De gezindheid van Christus wordt als voorbeeld gesteld voor gelovigen. Eén van de belangrijkste elementen van die gezindheid is gehoorzaamheid. Overgave en toewijding aan de Here zijn de voorwaarden voor een vruchtbaar leven.
Paulus roept de gelovigen op hun behoudenis te bewerken met vreze en beven. Deze woorden kunnen gemakkelijk verkeerd begrepen worden. Het woord ‘bewerken’ betekent hier uitwerken. Het is niet mogelijk voor een mens om door (goede) werken de behoudenis (zaligheid) te verdienen. De zaligheid kan je alleen maar gegeven worden. In Efeze 2 staat tot tweemaal toe geschreven: “door genade zijt gij behouden.” Op de vraag: “Heren, wat moet ik doen om behouden te worden”, antwoorden Paulus en Silas: “Stel uw vertrouwen op de Here Jezus…” (Hand. 16:31)
De behoudenis ontvang je dus op grond van geloof. En als je door het geloof in de Here Jezus een kind van God geworden bent, mag je je behoudenis uitwerken. Zoals een boer zijn akker bewerkt om er vrucht van te hebben, zo mogen wij de akker van onze behoudenis bewerken, zodat er vrucht uit voortkomt. Dat kan alleen maar in afhankelijkheid van de Here. Daarom heet het: “met vreze en beven.” Dat wijst niet op een soort schrikbewind van de Allerhoogste waarvoor de gelovigen dagelijks moeten sidderen. De uitdrukking geeft slechts afhankelijkheid aan, overgave, toewijding. Je laten beheersen door de vraag: ‘Here, wat wilt Gij dat ik doen zal?’
In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld, dat je alles doet zonder morren of bedenkingen. Doen wat je hand vindt om te doen. Zo zal je leven vruchtbaar zijn voor God en zul je schijnen als een lichtende ster in deze, geestelijk gezien, donkere wereld.
Tenslotte voegt Paulus er nog aan toe: “…het Woord des levens vasthoudende.” Een toegewijd kind van God leeft dagelijks bij een geopende Bijbel!
“Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” (Ps. 119:105)