Het verlangen naar geluk
Lea, de minder geliefde vrouw van Jakob (Gen. 29:30-31), baart Jakob vier zonen. Ze verlangde naar de ware liefde van Jakob en wilde dit bereiken door hem zonen te schenken. Na de geboorte van Levi zegt zij ”… nu, ditmaal, zal mijn man zich aan mij hechten” (Gen. 29:34). Het gezin van Jakob is een plaats van moeite voor Lea en Rachel; Jakob treedt niet op en de kinderen krijgen een slecht voorbeeld. Zilpa, de slavin van Lea, zorgt plaatsvervangend voor twee zonen, Gad en Aser; beide namen betekenen: geluk. "Toen zei Lea: Wat ben ik gelukkig! Want de vrouwen zullen mij gelukkig prijzen. En zij gaf hem de naam Aser" (Gen. 30:13). De tekst bevat 3 keer het woord geluk: osher, ashar en asher (Aser). Lea probeert het geluk zelf te bewerken door het krijgen van zonen, zodat Jakob haar lief zal hebben. Hoe herkenbaar is het najagen van (liefdes)geluk in deze wereld.
Psalmen
In de Psalmen komen we vaak het woord welzalig (gelukkig) tegen. Het wordt altijd gevolgd door de reden waarom iemand zo genoemd wordt.
Je bent gelukkig als je:
- niet wandelt in de raad van de goddelozen (Ps. 1:1)
- de toevlucht tot de Heere neemt (Ps. 2:12 en 34:9)
- overtredingen vergeven zijn (Ps. 32:1)
- geest geen bedrog kent (Ps. 32:2)
- op de Heere vertrouwt (Ps. 40:5 en 84:13)
- verstandig omgaat met de ellendige (Ps. 41:2)
- in Zijn huis woont (Ps. 84:5)
- bestraft wordt en onderwezen uit de wet (Ps. 94:12)
- je aan het recht houdt (Ps. 106:3)
- de Heere vreest en grote vreugde vindt in Zijn geboden (Ps. 112:1 en 128:1)
- oprecht van wandel bent (Ps. 119:1)
- je verwachting op de Heere God stelt (Ps. 146:5)
Praktische en geloofsaansporingen aan het volk Israël gegeven, waarmee wij ons voordeel kunnen doen om het leven op een goede wijze door te komen door te wandelen met de Heere!
Wijsheid en inzicht
Ook het Spreukenboek bevat omschrijvingen van geluk en wel met de link naar wijsheid en inzicht.
"Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt" (Spr. 3:13). Wijsheid heeft met de vreze des Heeren te maken (Ps. 111:10), inzicht (SV verstand) met het toepassen hiervan in de praktijk. Het gaat om de man die bezonnen van geest is (Spr. 17:27). De combinatie wijsheid en inzicht vinden we slechts beschreven bij Bezaleël, Aholiab, Salomo en Hiram. Deze mannen werden voor hun grote taak toegerust en de spreukendichter prijst de mens gelukkig die wijsheid vindt en inzicht verkrijgt!
Wij weten vanuit het Nieuwe Testament dat het ten diepste gaat om het vinden van Christus "… in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).
Het Koninkrijk
In Mattheüs 5 vinden we het hoofdstuk met de zaligsprekingen, gericht aan discipelen van de Heere Jezus. De Heere beschrijft het karakter en het gedrag van diegenen die het Koninkrijk der hemelen mogen binnengaan en hoe het zal zijn in dit koninkrijk. Er zal vertroosting, gerechtigheid en barmhartigheid zijn en "Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien" (Matt. 5:8). Een hemels koninkrijk op aarde waar het geluk op een intense wijze zal worden beleefd.
Volharding
Jakobus en Petrus richtten zich tot de Joodse gemeenten die in verdrukking leefden. Het bevat daarin ook een profetisch vergezicht met betrekking tot een tijd van grote verdrukking en benauwdheid in de toekomst.
"Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden…" (Jak. 5:11). "Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen" (1 Petr. 3:14). Hier wordt de gelukzaligheid verbonden aan het lijden vanwege de gerechtigheid en het volharden en trouw zijn aan de Heere in verdrukking. De beloning van deze trouw is het ingaan in het Koninkrijk.
De gelukkige God
"Overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is" (1 Tim. 1:11). Het evangelie van de heerlijkheid is de gezonde leer, die aan Paulus is toevertrouwd om openbaar te maken. Hier wordt de verbinding gelegd met de zalige God. De roeping van het lichaam van Christus, in onze tijd, is een geweldig geopenbaard sluitstuk van de roepingen die er zijn. Wellicht dat daarom hier de verbinding met de zalige/gelukkige God gemaakt wordt. God is de gelukkige God, Hij vindt alle geluk in Zichzelf, maar laat ons op ongekende wijze delen in Zijn geluk.
Paulus: "Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen" (Efe. 3:8).
De Heere God laat ons nu al, in geestelijke zin delen in Zijn geluk, "want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in (de gelukkige) God" (Kol. 3:3).