Algemeen
Handelingen is een geschiedenisboek. Het is het tweede deel van de beschrijving van de periode die begint met de komst van de Here Jezus in deze wereld en eindigt met de gevangenschap van Paulus in Rome. Het eerste deel van deze beschrijving vinden we in het Lucas-evangelie (zie AMEN 51, blz. 39). Handelingen neemt een sleutelpositie in het Nieuwe Testament in. Wie dit boek goed leert begrijpen, krijgt daarmee zicht op bijzondere facetten van Gods Heilsplan.
Schrijver en ontstaan
Zowel het Lucas-evangelie als Handelingen is door Lucas geschreven; hoewel zijn naam in geen van deze boeken voorkomt. Beide boeken vormen één geheel. Sluit Lucas 24 af met de hemelvaart van de Here Jezus, Handelingen 1 begint daarmee. Lucas 24 en Handelingen 1 kunnen als het ware over elkaar gelegd worden, waarmee we één complete geschiedschrijving krijgen.
Met ingang van hoofdstuk 16:10 is Handelingen voornamelijk in de 'wij-vorm' geschreven, waaraan we zien dat Lucas vanaf dat moment voornamelijk met Paulus optrok. De beschrijving vanaf dat moment doet denken aan een reisverslag. Het boek werd zo rond het jaar 63/64 na Christus afgerond.
Doel en bestemming
Het doel van Handelingen is overduidelijk een verslag te geven van de historische gebeurtenissen na de hemelvaart van Christus. In de periode die dit boek beschrijft is een groot aantal van de Nieuwtestamentische brieven geschreven, die daardoor dus vooral begrepen (en uitgelegd!) moeten worden tegen de achtergrond van de geschiedenis in het boek Handelingen!
Daar komt bij dat voorzover we geschiedschrijving tegenkomen in de Bijbel, dit op de een of andere wijze altijd in verband staat met Israël! Dat geldt voor het Oude Testament, de Evangeliën, en ook voor Handelingen en zelfs voor het boek waarin geschiedenis beschreven wordt, die nog moet plaatsvinden: Openbaring.
Sommige uitleggers hebben zich erover verbaasd dat Handelingen zo 'abrupt' eindigt. Wel, dat komt omdat Israëls geschiedenis daar (voorlopig) ophoudt. Vanaf Handelingen 28 zijn er wat de heilspositie betreft alleen nog maar heidenen en is Israël (dat gedurende Handelingen hoofdzakelijk bestond uit de twee stammen Juda en Benjamin, het oude twee-stammenrijk) teruggezet in de volkerenrij, waar het vóór de verbondsluiting in Exodus 19 uit genomen was. Voor zover het profetische woord betrekking heeft op de toekomst, is dat niets anders dan geschiedschrijving van de toekomst. En aangezien geschiedschrijving altijd in relatie staat tot Israël, staat ook het profetische woord in relatie tot Israël; en gaat ook Openbaring dus voornamelijk over Israël!
Het profetische plan heeft betrekking op het zichtbare handelen van God met Israël en de heidenen (in die volgorde). Het verborgen plan heeft betrekking op het onzichtbare handelen van God met het Lichaam van Christus, dat genomen wordt uit de heidenen, ofwel: alle mensen.
Wie deze grondregels binnen Gods Woord vasthoudt, ontdekt onmiddellijk dat Handelingen niets zegt over het Lichaam van Christus, maar 'toewerkt' naar de nog toekomstige geschiedenis van het boek Openbaring. Zoals Handelingen aansluit op het Lucas-evangelie, zo sluit Openbaring aan op Handelingen.
Structuur
A. 1:1-3 Inleiding. B. 1:4-2:13 Jeruzalem. Zending door de Heilige Geest. Toerusting van de twaalven. C. 2:14-8:1a De bediening van Petrus (en anderen) tot het volk in Jeruzalem en het land Israël. D. 8:1b-11:30 De bediening van Petrus (en anderen) in het land Israël. E. 12:1-23 Jeruzalem. Petrus gevangengenomen. Verblijf in Ceasarea en afsluiting van zijn bediening. B. 12:24-13:3 Antiochië. Zending door de Heilige Geest. Toerusting van Paulus en Barnabas. C. 13:4-14:28 De bediening van Paulus (en anderen) tot het volk in de verstrooiing; los van de Jeruzalem en de twaalven. D. 15:1-19:20 De bediening van Paulus in verband met de twaalven. E. 19:21-28:29 Efeze en Jeruzalem. Paulus gevangengenomen. Verblijf in Rome en afsluiting van zijn bediening. A. 28:30, 31 Afsluiting.
Inhoud
De inhoud van Handelingen wordt samengevat in de profetische woorden van de Here Jezus in hoofdstuk 1:8. Hier spreekt hij in de toekomende (niet: gebiedende!) tijd: "... maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde." De Heiland antwoordt met deze woorden op de vraag of het Koninkrijk in die tijd opgericht zou worden (vs. 6). Inderdaad zien we dat het getuigenis in die drie fasen werd uitgedragen:
Jeruzalem hoofdstuk 1-7
Judea en Samaria hoofdstuk 8-12
uiterste der aarde hoofdstuk 13-28
Bovendien geeft Handelingen 1:11 aan wat de hoop in die tijd was, namelijk: de (zichtbare) wederkomst van de Here Jezus op de Olijfberg. Dat is dan ook de toekomstverwachting waarvan de brieven uit de Handelingentijd spreken (zie bijv. 1 Kor. 1:7 en 2 Tess. 1:7).
En zo blijkt dat wanneer - naar de mens gesproken - het verborgen plan van God niet zou zijn begonnen, Handelingen naadloos voorafgaat aan het boek Openbaring waarin Christus' openbaring centraal staat.
Daarbij is de uitstorting van heilige Geest in Handelingen 2 niets anders dan het begin van het nieuwe verbond tussen God en Zijn volk.
Kerntekst
"Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten?" (hs. 1:14; Statenvertaling).