Onze dienst aan God
De Here Jezus zegt in Johannes 17:4, aan het einde van Zijn aardse loopbaan: "Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt". Zo mogen ook wij onze hemelse Vader verheerlijken door te doen wat Hij van ons vraagt. En dat is voor een ieder verschillend. Toch zal dat altijd in overeenstemming zijn met het doel van God in deze tijd, nl. de opbouw van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Onze dienst aan God is in grote lijnen drie ledig:
- Lofprijzing en aanbidding.
- Opbouw van de Gemeente.
- Verkondiging van het heil.
Wij mogen tegenover God onze dankbaarheid uitspreken voor Zijn verlossend en vernieuwend werk in Christus. Wij buigen onze knieën en belijden met onze tong dat Jezus Heer is, tot eer van God, de Vader (Fil.2).
Romeinen 12: "Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst" (vs.1). In slechts één zin wordt gezegd, wat de werkelijke inhoud is van de ware christelijke godsdienst. En het heerlijke is, dat wij allemaal de Heer kùnnen dienen in de kracht van Zijn Geest. Wij hebben ieder onze eigen plaats gekregen in het Lichaam van Christus en werken met onze eigen mogelijkheden mee in het wonderbare heilswerk van God. Alles tot "stichting" of "opbouw" van de Gemeente!
Ambassadeurs
Paulus beschouwde zichzelf als een gezant van Christus aan wie het "woord der verzoening" was toevertrouwd (2 Kor. 5). Hij had een boodschap voor de wereld, van Gods liefde voor verloren zondaren. Diezelfde boodschap mogen wij verkondigen. Wij mogen in onze tijd het licht van Gods genade verspreiden. Wat dat betreft zijn we als hemelburger op aarde misschien wel het beste te vergelijken met een ambassadeur.
* Een ambassadeur wordt uitgezonden
De Heer zei in Johannes 15:16 tot Zijn discipelen: "Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen...". Nu zijn wij in die zin geen discipelen van de Heer, maar we willen Hem wél volgen in al Zijn wegen en doen wat Hem behaagt. Welnu, het is Gods wil, dat mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen (1 Tim. 2:4). Maar dat kan alleen als zij het Evangelie horen... en geloven. Daarom hebben wij een machtige boodschap voor verloren zielen, namelijk, dat het bloed van Jezus, Gods Zoon reinigt van alle zonde en dat er nieuw leven is in de opgestane Heer.
God roept, zowel Joden als heidenen, door de prediking van het Woord: "... alsof God door onze mond u vermaande; in Naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5:20).
Het eerste wat de discipelen deden toen zij op de Pinksterdag vervuld werden met de heilige Geest was: spreken van de grote daden Gods!
Een Geestvervuld leven zal dan ook altijd een getuigenis in zich bergen, zodat ons mondelinge getuigenis ook bevestigd zal worden door onze levenswandel.
* Een ambassadeur vertegenwoordigt zijn thuisland
Wij zijn niet geroepen om de wereld te dienen, maar onze Heer die in de hemel is. Ons spreken en handelen gebeurt namens God. Wij zijn wel in de wereld, maar niet van de wereld en richten ons leven in naar hemelse beginselen en in overeenstemming met onze positie in Christus.
Een ambassadeur werkt vanuit een ambassade(gebouw). Dat is een eigen stukje grond in het gastland van waaruit hij opereert. Paulus zegt in 1 Korintiërs 6:19, dat ons lichaam een tempel is van de Heilige Geest. En in vers 20: "Want gij zijt gekocht en betaald" (net als een ambassadegebouw). Daarom: "Verheerlijkt dan God met uw lichaam".
Het lichaam, waarin wij wonen, is het 'gebouw' (beter: 'tent') hier op aarde, van waaruit wij leven en werken voor God. Het behoort God toe. Vrijgemaakt van de zonde zijn wij in dienst gekomen van de gerechtigheid en stellen onze leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging (zie Rom. 6).
Als ik iets wil weten over een ander land kan ik voor informatie terecht bij de ambassadeur. Zo kan iedereen bij ons terecht voor informatie over ons vaderland (vgl. ook Hand.28:30, 31!). Dikwijls wordt een ambassadeur ontboden door de regering om vragen te beantwoorden of om opheldering te geven of verantwoording af te leggen. Petrus zegt in zijn 1e brief: "Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is..." (3:15). Daarvoor is het wel nodig dat we de Bijbel kennen en antwoord kunnen geven op vragen die ons worden gesteld!
In Duitsland noemt men een ambassadeur een "Botschafter", een boodschapper. Wij zijn 'boodschappers en prediken het "woord der verzoening".
De Gemeente heeft niet in de eerste plaats de opdracht om mensen te verbeteren, maar zielen in verbinding te brengen met God door de Here Jezus Christus; hen te bewegen de Here Jezus aan te nemen als hun Heiland, als hun Here, als hun Hoofd, zodat zij leden worden van Zijn Lichaam. "Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel?" (Matt.16:26).
* Een ambassadeur is een gast
Een ambassadeur wordt beschouwd als gast van het land waar hij naartoe gezonden is. Hij beweegt zich onder de mensen, doet zijn werk en houdt zich aan de wetten.
Wel, zo onderwerpen wij, als hemelburgers, ons aan de geldende regels: "Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan" (Rom.13:1). Wij zijn gehouden de wetten te eerbiedigen, met dien verstande, dat we Gode meer gehoorzamen dan de mensen (Hand.4:19, 20). Het kan zijn, dat de overheid ons dingen wil opleggen, die we principieel niet kunnen uitvoeren. Die principes moeten dan wel gegrond zijn in het Woord van God, niet in onze eigen gevoelens of menselijke ethiek!
Wij zijn als gelovigen slechts "bijwoners en vreemdelingen". Wij hebben hier geen blijvende stad (Hebr.13:14) en moeten ook niet doen alsof!
* Een ambassadeur houdt zich aan zijn opdracht
Wij dienen het doel van onze aanwezigheid op aarde in het oog te houden en dienovereenkomstig te handelen.
En, zoals dat met een ambassadeur gaat, aan het einde van zijn opdracht wordt hij teruggeroepen en wordt zijn (trouwe) dienst beloond. Hij wordt onderscheiden.
Welnu, zo wacht ons aan het einde een kroon! Een beloning, uitgereikt door de Here Jezus Zelf, voor trouwe dienst (vgl. 2 Tim. 4:7,8).
En de beoordeling ligt dan niet alleen in de kwantiteit van ons werk, maar bovenal in de kwaliteit. Hebben wij God de eer gegeven? Hebben wij ons beschikbaar gesteld en waren wij ook beschikbaar? Hebben wij visie gehad voor Gods doel in deze tijd en was onze handel en wandel daarmee in overeenstemming? We houden ons aan Gods Woord, want alleen dan verrichten wij een goed werk, waarvoor beloning wacht. Een beloning die tot eer zal Zijn van Hem, Die ons leven is.
God geve, dat het u en mij dan zal vergaan als die slaaf, die van zijn heer te horen kreeg:
"Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer..."!