Zacharia - Deel 9: Heilsbeloften 1

Zacharia

Deel 9: Heilsbeloften 1

Na de oordeelsprofetie uit het vorige hoofdstuk is er gelukkig ook nog een blijde tijding. De HERE zal niet toornig blijven op Zijn volk, maar wonderlijk met hen handelen. Dat bestaat niet alleen uit oordeel, maar ook uit het schenken van genade en vrede. De overgang van het ene naar het andere zal voor Israël onnavolgbaar en overweldigend zijn. Waar eerst alles zwart is van doodsheid, haat, oorlog en bloedvergieten, daar zal met de komst van de Messias een licht van leven, liefde, vrede en genezing opgaan dat de wereld tot jaloersheid zal verwekken. Een gouden eeuw breekt aan!

Zo zegt de HERE der heerscharen

In dit artikel behandelen wij het eerste gedeelte van de profetie uit Zacharia 8. Voor hier inhoudelijk op in te gaan, is het van belang om naar de opbouw van dit gedeelte te kijken. Inzicht hierin maakt het makkelijker om een goed beeld van de boodschap te krijgen.
De opmerkzame lezer zal het niet ontgaan dat in het hoofdstuk veelvuldig de zinsnede: "Zo zegt de HERE der heerscharen" voorkomt. In totaal is dit tien keer, wat ons bepaalt bij volkomenheid in algemene zin. Het getal tien komt ook in het laatste vers van het hoofdstuk voor, waar gesproken wordt over tien mannen uit verschillende volken die met een Judeese man op willen gaan. Hieruit zouden wij kunnen concluderen dat de profetie pas werkelijk vervuld en volkomen is als ook de heidenen tot geloof gekomen zijn. Ten aanzien van het getal tien valt ook nog iets anders op te merken. Om namelijk een samenkomst in de synagoge doorgang te kunnen laten hebben, moeten er minimaal tien mensen aanwezig zijn. De HERE wacht op de Zijnen, op Zijn volk, voordat Hij doorgaat met Zijn plan en dit volvoert.
Nu, de frase "Zo zegt de HERE der heerscharen" komt dus tien keer voor in hoofdstuk 8. De passages waar zij in voorkomen, vertellen ieder voor zich weer een ander element van deze machtige profetie:

Zo zegt de HERE der heerscharen…

  1. Ik ben voor Sion in grote ijver ontbrand;
  2. Ik keer weder tot Sion en Ik woon binnen Jeruzalem;
  3. Er zullen weer oude mannen en vrouwen op de pleinen van Jeruzalem zitten;
  4. Al zal dit in de ogen van het overblijfsel van dit volk in die dagen te wonderlijk zijn;
  5. Zie ik verlos Mijn volk uit het land van de opgang en uit dat van de ondergang der zon;
  6. Laten uw handen sterk zijn;
  7. (…) Zo heb Ik in deze dagen Mij weer voorgenomen Jeruzalem en het huis van Juda wel te doen;
  8. Het vasten (…) zal voor het huis van Juda worden tot vrolijkheid en vreugde;
  9. Wederom zullen er volken komen en inwoners van vele steden;
  10. In die dagen zullen tien mannen uit volken van allerlei taal vastgrijpen (…) de slip van een Judeese man.

Al deze passages bij elkaar vertellen ons het machtige verhaal van Gods handelen met Zijn volk in de toekomst. Daarbij tonen de eerste vijf passages voornamelijk aan wat er op nationaal en maatschappelijk gebied zal gebeuren, terwijl de laatste vijf bepalen bij veranderingen op geestelijk vlak. In dit artikel behandelen wij de eerste vijf passages, in het volgende artikel de laatste vijf.

1. Voor Sion in ijver ontbrand (v. 2)

In vers 2 zijn de volgende woorden te lezen die de HERE ten aanzien van Zijn volk uitspreekt: "Ik ben voor Sion in grote ijver ontbrand; in gloeiende ijver ben Ik ervoor ontbrand." Wie deze woorden zo leest, kan zich afvragen waar deze nu precies betrekking op hebben. Slaan ze op wat in hoofdstuk 7 staat over Gods toorn en moet Zijn ijver gezien worden als loutering door oordeel heen voor Israël? Of heeft het betrekking op Gods beschermende hand voor Israël waarmee Hij hun vijanden in gramschap slaat? Of is het Gods genadevol hand waarmee Hij Zijn volk in liefde naar het beloofde land toe leidt? Een antwoord op deze vraag is in hoofdstuk 1 te vinden waar in vers 14 dezelfde woorden voorkomen als in hoofdstuk 8: "Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand…" Na deze woorden uit de HERE Zijn toorn ten opzichte van de omliggende volken: "En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd tegen die geruste heidenen." (Zach. 1:15, SV) Vervolgens lezen wij in het vers erna: "Daarom zegt de HEERE alzo: Ik ben tot Jeruzalem wedergekeerd met ontfermingen; Mijn huis zal daarin gebouwd worden…" Van hieruit kan geconcludeerd worden dat Gods ijver voor Israël zowel bestaat uit toorn voor de omliggende volken als uit liefdevolle ontferming voor Zijn volk.

2. De HERE keert weder tot Sion (v. 3)

In deze passage is de uitwerking te zien van Gods ijver voor Jeruzalem. Hij keert terug tot Sion en zal binnen Jeruzalem wonen. Deze bemoedigende boodschap wordt weergegeven in een mooie stijlfiguur:

a) Ik keer weder tot Sion


b) en Ik woon binnen Jeruzalem


b) Jeruzalem zal de stad der trouw
a) en de berg van de HERE der heerscharen zal de berg de heiligheid genoemd worden

De stad die eens het geestelijke Sodom en Egypte genoemd werd en waar de Here Jezus gekruisigd werd, zal nu dezelfde Heer als Koning ontvangen en heilig worden voor Gods aangezicht. Jeruzalem, voorheen ontrouw door afgoderij en met zonde bezoedeld, zal dan trouw en gerechtigheid als kenmerk dragen. Dit geldt overigens niet alleen voor de stad, maar ook voor haar inwoners: "Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en gerechtigheid." (vers 5)

3. Oude mensen en jonge kinderen op de pleinen (v. 4-5)

Wat de komst van de HERE voor Jeruzalem voor gevolgen zal hebben, wordt op een warme en aantrekkelijke manier in vers 4 en 5 beschreven. Oude mannen en vrouwen op hoge leeftijd zullen weer op de pleinen van Jeruzalem zitten en ook zal het er vol zijn van jongens en meisjes. Ook in deze tijd zijn er oude mensen en jonge kinderen in Jeruzalem te vinden. Maar werkelijke rust en spelvreugde is er niet temidden van de gewapende militairen en detectiepoortjes vanwege omringende vijanden. Wie met enige secuurheid de tekst van hoofdstuk 8 leest, zal begrijpen dat dit is vanwege het feit dat de HERE nog niet aanwezig is in de stad. Pas wanneer de HERE Zelf ingrijpt zal de stad een verblijfplaats van de vrede worden en zo haar naam daadwerkelijk eer aan doen.
Deze belofte krijgt extra betekenis wanneer gekeken wordt naar de omstandigheden van het moment van schrijven. De groep van teruggekeerde ballingen die Jeruzalem weer ging opbouwen, bestond voornamelijk uit volwassen mensen in de kracht van hun leven. Oude mensen en kinderen waren er niet bij vanwege de zware omstandigheden. Het feit dat deze er eens wel weer zouden zijn, gaf aan dat er hoop en toekomst voor de stad en het volk was. De zware tijden zouden overgaan in tijden van vrede en rust.
De aanwezigheid van oude mensen en veel jonge kinderen op de pleinen van Jeruzalem bepaalt ons niet alleen bij een toestand van vrede, maar ook bij een tweetal zegeningen die behoren bij het toekomstige zichtbare koninkrijk van de HERE hier op aarde. Zo lezen wij in Jesaja 65:20 dat er in die tijd geen zuigeling slechts kort leeft en dat er geen grijsaard zijn dagen niet voleindigt. Wie als honderdjarige sterft, zal jongeling genoemd worden. De mensen worden dus zeer oud, waarschijnlijk net als in de tijd vóór de zondvloed. Wellicht is het hen zelfs vergund om (de eeuw uit) te leven tot aan de openbaring van het hemels Jeruzalem op aarde. Wat betreft de aanwezigheid van een groot aantal jongens en meisjes op de pleinen, dit bepaalt ons bij de zegening waarover in Deuteronomium 7:13-14 geschreven is: "Hij zal u liefhebben, zegenen en talrijk maken; Hij zal zegenen de vrucht van uw schoot (…) Gezegend zult gij zijn boven alle volken; er zal geen onvruchtbare zijn onder uw mannen of vrouwen, noch onder uw vee."
Het is veelzeggend te zien dat juist de ouderen en de kinderen hier als eerste genoemd worden in verband met het herstel van Israël en Jeruzalem. Zij behoren tot de zwakkeren en moeten het daarom meestal in moeilijke tijden als eersten ontgelden. Nu worden juist zij genoemd in verband met de vrede en rust die over Jeruzalem zal komen. Hieruit blijkt dat de HERE oog heeft voor de zwakkeren en minderen en een plaats voor hen heeft bereid in Zijn plan, zoals ook uit Joël 2 blijkt: "Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien."
De ouderen en jongelingen zullen niet alleen met voorrang van de komst van de HERE genieten, maar zij zullen deze ook aankondigen door profetie, dromen en gezichten.

Heilsbeloften (vervolg)

4. Wonderlijk handelen van de HERE (v. 6)

Vanuit Israëls positie in die dagen moet de door Zacharia verkondigde profetie ongeloofwaardig in de oren hebben geklonken. Het volk was temidden van vele vijanden bezig met de herbouw van stad en tempel. Het idee alleen al van vreedzaam wonen in een herbouwd Jeruzalem leek een illusie te zijn. Deze gedachte is in de loop der eeuwen slechts bevestigd. De stad en haar inwoners hebben vele zware tijden gekend en ook nu is er nog geen vrede te vinden. Jeruzalem is nog steeds een niet te doven brandhaard van conflicten, die alleen nog maar meer zal oplaaien tot aan de apotheose rond de wederkomst van Christus. De woorden uit vers 6 zijn daarom begrijpelijk en op zijn plaats. Het moet voor het gelovig overblijfsel dat door de dag de HEREN gaat gewoonweg te wonderlijk zijn dat de weg van lijden, ellende en pijn uiteindelijk leidt tot vrede. Wie de inhoud van het boek Openbaring kent, kan zich hier iets bij indenken. Maar ook de woorden uit Zacharia 13:8-9a spreken duidelijke taal: "In het gehele land, luidt het woord des HEREN, zullen twee derden uitgeroeid worden en de geest geven, maar een derde zal daarin overblijven. Dat derde deel zal Ik in het vuur brengen, en Ik zal hen smelten, zoals men zilver smelt, ja hen louteren, zoals men goud loutert." Maar daarna volgt dan het wonderlijke: "Zij zullen Mijn naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is Mijn volk; en zij zullen zeggen: De HERE is mijn God." (Zach. 13:9b)
Wat hier voor ons mensen onbegrijpelijk en onnavolgbaar, dus wonderlijk is, blijkt bij de HERE anders te liggen, zo leert vers 6: "…zou het dan ook in Mijn ogen te wonderlijk zijn?" Voor de HERE der heerscharen liggen de zaken anders. Hij weet waar Hij mee bezig is en heeft er een duidelijk doel mee voor ogen, ook al kunnen wij mensen dit niet altijd zien en verstaan. Zijn wegen en gedachten zijn hoger dan de onze. Wanneer wij dan zo onze vragen en twijfels hebben over Gods handelen in verleden, heden en toekomst, laten wij dan beseffen dat wij als nietige mensen nooit het werk van onze Maker kunnen doorgronden. Zeker in deze huidige tijd willen wij mensen alles kunnen verklaren en beheersen. Echter, niet alleen de praktijk van het dagelijks leven leert ons dat dit onmogelijk is, maar ook Gods Woord. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van de onvruchtbare Sara, die van de HERE te horen krijgt dat zij op hoge leeftijd een zoon mag verwachten. Zij en Abraham hadden naar menselijk kunnen alles al geprobeerd om hun kinderwens te vervullen. Helaas tevergeefs. Maar dan, op het moment dat het naar menselijke maatstaf niet meer mogelijk is en zelfs ongeloofwaardig, toont de HERE dat Hij God is: "Zou voor de HERE iets te wonderlijk zijn? Te bestemder tijd, over een jaar, zal Ik tot u wederkeren, en Sara zal een zoon hebben."
Het mooie is dat vele eeuwen later de apostel Paulus in de Galatenbrief het handelen van de HERE met de onvruchtbare Sara gebruikt als beeld om het verschil tussen vlees en belofte aan te geven. Het vlees staat op één lijn met de wet en het huidige Jeruzalem. De belofte staat op één lijn met de geest en het toekomstige, hemelse Jeruzalem. Wie in Israël vanuit de belofte leeft, mag weten dat hij in de toekomende eeuw in zelfs nog meer mag delen dan het aardse Jeruzalem. Hij mag ingaan in de gouden stad met paar’len poorten die zich uitstrekt verder dan het menselijk oog reikt. Onvoorstelbaar en naar menselijke begrippen te wonderlijk, maar toch waar!

5. Verlost uit alle landen (v. 7-8)

Het wonderlijke handelen van de HERE beperkt zich niet alleen tot het brengen van vrede in en het bewoonbaar maken van Jeruzalem. Hij zal met eigen hand de verstrooide Israëlieten terugbrengen naar het land dat Hij eertijds aan hun voorvaderen Abraham, Isaäk en Jakob gegeven had. De in vers 7 beschreven terugkeer gaat verder dan die ten tijde van Zacharia uit Babel. Toen kwam het volk enkel vanuit het land van de opgang der zon terug. Rond de dag des HEREN zal de HERE Zijn volk vanuit alle gedeelten van de wereld verzamelen en hen naar het hun toegezegde erfdeel terugbrengen om daar in vrede te wonen. Kenmerkend aan deze terugkeer is dat deze in geloof zal plaatsvinden, zoals in vers 8 is te lezen: "Zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn, in trouw en in gerechtigheid." Dit gebeuren moet uiteraard los gezien worden van de terugkeer van Joden naar het beloofde land zoals dat heden ten dage plaatsvindt. Hier is geen sprake van Goddelijk ingrijpen en geloof, maar slechts van menselijk handelen en vleselijk denken. Het is goed om nog even stil te staan bij het gegeven dat Israël in trouw en gerechtigheid Gods volk zal zijn. Dit is niet iets wat zomaar gebeurt en wat te danken zal zijn aan eigen inzet. Na door de hele geschiedenis heen ongehoorzaam te zijn geweest is het onwaarschijnlijk dat het volk ineens vanuit eigen denken en hart de HERE geheel en al zal dienen. Dit kunnen zij niet vanuit eigen kracht. Daarom komt de HERE met een nieuwe instelling. De oude instelling die werd gekenmerkt door vlees en wet en behoort tot het 'oude' Jeruzalem, zal vervangen worden door een nieuw verbond dat gekenmerkt zal worden door belofte en geest, en heenwijst naar het nog komende Jeruzalem uit de hemel. De uitwerking van dit verbond wordt in Jeremia 31:33 en 34 als volgt beschreven:

"Maar dit is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des HEREN: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer een ieder zijn naaste en een ieder zijn broeder leren: Kent de HERE: want zij allen zullen Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen, luidt het woord des HEREN, want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonde niet meer gedenken."

Het zal niet meer nodig zijn dat Israël door oordeel heen moet leren om zich afhankelijk van de HERE op te stellen. Zijn wil zal in hun harten gegraveerd zijn en hun wil zal gericht zijn op Zijn hart. Jong en oud zal Hem kennen en onder Zijn behoedende vleugels veilig in Jeruzalem wonen. Oude mannen en vrouwen zullen weer op de pleinen zitten en omringd worden door talloze spelende jongens en meisjes. Een heerlijke toekomst vol genade en vrede zal aanbreken waarin de HERE wonderlijk handelt met Zijn volk.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'