De tweede brief aan de Korintiërs
Algemeen
Wat we in AMEN 55 schreven aan algemene informatie over de eerste Korintebrief geldt ook voor de tweede.
De gelovigen te Korinte, de hoofdstad van de Romeinse provincie Achaje, woonden in een belangrijke haven- en handelsstad. Hierdoor werd de cultuur ter plaatse mede bepaald door invloeden van buitenaf. De Korintiërs hielden zich behalve met werelds vermaak ook bezig met de aanbidding van allerlei goden.
Schrijver en ontstaan
Waar Paulus de eerste Korintebrief schreef met Sostenes, schreef hij deze tweede brief met "Timotheüs, de broeder" (hs. 1:1).
We weten vanuit Handelingen dat Paulus de stad Korinte ook zelf bezocht had (18:1-17). Tegelijk schrijft hij in deze tweede brief over twee bezoeken aan zijn lezers (hs. 1:15 en 16), terwijl hij in hoofdstuk 12:14 zegt: "Zie, het is nu reeds de derde maal, dat ik gereed sta tot u te komen ...". Ook in hoofdstuk 13:1 en 2 lezen we over een derde maal: "... de derde maal dat ik tot u kom (...) toen ik de tweede maal bij u was".
Het lijkt - zo op het eerste gezicht - tegenstrijdig, maar waarschijnlijk moeten we dit alles zo zien: Paulus ging vanuit Efeze, voor een kort bezoek richting Korinte. Hij kwam niet in Korinte zelf aan, maar wel in Achaje (hij schrijft deze brief immers tot de gemeente Gods, te Korinte en al de heiligen in geheel Achaje). Dat was Paulus' voornemen (zie 2 Kor. 1:16, waar hij een tweede bezoek aan Korinte, "uw stad" in de zin heeft). 2 Korintiërs 1:23 zegt echter dat hij niet meer te Korinte is geweest; hoofdstuk 13:1 en 2 spreken echter wél over een "tweede maal". Hier moeten we dus aannemen dat hij wel in Achaje geweest is, maar niet te Korinte. De woorden "bij u" uit 2 Korintiërs 13:2 slaan dan op heiligen in Achaje, maar niet op de gelovigen te Korinte. Na dit korte bezoek (waar we dus nergens rechtstreeks over lezen) komt hij (waarschijnlijk na nog een tijd in Efeze te zijn geweest) in Troas aan (hs. 2:12), waar hij (blijkbaar volgens afspraak) Titus hoopt te zien. Als Titus daar niet is, gaat hij door naar Macedonië (hfdst. 2:13). Daar in Macedonië ontmoeten ze elkaar weer (hs. 7:5 en 6). Titus heeft inmiddels goede berichten (hs. 7:5-16).
Zo kan Paulus dus zeggen in 2 Korintiërs 12:14 en 13:1 en 2 dat hij voor de derde maal gereed staat om naar hen toe te gaan, waarvan hij de eerste maal in Korinte zelf was (Hand. 18:1) de tweede maal in Achaje (het gebied waarin Korinte ligt) en de derde maal opnieuw in Korinte is voor een periode van drie maanden (Hand. 20:2 en 3, "Griekenland"). Hij schrijft deze brief dan dus vanuit Macedonië; waarschijnlijk was dit in het najaar van 57.
Structuur
A. 1:1, 2 Inleiding.
B. 1:3-11 Dankzegging.
C. 1:12 Het karakter van Paulus' bediening.
D. 1: 13, 14 Deze brief.
E. 1:15, 16 Paulus' voorgenomen bezoek.
F. 1:17-2:2 Verdediging van zijn handelen.
G. 2:3-11 Eerdere brief. Bedoeling.
H. 2:12, 13a Geen rust voor zijn geest.
I. 2:13b Op reis naar Macedonië.
B. 2:14-17 Dankzegging.
C. 3:1-7:4 Het karakter van Paulus' bediening.
H. 7:5-7 Geen rust naar het vlees.
G. 7:8-16 Eerder brief. Uitwerking.
I. 8:1-9:15 Gemeenten te Macedonië.
F. 10:1-12:13 Verdediging van zijn handelen.
E. 12:14-13:1 Paulus' voorgenomen bezoek.
D. 13:2-10 Deze brief.
A. 13:11-14 Afsluiting.
Doel en inhoud
Opnieuw schrijft Paulus over zijn bediening en de gezindheid waarin hij die uitvoert, zij het dat één en ander in een wat mildere toon gesteld is. Wellicht kwam dit doordat de Korintiërs zijn vermaningen in de eerste brief enigszins ter harte genomen hadden.
Met name in de eerste hoofdstukken schrijft hij over zijn taak en bediening (hs. 2:16b, "taak"; 3:8, "bediening des Geestes"; 4:1, "deze bediening" en 5:18, "bediening der verzoening"). Met name uit hoofdstuk 3 komt duidelijk naar voren dat deze bediening alles te maken had met het nieuwe verbond (dat des Geestes), dat met de uitstorting van de Geest (Hand. 2) was begonnen. Ook aan het einde van 2 Korintiërs 6 vinden we nog een verwijzing naar Jeremia 31, het hoofdstuk waarin de sluiting van het nieuwe verbond voorzegd wordt (vs. 31-33). Het nieuwe verbond is een verbond tussen Man (de HERE) en vrouw (Israël). Daarom schrijft Paulus later in deze brief: "... ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen" (hs. 11:2). In hoofdstuk 10-12 vinden we nog uitgebreide gegevens over de gezindheid van Paulus en de omstandigheden en tegenstand waarin hij z'n taak moest uitvoeren. Met name het elfde hoofdstuk (vs. 21-28) beschrijft wat de apostel allemaal moest doormaken. Zaken die hem naast zijn 'doorn in het vlees' zwak maakten. De kerntekst die hierna volgt, geeft echter aan hoe Paulus dit alles kon volhouden; deze woorden mogen ook voor ons een bemoediging zijn!
Kerntekst
"En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid" (hs. 11:9).
De structuren die in deze artikelenserie staan, zijn deels gebaseerd op die van Dr. E.W. Bullinger en C.H. Welch.
Voor meer informatie over het ontstaan en de chronologie van de Nieuwtestamentische brieven verwijzen we u graag naar de Morgenrood-uitgave Gods Woord wijst ons de weg, ISBN 90-6694-199-5.