Om je als kind van God dienstbaar te kunnen opstellen is het nodig in de goede gezindheid te wandelen in de liefde. Dat is bijvoorbeeld ootmoedig letten op het belang van anderen. Het is de gezindheid van Christus, waarop de apostel wijst. Een gezindheid van overgave en vernedering. Hij was in de gestalte Gods, maar wilde dat niet alleen als een roof voor zichzelf bezitten. Hij heeft de Goddelijke opdracht aanvaard en al die heerlijkheid afgelegd om het werk der verlossing op aarde te volbrengen. Zelfs in Zijn hoedanigheid als mens van vlees en bloed heeft Hij zich vernederd en in volstrekte gehoorzaamheid aan de hemelse Vader is Hij Zijn weg gegaan. Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen wat dit voor Hem betekende. De Zoon van God als mens op aarde, de ware Dienstknecht. Dit was een weg van gebed en smeking, van tranen en angst, een lijdensweg. En… een vruchtbare weg! In vers 9 zegt Paulus: “Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd…” Natuurlijk zullen wij ten opzichte van deze volmaakte gezindheid altijd te kort schieten. De overgave van Christus is echter een voorbeeld, waar Paulus zelf ook aandacht aan schonk: “Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.” (1 Kor. 11:1)
Bovendien heeft die gezindheid grote gevolgen, ook voor later! Na de vernedering volgt immers verhoging. Na de strijd volgt de overwinning. Na het lijden volgt de heerlijkheid. Christus heeft Zich het diepst vernederd. Hij heeft dan ook de hoogste plaats ontvangen. De Naam boven alle naam. Hij is na Zijn volbrachte werk en Zijn opstanding uit de dood in Zijn heerlijkheid ingegaan (vgl. Joh. 17:5). Nu is dat nog allemaal verborgen, maar er komt een dag, dat Hij Zichzelf zal openbaren. En dan zal elke knie zich buigen en alle tong belijden, dat Jezus Christus is Here, tot eer van God de Vader!
“Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.” (Rom. 8:18)