Nadat de Heere God de mens Adam schiep, creëerde Hij ook een hof in Eden, in het Oosten, volgens Genesis 2:8. Een speciale plek met bijzondere omstandigheden, een hof in de streek ‘Eden’ .
‘Eden’ betekent: lieflijkheid / heerlijkheid.
De geografische ligging ervan wordt verder beschreven in Genesis 2:8-15. In die hof ontsprong een rivier die zich verderop in vier stromen vertakte: Pison, Gihon, Tigris en Eufraat, waarvan de laatste twee nu nog steeds te vinden zijn, maar de Pison en de Gihon niet. Er zijn wel van bovenaf droge rivierbeddingen te zien waarvan men vermoedt dat het die twee rivieren geweest kunnen zijn.

De hof in Eden
De Heere God schiep dus een hof; tegenwoordig noemen we dat een tuin, en het woord ‘tuin’ is afgeleid van ‘omtuining’. Een hof wordt dus door iets omtuind, daarom is het een hof. De Heere God ‘plantte’ die hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens die Hij gevormd had, volgens Genesis 2:8.
Een speciale plaats dus voor de geschapen mens, Adam, en de indruk wordt gewekt dat de Heere God alleen daar in die hof speciale ‘begerenswaardige’ bomen liet opkomen uit de aardbodem.
In Genesis 1:11 lezen we al dat de Heere God op de aarde groen had doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, enz.
Maar in de hof: “En de Heere God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten” (Gen. 2:9).

Het centrale punt in de hof
Dan lezen we in Genesis 2:9b dat in het midden van de hof de Boom des levens wordt geplaatst. Dat is het centrale punt in deze hof van Eden. Deze Boom des levens wordt speciaal genoemd en het gaat maar om één boom. Die boom staat centraal, en in het midden en heeft alles met ‘eeuwig leven’ te maken, lezen we later in Genesis 3:22. Naast deze boom stond nog een boom en dat is de ‘boom van kennis van goed en kwaad’.
Adam krijgt de opdracht van de Heere God om die hof te bewerken en te bewaren (Gen.2:15). Hij had dus wel wat te doen overdag.
Dan komt het gebod in vers 16: “Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.”
Geen verbod dus om van de Boom des levens te eten, maar nadrukkelijk wél om van de Boom van kennis van goed en kwaad te eten. Inmiddels weten we dat nou net van die ene boom die verboden was, toch gegeten werd. En dat was Gods bedoeling niet.
Satan had hier de hand in, want hij vestigde Eva’s aandacht op juist deze boom van kennis van goed en kwaad. Ze trapt erin en Adam is solidair en gaat hierin mee. Nadat ze beiden daarvan gegeten hebben, verandert er wel het een en ander.

Goed en kwaad
Het is de moeite waard om deze twee woorden even te belichten. Het woord goed is in de grondtekst het woordje ‘tov’ en dat betekent: in het algemeen goed en voor het doel bruikbaar. Het wordt ook gebruikt in Genesis 1, vers 10: “En God zag dat het goed was”, bruikbaar voor het doel dat de Heere God in gedachten had.
Het woord voor kwaad is ‘ra’; het wordt vaak vertaald als ‘slecht’ of ‘kwaad’ en is afgeleid van ra’a wat vertaald wordt met ‘verspillen’, e.d.
Als een mens ongehoorzaam is en toch doet wat de Heere God nadrukkelijk verboden heeft, gaat het vanzelfsprekend fout.

De uitspraak van Eva, zoals beschreven in Genesis 3:2 en 3, gaat mis op drie punten: God had niet gezegd dat er van de Boom des levens niet gegeten mocht worden, daar had ze dus wél van mogen eten. God had evenmin gezegd dat de Boom niet aangeraakt mocht worden, en dat er van de boom van kennis van goed en kwaad niet gegeten mocht worden, meldt ze juist niet. Blijkbaar heeft ze niet goed geluisterd en gaf niet goed weer wat Gods bedoeling was.
Zondigen is ‘doel missen’, er helemaal naast zitten en Eva zat er helemaal naast. Het was dus duidelijk niet de bedoeling van de Schepper dat de door Hem geschapen mens zich zou gaan bezighouden met goed en kwaad; dat dát zijn leven zou beheersen.

De gevolgen
Deze misstap van de mens had grote gevolgen en ze worden opgenoemd in Genesis 3:13-24. Ze hadden bijvoorbeeld plotseling in de gaten dat ze naakt waren.
Het zwaartepunt wordt vermeld in Genesis 3, vers 22: “Toen zei de Heere God: Zie de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig leeft.” Dat is dus een verregaand gevolg!
De mens had kennis genomen van goed en kwaad, het beheerst nu zijn denken. Dat woordje ‘kennis’ wordt in andere teksten vertaald met ‘gemeenschap’, bijvoorbeeld in Genesis 4, vers 1: “Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kain en zei: ik heb een man van de HEERE gekregen.”
Dat ‘kennen’ is dus niet even vluchtig ergens notie van nemen, maar er gemeenschap mee hebben. En de Heere God heeft bepaald dat het onmogelijk is om in die staat ‘eeuwig leven’ te krijgen. Dat gaat niet samen. De mens had een desastreuse vergissing gemaakt met grote gevolgen.
Toch was het verbod simpel en helder, maar de slang droeg valse informatie aan en Eva gaf Gods opdracht foutief door. Als gevolg daarvan wordt de hof verboden gebied, de mens wordt buitengesloten, de boel gaat op slot. De Boom des levens, die eerst niet verboden was, is nu wél buiten bereik. De ingang krijgt zelfs bewaking van cherubs met vlammende zwaarden.

En nu?
De mens komt in nieuwe omstandigheden terecht en moet elke dag zwoegen om zijn boterham te kunnen eten. Dorens en distels zal de aarde voortbrengen (Gen. 3:16-24) en het baren van kinderen werd er voor een vrouw niet gemakkelijker op. Dat is wel een kolossale verandering.
In Genesis 3:15 wordt wel een prachtige belofte gedaan door de Heere God: “En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u (de slang/satan) en de vrouw en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht (Christus): Dat zal u de kop vermorzelen en u zult het de hiel vermorzelen.”
Er zal dus uit een vrouw Nageslacht geboren worden die de kop van de slang zou vermorzelen. Dat die slang ondertussen ‘de hiel van het Nageslacht van de vrouw zal vermorzelen’ is minder desastreus. Als iets je de kop kost is het over en uit met je. Die ‘kop’ staat dus tegenover de ‘hiel’. Als de hiel vermorzeld is, kun je even niet gaan of staan (drie dagen en drie nachten?).

Maar het leven gaat verder
De mens overleeft buiten de hof en plant zich voort. Gods opdracht: “Gaat heen en vermenigvuldig u” is prima gelukt als ik naar de wereldbevolking op dit moment kijk. Maar over die hof en de Boom des levens wordt niet meer geschreven. Dan volgen duizenden jaren met indrukwekkende gebeurtenissen, allemaal opgetekend in de Bijbel. En die belofte uit Genesis 3:15 vindt zijn vervulling in de velden van Efrata, in Bethlehem, zoals voorzegd in Micha 5:1.
In Lukas 2:10 staat: “En de engel zei tegen hen (herders): Wees niet bevreesd, want zie ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is. Hij is Christus, de Heere.”

De baby groeit op, wordt volwassen, start Zijn missie en dan wordt het uiteindelijk Pasen.
De grote ommekeer, eeuwig leven, komt weer in zicht. En dan pas in het laatste Bijbelboek lezen we weer van de Boom des Leven: “Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens die midden in het Paradijs van God staat” (Opb. 2:7). Dat moet diezelfde boom zijn, die beschreven werd in Genesis 2 en 3.
Dit wordt gezegd tegen gelovige mensen die oren hebben en die moeten daar ook echt mee gaan luisteren, o.a. naar wat de Heere God te melden heeft. Deze gelovigen moeten ook iets zien te overwinnen en daarna krijgen ze van de Heere God te ‘eten van de Boom’ en dat heeft ‘eeuwig leven’ tot gevolg.

Wat moet er overwonnen worden?
Uit Openbaring 2:4-5 blijkt dat de daar aangesproken gelovigen in hun geloofsleven zijn afgegleden: “Maar Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde verlaten hebt. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken.” Typisch woorden die steeds van toepassing zijn op het volk Israël. Van hen wordt de hele Bijbel door gezegd dat ze zich moeten bekeren, dat wil zeggen: omkeren en terugkeren naar de Heere God en Zijn Wet. Heidenen worden ook opgeroepen om zich om te keren en te geloven in God en Zijn Woord.

Het onoverkomelijke zondeprobleem
Ieder mens is van nature vanaf zijn geboorte een zondaar. Om dat probleem op te lossen is Iemand nodig Die daar boven staat. En als er Eén is Die dat weet en daar een adequate oplossing voor heeft, is het de Heere God wel. Hij wist hoe zwaar dit probleem weegt en kwam met een pasklare oplossing. Christus Jezus overwon een enorme onneembare barrière door Zijn geloof. Het was een onneembare blokkade voor de mens sinds de Boom des levens onbereikbaar werd. Maar door het geloof van Jezus Christus werd alles tot een goed einde gebracht. De beloofde Verlosser kwam als Mensenzoon naar deze aarde om die gigantische klus te klaren. Daar kunnen wij als mensen niets aan toevoegen. Het enige wat we kunnen en moeten doen is dit in geloof en dank aanvaarden.

Overwinnaars, wij?
Als het hierover gaat kunnen we het beste de Bijbel zelf laten spreken.

• Johannes 16:33
  “Deze dingen heb Ik tot u gesproken opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking
  hebben, maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.”
• 1 Korinthe 15:54-57
  “Maar God zij dank ,Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus.”
• Romeinen 8:37
  “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.”

Dat zijn heerlijke rustgevende zekerheden, dat maakt het eeuwige leven weer binnen handbereik, want het gaat nog verder, lezen we in de laatste brieven van de apostel Paulus.

• Kolossenzen 1:13
  “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis, en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon
  van Zijn liefde.”
• Filippenzen 3:20
  “Ons burgerschap is echter in de hemelen waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de
  Heere Jezus Christus.”

Daar komt nog meer bij!
Bovenstaande is dus ons nieuwe hemelse staatsburgerschap dat we hebben gekregen door de prestaties van Jezus Christus. Daar komt ook nog bij dat Hij met Zijn Geest in ons als gelovigen aan een werk begonnen is volgens Filippenzen 1:6 en dat is Hij van plan vol te houden tot op de dag van Jezus Christus. Hij werkt daarmee in ons ons het willen en het werken (Fil. 2:12).
Het is goed om ons dat steeds te realiseren en de Heere God daarbij niet voor de voeten te lopen met allerlei aards gedoe en menselijke activiteiten.
Hiermee is dus het ontstane probleem, dat begon door het eten van de verboden boom definitief opgelost.

En daar staat hij dan, in het nieuwe Jeruzalem
In Openbaring 22 gaat het over het nieuwe Jeruzalem dat vanuit de hemel naar de aarde is neergedaald. Daar ontspringt een rivier uit de troon van God en van het Lam.

• Vers 1 “En Hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.”
• Vers 2 “In het midden van haar straat en aan de ene en aan de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt - van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht.” 

Openbaring 21:24 zegt: “En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.”
Israël vindt genezing door de vruchten van de Boom des levens en de naties vinden genezing door te eten van de bladeren van die Boom.
Dat moet ook, want volgens Openbaring 21:4 zal daar geen dood of jammerklacht of moeite zijn.
Vers 26 voegt toe: “En zij zullen de heerlijkheid en de eer der naties daarin brengen. Al wat onrein is, zal er niet inkomen en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het Boek de levens van het Lam. Dus geen ziekte of andere onreinheid meer.

Eind goed, al goed
Op deze manier is het dus meer dan goed gekomen met de mens die verbannen werd uit de hof.
Dit geeft de burger moed en dat hebben we ook broodnodig in deze steeds gekker wordende maatschappij. Maar ja, we zijn ook hemelburgers geworden en voelen ons hier beneden steeds meer vreemdelingen en bijwoners. Daarom is het goed dat gelovigen elkaar opzoeken om elkaar te steunen en samen de Bijbel te bestuderen.
Als reguliere kerken soms de kern van Gods liefde en genade vervangen door aards gedoe en het verbeteren van de mens, worden gelovigen die verder willen, ook wel hiertoe gedwongen.
In de Middeleeuwen ontstond het fenomeen ‘hagepreken’ omdat de gelovigen niet meer gevoed werden door de ene grote vanuit Rome geleide kerk. Ze kwamen in het bos samen, verscholen tussen hagen en bomen, om zo toch te genieten van de Bijbelse boodschap. Predikers moesten zich vermommen als boeren o.i.d. als ze van de ene plaats naar de andere reisden om met het Woord te dienen. Ik heb het idee dat we die kant weer opgaan.
Tijd om ook zelf meer en meer de Bijbel bestuderen en notities maken, want stel dat er een tijd komt dat we ook niet meer in vrijheid mogen samenkomen. De absolute controle over de mens neemt alsmaar toe. Het is dus zaak om wakker blijven en - hoe dan ook - samen te komen rondom de Heere en Zijn Woord. Ofwel: te eten van de Boom des levens en te drinken van het levende water!