Donkere eeuwen
De ‘verduistering’ van het geheimenis is ten dele te wijten aan het falen van de Kerk om het bijzondere apostelschap en de boodschap van Paulus te (h)erkennen. De kiem van onbegrip en afwijzing was reeds gezaaid in de dagen van de apostel zelf, want hij schreef aan Timotheüs: "Dit weet u, dat allen die in Asia zijn zich van mij afgekeerd hebben. Tot hen behoren Fygellus en Hermogenes." Zich afkeren van Paulus, zoals ´allen in Azië´ gedaan hadden, betekende zijn door God gegeven openbaring die hij ontvangen had van de Heere der heerlijkheid (2 Tim. 1:15; 1 Kor. 14:37), afwijzen. Dit leidde tot de donkere eeuwen van het Christendom. Treurig hoe de traditie in deze periode kon overheersen, hetgeen resulteerde in de geestelijke gebondenheid van ontelbare zielen.
De Reformatie bracht verandering. Maarten Luther schokte Europa toen hij de grote Paulinische waarheid zag: "De rechtvaardige zal uit het geloof leven." Gedurende deze heldhaftige tijd werd opnieuw betekenis toegekend aan de openbaring van Paulus, hetgeen gezien werd bij de vlucht van de Franse Hugenoten. Zij moesten vluchten voor hun leven en scheurden de brieven van Paulus uit hun Bijbels om ze mee te nemen.
Na de Hugenoten waren er vrome mannen als J. N. Darby en C.I. Scofield. Zij kregen duidelijk zicht op de bedelingen. Dr. Scofield was de eerste die duidelijk verschil maakte tussen Wet en Genade. Later bracht pastor J. C. O' Hair de noodzaak om het Woord recht te snijden sterk naar voren bracht, bijvoorbeeld: onderscheid maken tussen Profetie en Geheimenis. Wij zijn de Heere dankbaar voor hen, die ondanks veel tegenstand, het evangelie van Gods genade naar voren hebben gebracht. Vandaag hebben wij een geweldige verantwoordelijkheid om de mensen te laten zien wat de boodschap van genade en het Geheimenis inhoudt.
Vragen
Vaak zijn er vragen als het gaat om de ‘genade-boodschap’ en het ‘geheimenis’: Hoe komt het dat de Kerk zo gefaald heeft deze boodschap te zien? En: Waarom hebben zij, die deze boodschap uitdragen geen grote aanhang als dit werkelijk Gods boodschap is voor nu? Er zijn meerdere redenen waarom gelovigen zo afwijzend geweest zijn om Paulus' evangelie te erkennen en te prediken. Twee ervan willen we noemen.
Traditie staat boven aan de lijst. Velen zijn tevreden met eenvoudig iedere zondag naar de kerk te gaan en te accepteren wat daar wordt geleerd, zonder ooit zelf de Schriften te onderzoeken. Ter verdediging van hun kerkelijke traditie horen we dikwijls: "Als het goed was voor mijn grootvader en mijn vader, is het ook goed genoeg voor mij!"
Vrees komt direct als tweede na traditie. Een gelovige vader gaf boeken over het geheimenis aan zijn zoon, die voorganger was van een grote, gevestigde kerk in het westen van Amerika. Zou hij zich (ook) verheugen in het geheimenis? Toen hij informeerde wanneer de zoon dit zou gaan prediken, antwoordde hij: "Dat kan ik niet, vader, de gemeente zou dit nooit accepteren." Wanneer positie, salaris en pensionering in het gedrang komen, wordt de waarheid meestal terzijde geschoven!
Het is verbazend hoeveel sprekers hun toehoorders de “onnaspeurlijke rijkdom van Christus” (Efe. 3) onthouden. Maar zij vergeten één ding in hun haast om geaccepteerd te blijven binnen de Christelijke traditie: de beoordeling van Christus, aan wie iedereen rekenschap zal moeten afleggen!
Intussen zijn er menigten die nimmer gehoord hebben van de rijkdom der genade en het geheimenis. En het verdrietige hiervan is, dat velen toch ergens het gevoel hebben, dat zij iets missen…
Minderheid
Een groot aantal volgelingen is beslist geen bewijs van Gods zegen. Dat blijkt ook in Gods Woord. Toen Noach en zijn familie uit de ark gingen, droegen slechts acht zielen de waarheid de nieuwe wereld binnen. Verder in de tijd in de dagen van Gideon, koos God uit een leger in Israël van 32.000 slechts 300 mannen om de Midianieten te overwinnen. Er waren slechts 120 mensen bijeen in Jeruzalem om de komst van de Heilige Geest af te wachten. Het gaat altijd om een gelovig overblijfsel. Zij die de waarheid kennen er voor uitkomen zijn in elke generatie altijd in de minderheid geweest, en ook voor vandaag is dit geen uitzondering.
Toch is en blijft het een uitdaging om deze Paulinische boodschap te blijven verkondigen, al zijn we niet met velen. Aan het einde van zijn leven zei de apostel: “Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie, overeenkomstig de kracht van God” (2 Tim. 1:8).
Uit het voorwoord van ´The Unsearchable Riches of Christ´ van Paul M. Sadler – Uitg. Berean Bible Society.