“Goud dat door vuur beproefd wordt”
1 Petrus 1: 7
Thuisgekomen denk je dan nog eens over die dingen na; zet het een en ander op een rijtje en als het dan tot je doordringt wat er gebeurd is word je (alsnog) boos!! Wel, los van de aanleiding en de precieze oorzaak van die boosheid, sta ik er nu nog versteld van dat ik zó kon reageren. Hoe komt het toch dat op zo’n moment boosheid, pijn, verdriet, angst, e.d. boven komen drijven waardoor je zo van slag bent. Ik heb er nog dagen mee gelopen totdat…
Schijnwerper
Maar al te vaak verbaas ik mij erover hoe buitengewoon goed God is; goed in de zin van dat je het niet verdient, maar dat Hij je tóch overlaadt met Zijn liefde. Ik denk aan Saulus die, op weg naar Damascus om de christenen gevangen te nemen, beschenen wordt door Gods licht. Saulus, vijand van God en Gods kinderen, krijgt liefdevol een ‘tik van God’ en valt van zijn rijdier. Maar die tik is voor hem wel het begin geworden van een leven mét God en hij heeft, denk ik, die klap niet graag willen missen.
Dankzij Petrus
Ik weet niet wanneer het tot Saulus begon door te dringen wat er precies was gebeurd, daar vlak bij Damascus, wellicht duurde dat even. Zo gaat het ook bij ons. We begrijpen alles niet meteen en vaak ‘steigeren’ we al voordat we tijd hebben genomen tot onszelf te komen. Kort na het moment waarover ik in de inleiding van dit artikel schreef, las ik op aanraden van mijn dagboekje in de eerste Petrusbrief. Via 1 Petrus 4:12 kwam ik bij 1 Petrus 1:7 en opeens drong het tot mij door wat daar stond. Petrus schrijft daar over onprettige dingen die ons kunnen overkomen; lijden noemt hij het daar. Op zeker moment heeft hij het, in verband daarmee, over goud dat door vuur gelouterd wordt. En opeens ‘viel het muntje’. Opeens zag ik dat beeld voor me…
Gelouterd goud
Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik het nog nooit gezien heb. Het schijnt zo te zijn dat bij het smelten van goud het vuil komt bovendrijven. Ik zie het zo voor mij: het vuur wordt opgestookt; de vlammen slaan er vanaf, de staven goud smelten en worden vloeibaar. Kort daarna komen de eerste ‘slakken’ bovendrijven. De smelter pakt zijn spaan en schept het vuil er behendig vanaf. En opeens zie ik de Here! Het vuur onder mijn leven (lijden) wordt opgestookt, de vlammen slaan er vanaf, het goud wordt vloeibaar (ik word handelbaar) en het ‘vuil’ komt bovendrijven. Behendig schept Hij het schuim en de slakken eraf en ontstaat er een goud dat nog schoner en mooier is dan daarvoor.
Persoonlijk
Ik zie in mijn leven ook allerlei dingen waardoor het vuur telkens weer oplaait. Dat gebeurt gewoon, dat hoort er blijkbaar bij. Maar wat gebeurt er als dat ‘vuil’ uiteindelijk komt bovendrijven? Probeer ik het er weer onder te krijgen, duw ik het weg? Of geef ik de Here Jezus de gelegenheid mij op dat vuil te wijzen en laat ik het door Hem weghalen? Durf ik het aan met al dat vuil naar Hem toe te gaan en te zeggen: “Here, voor al dit vuil bent U ook gestorven. Om dit alles wilde U mijn plaats innemen en werd U gedood zodat ik gereinigd kan worden en echt mag leven.” Opeens zag ik het: al deze dingen overkomen mij om te laten zien wat er allemaal nog van binnen zit! En… het kom eruit en de Here staat al klaar met een grote schep om het weg te nemen. Hij is er immers al voor gestorven. Hij wist allang dat dit zou gebeuren. Daarom was Hij er toen ook om tot actie over te gaan, om je te helpen verder te komen.
Het lijden van de Here
En, zeg je misschien, hoe zat het dan met het lijden van de Here Zelf? Bij Hem hoefde (kon) dat vuil er toch niet uitkomen? Nee, inderdaad, dat niet maar, en misschien mag ik het zo zeggen, door het vuur in Zijn leven kwam het vuil niet bovendrijven maar kwam Zijn heerlijkheid bovendrijven. Door zijn lijden werd zichtbaar wie Hij werkelijk is. Al Zijn glorie; al Zijn grootsheid werd daardoor zichtbaar. We kunnen, we mogen het zien met de ogen van het geloof. En… door wat Hij deed mogen wij deelhebben aan Zijn heerlijkheid.
En nu…
Wat doe je hiermee? Het is zo’n wijze les: het vuur in ons leven zien als een middel van God om ons nog meer op Hem te laten lijken. Is het niet geweldig dat Hij het licht van zijn Woord in ons leven laat schijnen om alles wat er niet meer hoort aan de oppervlakte te brengen? Ik werd er stil van toen het tot me doordrong wat er in dat moment was gebeurd. En ik dankte de Here… voor het vuur.