De zegenbede
Men vroeg aan rabbi Sjlomo van Radomsk: "Waarom is er geen zegenbede voor weldadigheid? Dat is toch ook een gebod van de Thora?"
"Omdat je een zegenbede met vreugde behoort uit te spreken", antwoordde de rabbi, "en rijke mensen voelen geen blijdschap bij het geven..."
De wil van de Eeuwige
Rabbi Naftali van Ropczyce vroeg aan een rijke, maar zeer gierige man: "Waarom geef je niets aan de armen?"
"Ik wil niets tegen Gods wil doen: de Eeuwige heeft hen armoede gegeven, hoe zal ik tegen zijn Wil durven handelen?"
"Als het zo in elkaar steekt", zei rabbi Naftali, "dan zou je beter je hele vermogen kunnen verliezen en arm zijn. Je bent tenslotte maar een mens. Je zou bij vergissing een arme iets kunnen schenken en daarmee zondigen tegen Gods wil. Als je zelf arm bent, zul je dit risico niet lopen!"
Incognito
Een rijke en gierige man werd door rabbi Sjmelke van Nikolsburg verzocht om een gift voor noodlijdende mensen.
Hij weigerde en zei: "Ik geef incognito."
"Merkwaardig!" zei rabbi Sjmelke, "de zonden die u diep in het verborgen doet worden algemeen bekend en gaan bij iedereen over de tong, terwijl niemand iets merkt van de giften die u in het verborgene zegt te geven."
Waarom doen mensen aan liefdadigheid?
Een rijke man vroeg aan rabbi Dov Ber van Radosjitz: "Ik geef veel geld uit aan liefdadigheid. Word ik daarvoor beloond met het paradijs?"
"Zeg eens eerlijk: waarom geef je geld aan de armen?" vroeg de rabbi. "Omdat je een slecht geweten hebt als je een arm mens ziet en met je milde gave je geweten sust. Zodoende geniet je zelf nog meer van je gave dan de arme. Waarom moet men je daar dan ook nog het paradijs voor geven?"
Goede daden belonen?
Rabbi Israël Peres, de schoonvader van de beroemde rabbi Levi Jitschak van Berditsjev, was erg gastvrij en zorgde dat iedere gast kost en inwoning kreeg. Zijn schoonzoon nam de taak op zich de bedden te verschonen. Toen zijn schoonvader aan hem vroeg waarom hij dit werk niet aan zijn bediende overliet zei rabbi Levi Jitschak: "Moet ik een goede daad dan aan mijn bediende overlaten en hem daarvoor ook nog betalen?"
Een grote weldoener
"De vader van de Baal Shem Tov, de grondlegger van het chassidisme, was een grote weldoener", zei rabbi Jehoshua van Ostrovo. "Waaruit bestond zijn grootheid?" vroeg een van zijn aanhangers.
"Hij ontving veel armen in zijn woning en gaf hen geld voordat hij hen voedsel gaf, zodat ze in een goed humeur zouden kunnen eten."
Het nieuwtje
"Is er nog nieuws op het gebied van de weldadigheid?" vroeg rabbi Simcha Boenam van Pzysha aan zijn leerlingen.
"Je zou aan de arme gast zijn slaapplaats moeten laten zien voordat je hem te eten geeft, zodat hij in alle rust de maaltijd kan gebruiken", antwoordde rabbi Mendel van Kotzk.
Gele munten
Een aanhanger van rabbi Jakob van Radzymin wist dat zijn rabbi zo ver van de alledaagse dingen af stond dat hij niet eens onderscheid kon maken tussen de verschillende muntstukken. Toen besloot hij de rabbi geen gouden maar koperen munten als gift te geven.
"Ik zie hier geen gele munten meer", zei de rabbi, "geef mij alsjeblieft weer de gele!" "Denk er toch aan beste rabbi", zei de chassied, "dat de gele munten van goud zijn en duur. Waarom heeft u gele munten nodig?"
"Ikzelf heb ze niet nodig", antwoordde de rabbi, "maar alles wat ik van mijn chassidim krijg verdeel ik onder de armen en die zijn bijzonder blij als ze die gele munten krijgen!"
De ring
Een bedelaar kwam in het huis van rabbi Sjmelke van Nikolsburg en vroeg om een aalmoes. De rabbi had geen geld op zak, zocht in de woning en vond een mooie ring die hij de bedelaar gaf.
Toen zijn vrouw thuiskwam en de ring miste, vroeg ze: "Waar is mijn ring? Het is zo'n kostbare!" De rabbi hoorde dat en stuurde zo vlug mogelijk zijn dienaar eropuit om de bedelaar te zoeken. Toen de dienaar terugkwam snelde de vrouw hem tegemoet en vroeg: "Waar is mijn ring?" "Bij de bedelaar!" "Hoezo? Heeft mijn man jou dan niet bevolen de ring terug te brengen?" "Nee, hij vroeg me de bedelaar mee te delen dat de ring erg kostbaar is en dat hij hem niet voor weinig geld moet verkopen!"
Bron: www.openbijbel.nl