Wycliffe Bijbelvertalers
De site van Wycliffe Nederland staat boordevol actuele informatie. Er zijn veel gegevens te vinden over uitzending, vacatures en vele andere aspecten die verbonden zijn aan het vertaalwerk en de organisatie. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden jezelf te testen op geschiktheid voor vertaalwerk en is er veel informatie over verwante opleidingen en organisaties. De site navigeert prettig en het grote aanbod aan gerelateerde sites maakt het bezoeken van wycliffe.nl zeker de moeite waard.
“Er is nog werk genoeg”, vertelt Visscher. “Een paar jaar geleden is ‘Visie 2025’ ontstaan.” Met dit plan wil Wycliffe, samen met partnerorganisaties, het wereldwijde Bijbelvertaalwerk versnellen. Het is de bedoeling dat in 2025 in alle taalgroepen die nog een Bijbel nodig hebben wordt gewerkt. Als men nagaat dat meer dan 3000 talen een eigen vertaling nodig hebben, is dit een ambitieus plan. “De nadruk bij het vertaalwerk moet dan ook liggen op het trainen van nationale mensen die het vertaalwerk dan zelf kunnen uitvoeren. Daarbij moet nauw worden samengewerkt met de nationale Bijbelgenootschappen en andere organisaties die het werk kunnen bevorderen.”
Roots
De geschiedenis van het bijbelvertaalwerk gaat ver terug: al voor de geboorte van Christus werd het Hebreeuwse Oude Testament vertaald in het Grieks (de Septuaginta) en later volgden ook het Latijn, Syrisch, Koptisch en Gotisch. In de 14e eeuw was het John Wycliffe die zich realiseerde hoe belangrijk een goede vertaling was voor de opbouw van de kerken van het volk. Een vertaling die ook begrijpelijk was voor de gewone man. Ondanks felle tegenstand – het Latijn nam in de Middeleeuwse kerk een dominante positie in – vertaalde hij voor het eerst de Bijbel in het Engels.
In 1970 werd de Stichting Wycliffe Bijbelvertalers opgericht, vernoemd naar deze pionier.
Wycliffe & SIL
Het initiatief tot de oprichting van Wycliffe werd genomen door het SIL - een wereldwijde taalwerkorganisatie die zich bezighoudt met taalkundig onderzoek, vertaalwerk, antropologisch onderzoek en alfabetiseringswerk. Ook leidt het SIL nieuwe medewerkers op tot capabele vertalers en alfabetiseringswerkers. Wycliffe is opgericht om zorg te dragen voor de werving en begeleiding van deze mensen, maar ook voor het onderhouden van relaties met de kerken in de ‘thuislanden’ en de financiën. Als zusterorganisatie van het SIL heeft Wycliffe dus vooral een dienstverlenende en ondersteunde functie.
“Twee gescheiden organisaties die verschillen in functie en activiteiten, maar zich nauw verbonden voelen in dezelfde visie”, aldus Visscher.
Gods Woord is belangrijk genoeg om permanent voor een volk beschikbaar te zijn
Visie
“Gods Woord is belangrijk genoeg om permanent voor een volk beschikbaar te zijn in een taal die begrepen wordt, en meestal is dat de moedertaal.
Bijbelvertaalwerk schept de mogelijkheid dat oude geschriften levend gaan worden in de moedertaal van de lezer. Die moedertaal is van onschatbaar belang: daarin ligt als het ware de ziel van een volk, daarin wordt een oude boodschap verrassend actueel, daarin wordt een mens ten diepste aangesproken”, zegt Visscher.
“Vanuit deze visie trekken mensen naar verre en afgelegen gebieden, leren ze moeilijke en onbekende talen en zoeken ze naar woorden en uitdrukkingen om het Woord verstaanbaar te maken: niet in de vorm van een geëxporteerd westers christendom, maar als een kracht tot behoud, die van binnenuit hervormt en herschept, gevoed door de Schriften.”
- Er zijn 6139 miljoen mensen op de hele wereld.
- Er zijn 380 miljoen mensen zonder Bijbel in hun eigen taal.
- Er zijn 6809 talen die in de hele wereld worden gesproken.
- Er zijn zo’n 1500 talen waarin gewerkt wordt aan de bijbelvertaling.
- Er zijn circa 3000 talen waarvoor een bijbelvertaling nodig is.
- Er zijn 300 talen waarvoor waarschijnlijk geen vertaling nodig is.
- Er zijn minstens 1600 talen waarvoor nog onderzocht moet worden of bijbelvertaling nodig is.
- Er zijn 1100 talen waarin momenteel gewerkt wordt door Wycliffe medewerkers.
- Er zijn ongeveer 400 talen waarin gewerkt wordt door andere bijbelvertaalorganisaties dan Wycliffe.
- Er zijn 15 nationale bijbelvertaalorganisaties waar Wycliffe-medewerkers mee samenwerken.
- Er zijn 383 talen waarin een goede vertaling van de Bijbel beschikbaar is.
- Er zijn 987 talen waarin een goede vertaling van het Nieuwe Testament beschikbaar is.
- Er zijn 891 talen waarin enkele vertaalde bijbelgedeelten beschikbaar zijn.
- Er zijn bij elkaar 2261 talen waarin tenminste een deel van de Bijbel vertaals is.
VERrijkende taal
Wat doe je als je een grote liefde hebt voor de theologie en je een roeping voelt om de zending in te gaan? Voor Johan en Janny Lotterman was het al snel duidelijk: zij vertrokken met hun gezin naar Papoea Nieuw-Guinea om daar voor Wycliffe Bijbelvertalers aan de slag te gaan.
Papoea Nieuw-Guinea heeft ons veranderd!
Papoea Nieuw-Guinea. Een ander land met een andere cultuur en taal, geografisch verdeeld over afgelegen gebieden, arm en onderontwikkeld, aan de rand van het wereldgebeuren. Zijn ze te min? Te onbeduidend? Nee, niet voor christenen, die hun Meester willen volgen, en met Hem kiezen voor het geringe en het zwakke. En bovendien: wie eenmaal de moeite genomen heeft een andere taal en cultuur te leren kennen – hoe vreemd ook – zal er zelf alleen maar rijker van worden. Dàt hebben Johan en Janny Lotterman ervaren.
Rode draad
“We waren beiden al vanaf onze kinderjaren bezig met zending! We zien het dan ook niet als een plotselinge roeping, maar meer als een rode draad waardoor we er in onze levens naar toe groeiden. Uiteindelijk hadden we beiden maar één verlangen: God dienen op die plaats, waar Hij ons hebben wil”, vertelt Janny. “We zochten naar mogelijkheden om ons in te kunnen zetten. Gezien onze interesses en bekwaamheden vielen er veel zendingsgenootschappen af, we wilden ons vak combineren met de zending. Na een weekend in Driebergen, waar we werden geconfronteerd met de nood van duizenden taalgroepen zonder eigen bijbelvertaling, wisten we het zeker: dit is de richting waarin God ons hebben wilde."
Voorbereidingen
Johan koos voor een doctoraal Algemene Taalwetenschappen en Culturele Antropologie. Samen met Janny, die actief was als leidster bezigheidstherapie, volgden zij in 1978 en 1982 cursussen ‘beschrijvende taalkunde’ aan het Zomerinstituut voor Taalwetenschap in Engeland. Johan: “Daarna volgden we een zendingscursus aan het All Nations Christian College in Engeland. Gedurende die periode solliciteerden we bij Wycliffe Bijbelvertalers en na een uitgebreide screening werden we in september 1982 werden als leden in opleiding geaccepteerd.
Papoea Nieuw-Guinea
In augustus 1984 was het dan uiteindelijk zover: Johan en Janny Lotterman vertrokken met hun dochters naar het land van de Tanggu’s nabij Ukarumpa, in de hooglanden van Papoea Nieuw-Guinea. “Het aanpassen in de omgeving viel ons mee”, zouden Johan en Janny later zeggen. Dit was vooral te danken aan voldoende voorbereiding en goede begeleiding vanuit de organisatie. “Aan de andere kant moesten we wel wennen aan de mentaliteit van de inwoners: je kon geen afspraken maken. De mensen gaan er heel anders met hun tijd om en zijn erg gemakzuchtig. Op een gegeven moment krijg je door dat je ze enthousiast moet maken zodat ze meer moeite gaan doen.” Johan hield zich bezig met taalonderzoek en het begeleiden en opleiden van mensen om zèlf taalonderzoek te kunnen doen. Later werd hij actief als consulent algemene taalwetenschappen. Janny hield zich bezig met lees- en schrijfonderwijs en probeerde ook hierin een zelfregulerend systeem op te zetten. Johan en Janny: “Je moet voor dit werk overtuigt zijn van je roeping en geloof en een sociale en flexibele instelling hebben, al is dat laatste vaak moeilijk te combineren met het nauwkeurige en precieze vertaalwerk.” In juli 1997 keerde het gezin Lotterman terug naar Nederland.
Cultuurschok
Niet bij aankomst in Papoea Nieuw-Guinea, maar juist bij terugkomst in Nederland beleefde het gezin een cultuurschok: “Dertien jaar Papoea Nieuw-Guinea heeft ons veranderd, echte Nederlanders worden we niet meer. De weelde en drukte, alleen al in het verkeer, overweldigde ons. Maar ook de omgang met bezit was confronterend: wat zitten wij in Nederland vast aan alles, terwijl de mensen in Papoea Nieuw-Guinea bijna niets bezitten. Zij leven meer in afhankelijkheid en vertrouwen op de Heere dan wij in Nederland doen. We zien in ons leven dat God een plan met mensen heeft. Niet onze wil, maar Zijn wil geschiede, al denken wij er zo vaak anders over."
Nederlanders kunnen veel van de Tanggu’s in Papoea Nieuw-Guinea leren
Geloof, niet de vorm
Eén van de grootste confrontaties waren de kerkelijke grenzen die in Nederland bestaan. “In Papoea Nieuw-Guinea kerkten we met gereformeerden, katholieken, baptisten, anglicanen en nog vele andere kerkgenootschappen in één kerk. Prachtige diensten waren dat, we vulden elkaar geweldig aan! Het gaat niet om de vorm, maar om het geloof. Traditie, verstarring en dogmatisme lijken het in Nederland te winnen van een leven in de Heere. Is dit Gods kerk?”
Johan en Janny vinden dat Nederlanders veel van de Tanggu’s in Papoea Nieuw-Guinea kunnen leren: “We missen de geestelijke ruimte die daar was. Er moet minder in structuren gedacht worden. Laten we elkaar meer accepteren en ruimer denken. We geven elkaar weinig ruimte en duwen elkaar vaak in een rolpatroon, alsof wij elkaars maker zijn. Maar God is de Maker. De enorme verscheidenheid aan menselijke culturen weerspiegelt toch ook Gods eigen veelkleurigheid, en juist in die bonte veelzijdigheid moet het Evangelie doordringen. Laten we Hem navolgen en zijn Woord verkondigen.”