Zien is geloven?
In Prediker 3 schrijft Salomo ook het één en ander over de tijd en vooral de tijdstippen waarop iets gebeuren moet. In vers 1 zegt hij: "Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd..." en in vers 17: "...er is voor elke zaak en voor elk werk een bestemde tijd." Natuurlijk staan deze woorden in een bepaalde context, maar ze hebben ook een algemene betekenis. We kunnen er gevoeglijk van uitgaan dat God in Zijn plan voor alles wat Hij daarin doet een tijd, dan wel tijdstippen bepaald heeft.
Het is van tijd tot tijd wel eens goed om daar bij stil te staan, bijvoorbeeld zo aan het begin van een nieuw jaar. Maar zeker ook gezien allerlei zaken die zich in het 'christelijke wereldje' afspelen.
Zijn tekenen, wonderen en krachten kenmerkend voor de tijd waarin wij leven? (Of, zoals de titel luidt van een brochure die Jacob Klein Haneveld jaren geleden al schreef, 'Is lichamelijke genezing kenmerkend voor Gods werk in deze tijd?'). Ja, zegt de één, de genezingsgaven zijn juist voor vandaag! Nee, zegt de ander, want het past niet in het belijden van de kerk en in de algemeen aanvaarde christelijke leer.
Moeten wij op in deze tijd Joodse mensen terugbrengen naar Israël? Ja, zegt de één, want in Jesaja 43:6 staat bijvoorbeeld: "Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde ..." Nee, zegt de ander, want Israëls rol is uitgespeeld.
Zo is er een lange lijst met dit soort vragen. De antwoorden op de twee bovengenoemde vragen zijn uitersten, met daartussenin een scala aan meningen. Juist omdat bekende mensen in christelijk Nederland ook nog eens hun naam ter linker- of rechterzijde daaraan verbinden, ontstaat voor velen een verwarrende situatie. Die zegt dit en die zegt dat, soms zelfs theologisch onderbouwd.
Maar: waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? Moeten we bijvoorbeeld werkelijk geloof hechten aan iemand die - met droge ogen - van zichzelf beweert veertien maanden in de moederschoot te hebben vertoefd, alvorens geboren te worden? En nu we zien dat (een aantal) mensen genezen worden, moeten we nu echt geloven dat dit Gods werk is? En dat er nu Joodse mensen in Israël wonen, moeten wij maar aanemen dat dit onder Gods zegen gebeurt? Waar blijft de nuchterheid van het geloof? Moet het zien van allerlei zaken ons overhalen om iets te geloven?
Waar is God mee bezig in deze tijd?
Wat in dit alles veel belangrijker is, is de vraag, waar God mee bezig is in deze tijd. Let wel: alle dingen hebben hun tijd. We kunnen niet anders dan constateren dat er nog steeds geen sprake is van een situatie in Israël die vergelijkbaar is met de Handelingenperiode. De tijd waarin heilige Geest werd uitgestort op de mannen van Israël, die daarna begonnen te prediken terwijl God "getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de heilige Geest toe te delen naar Zijn wil." (Hebr. 2:4)
Als we dan toch iets willen 'zien', is het beter eerst eens te letten op dat wat je niet ziet.
Nog steeds leven we in de bedeling van het geheimenis en openbaart God Zijn genade aan alle mensen. Nog steeds leven we in een tijd, waarin er wat de heilspositie betreft slechts één volk is: het Lichaam van Christus (Tit. 2:11 e.v.). En gaat het om deze huidige periode dan waarschuwt Paulus Timoteüs: "Want er komt een tijd, dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren." (we hebben uit deze tekst de dingen die er niet staan weggelaten; vergelijk namelijk de N.B.G.-vertaling).
Natuurlijk is dit artikeltje geen afdoend antwoord op allerlei vragen die er leven. We gaan in de komende nummers van AMEN dan ook meer en uitgebreider aandacht aan dit soort zaken besteden, inclusief de bijbelse onderbouwing van één en ander.
Daarbij worden de antwoorden dikwijls voorafgegaan door de vraag: 'Hoe lezen wij de Bijbel?'
God is in deze tijd met geweldige dingen bezig! Hij wil mensen doen delen in een veel grotere genade dan wij ons ooit kunnen voorstellen en die al het aardse overstijgt. De vraag is: Willen we dat geloven? Ook hier geldt: "Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven." (Joh. 20:29)
Geloven is: vertrouwen op wat God zegt. Het is dus voor alles van belang om de Bijbel, Gods Woord, nauwgezet te lezen en bestuderen. Pas dan ontstaat er inzicht in waar het nou werkelijk om gaat. Psalm 119:130 zegt: "Het openen van Uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht." En dat is wat we nodig hebben: inzicht. Inzicht in de onzichtbare dingen, de dingen die we niet zien. Dat inzicht kan alleen God ons verschaffen en Hij doet dat door Zijn heilig Woord. Het motto voor toegewijde gelovigen is dan ook duidelijk en simpel: 'Lees je Bijbel bid elke dag, als je groeien wilt'!