammerlijk aan zijn eind.
De enige Verlosser die echt verlossen kan werd toch realiteit
We kijken erop terug, de velden van Efrata, waar Bethlehem ligt, waar de beloofde Verlosser als een klein mannetje geboren werd, zoals was toegezegd door de engel die bij Maria op bezoek was: “En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven” (Luk. 1:31). De naam ‘Jezus’ betekent: JaHWeH redt, de HEERE redt.
Daar was Hij dan, het Nageslacht van de vrouw, Die de kop van de slang zou vermorzelen.
Ogenschijnlijk loopt het niet goed af door de kruisiging, maar gelovigen weten gelukkig beter. Juist daardoor droeg Hij immers onze straf. Jesaja beloofde het al aan Israël: “De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem” (Jes. 53:5).
Zo staan er talloze beloften in de Bijbel en vanzelfsprekend komen ze altijd uit, ongeacht hoe dwars de mens ook is.
Psalm 49:12 zegt over dwaze en onverstandige mensen: “Hun diepste gedachte is, dat hun huizen voor eeuwig zullen bestaan, hun woningen van generatie op generatie; ze noemen de landen naar hun naam. Toch blijft de mens, in al zijn aanzien, niet bestaan; hij wordt gelijk de dieren die vergaan” (zie ook vs. 21).
En hun gedachten en plannen (ook van de rijke elite!), n.l. de weg die ze gaan, is tegelijkertijd hun dwaasheid volgens vers 14 en het leidt onvermijdelijk tot de dood. Het gaat in vers 15b over de morgen van de opstanding der doden, de jongste dag. Dan zullen de oprechten (lees: gelovigen) over hen heersen.
Vers 16: ”Maar God zal mijn ziel verlossen uit de greep van het graf, want hij zal mij opnemen.”
En dan nog als laatste het advies in vers 17 en 18, om toch vooral niet bang te zijn voor de rijken en machtigen, want “… bij zijn sterven zal hij niets van dat alles meenemen, zijn eer zal hem in het graf niet nadalen.”
Wat leren we hiervan?
Houd je heel ver van deze mensenmoordenaar en zijn volgelingen, ze zijn met velen. Houd je ogen open om te onderscheiden waar het op aan komt en slik niet alles voor zoete koek. De leugen regeerde destijds in Babel en zelfs Nebukadnezar trapte er eerst in, maar moest in de Heere God zijn Meerdere erkennen. En de leugen regeert meer en meer. Objectieve berichtgeving in de media? Zeldzaam.
Nu deze mensenmoordenaar niet heeft kunnen voorkomen dat de Verlosser toch geboren werd, richt hij zich op totale wereldbeheersing.
Op alle mogelijke manieren wordt de mens om de tuin geleid door de zogenaamde deskundigen op alle mogelijke gebieden. En opnieuw worden er pogingen ondernomen om het menselijk ras te modificeren en dat gaat heel ver tegenwoordig. Het DNA veranderen en onze hersenen koppelen aan de computer, om maar wat te noemen.
‘Tot ik op hun einde lette’
Ook in Psalm 73 gaat het over het onderwerp van dwaze goddelozen die ogenschijnlijk een vredig leven leiden. Vers 4: “… tot aan hun dood zijn er geen boeien en hun kracht is fris. Zij verkeren niet in moeiten, zoals andere stervelingen en worden niet gekweld met andere mensen.”
En zo gaat dat nog even door in de volgende verzen en de psalmist heeft behoorlijk veel moeite om dit allemaal te kunnen begrijpen. Maar dan komt de bevrijdende opmerking in vers 16: “Toch heb ik nagedacht om dit te kunnen begrijpen, maar het was moeite in mijn ogen, totdat ik in Gods heiligdom inging en op hun einde lette.” Daar pas blijkt hoe het met die dwazen en goddelozen afloopt, tot aan hun dood geen probleem, maar dan komt hun einde met verwoesting. Ze worden weggevaagd, volgens vers 19, en komen om door verschrikkingen.
Sela
We zien in deze Psalm ook twee keer het woord ‘Sela’ staan, na de verzen 14 en 16. ‘Sela’ komt 74 keer voor in de Bijbel, waarvan 71 in de Psalmen en de rest in Habakuk. Er is al heel wat geschreven over de werkelijke betekenis. De één dacht dat het ‘pauze’ betekende en de ander ‘verhoging’ en dat was dan meer voor de melodie. Dat zou kunnen, maar als ik hier in Psalm 49 die gedachte in mijn achterhoofd houd bij het lezen van vers 14 tot 18 klinkt dat niet echt sluitend.
In één van de boeken van E.W. Bullinger, getiteld ‘De koorleider’, geeft hij een verklaring die m.i. beter past. Hij zegt dat de betekenis meer zit in de richting van Nota Bene (N.B.). We kennen die afkorting wel om ergens aandacht op te vestigen. Na N.B. komt dan een bevestiging of tegenstelling om de voorgaande feiten duidelijker te maken. En dat vind ik een begrijpelijke verklaring.
In vers 14 en ervoor werd uitvoerig betoogd wat de onrechtvaardige rijken en dwazen overkomt en dan Nota Bene: “Als schapen zet men hen in het graf, de dood zal hen weiden.”
Daarmee wordt het gedeelte over de dwaze rijken afgesloten en dan begint er een nieuw onderwerp in vers 16: “Maar God zal mijn ziel verlossen uit de greep van het graf, want Hij zal mij opnemen” en dan Nota Bene: “Wees niet bevreesd, wanneer een man rijk wordt …”, enz. Op deze manier heeft het woord ‘Sela’ werkelijk een betekenis gekregen en is een zinvolle toevoeging.
Maar wij zijn van Christus
Wij worden als gelovigen opgeroepen in Filippenzen 1:28 om ons toch vooral geen schrik te laten aanjagen door de tegenstanders die ons op de hielen zitten. Voor ons is het leven Christus en het sterven is winst (vs. 21). En dat er nog zware tijden komen, lezen we ook al in 2 Timotheüs 3, dus dat moet ons niet verbazen. Feit blijft dat de Verlosser Zijn heilswerk deed op Golgotha en daardoor hebben we een hemelse status gekregen (Fil. 3:20): rijkdom! Dat heeft niets met onze bankrekening te maken maar alles met de genade van God die is verschenen voor alle mensen (Titus 2:11).
De Heere God verklaart dat we hemelburgers zijn, volmaakt in Christus, en dat we getrokken zijn uit de macht van de duisternis. Dat is die macht waar boven over geschreven is en die bestaat uit aanhangers van de mensenmoordenaar vanaf het begin. ‘Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij’, zei Jezus. Eigenlijk heel simpel dus.
Het is het gebed van Paulus voor ons om in kennis toe te nemen, zodat we kunnen onderscheiden waar het op aan komt, wat echt van belang is. Om door die toenemende kennis de macht van Gods tegenstander te onderscheiden van alle hemelse zegeningen die we in Christus ontvangen hebben. En vooral nu, in deze bizarre tijd, is het van het grootste belang om wakker te zijn en onze ogen gericht te blijven houden op de Heere Jezus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof.
“Niet meer ik, maar Christus leeft in mij”, zegt Paulus in Galaten 2:20 en vult dan aan met: “en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.”
Dat houden we vast!