De buit binnen de muren verdeeld (vs. 1-3)
De eerste verzen van hoofdstuk 14 bepalen gelijk bij de laatste halve jaarweek waarover in Daniël 9 staat geschreven. Daar staat zoveel als: "…en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe…".
Jeruzalem wordt ingenomen en geplunderd. Daarbij is geen sprake van een tijdelijke, maar van een langdurige bezetting. Dit blijkt uit de woorden: "…de buit, op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden…". De vijand neemt zijn intrek in de stad en zal de inwoners van Jeruzalem niet alleen hun goederen, maar ook hun huizen ontnemen. Het ergste is nog wel wat met de vrouwen gebeurt. Zij worden 'geschonden'. Letterlijk vertaald staat hier zoveel als 'dat zij neergelegd worden' oftewel verkracht.
Alle eer en waardigheid wordt de inwoners van Jeruzalem ontnomen. Sterker nog, zoals het in vroeger dagen ging, zal het ook nu weer gaan: zij worden in ballingschap gevoerd. In deze tijd zouden wij over deportatie, etnische zuivering of razzia spreken. Het is een gebeuren waarvan wij, die in de beschaafde wereld menen te leven, zeggen dat het barbaars en beestachtig is.
En toch gebeurt het, met de goedkeuring en zelfs medewerking van alle volken. Dit is wat er werkelijk staat: alle volken. Verenigd als één macht en wellicht ook onder één vlag zullen zij optrekken en Jeruzalem en haar inwoners overwinnen. Het is bijna niet voor te stellen dat bijvoorbeeld in deze tijd onder de vlag van de Verenigde Naties zoiets gebeurt. Toch is dit wat in de toekomst realiteit zal zijn en waar alle volken mee in zullen stemmen.
In Mattheüs 24 wordt wat uitgebreider ingegaan op de gebeurtenissen in deze periode. Veel zal zich afspelen rondom de cultus van de mens der wetteloosheid die zich in de tempel zet. Hier staat in Mattheüs 24:15-16 het volgende over geschreven: "Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op) laten dan wie in Judea zijn, (24-16) vluchten naar de bergen."
Vervolgens wordt gesteld dat het zaak is om uit Jeruzalem weg te blijven en dat het een vreselijke tijd is voor zwangere en net bevallen vrouwen. Het meest veelzeggend zijn wel de woorden uit vers 21: "Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal."
Wie beelden van hedendaagse oorlogen ziet (zoals in voormalig Joegoslavië enige jaren geleden) of van de holocaust van 1939 tot 1945, kan zich bijna niet voorstellen dat het nog erger kan dan deze catastrofes. Toch laten deze woorden zien dat dit wel het geval is.
De grootste verdrukking
Maar wat is nu de reden dat de belegering van Jeruzalem zoveel dood en verderf met zich meebrengt?
Daniël 7 leert ons dat de verzamelde legermachten onder het bewind van hun demonische leider, de mens der wetteloosheid, in hun aard en handelen veel kwaadaardiger zullen zijn dan vorige wereldmachten. In Daniël 7 wordt gesproken over vier grote dieren die uit de zee opkomen. Deze vier dieren representeren vier wereldmachten die opkomen vanuit de volken van de wereld. De eerste drie dieren verschillen ten opzichte van elkaar in aard en uitwerking niet veel. Echter, het vierde dier is totaal anders. Daniël beschrijft deze als volgt (vers 7): "Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens."
Dit vierde dier representeert de mens der wetteloosheid. Het hemelse wezen dat met Daniël in gesprek is, zegt het volgende over dit dier ( vers 23): "Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn, dat verschillen zal van alle andere koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen."
De kracht waarmee hij dit doet, zal hij ontlenen aan zijn opstelling tegenover God (vers 25): "Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd…"
Door zich tegenover God te stellen, de Maker en Brenger van genade en volmaaktheid, onderwerpt hij zich geheel en al aan Gods tegenstander en tegenpool, namelijk de satan, de draak, de brenger van dood, verderf en vernietiging. Dit vierde dier zal hierdoor alle kracht ontvangen die satan ook heeft. Of zoals het in Openbaring 13:2 staat: "En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht." Waar Christus méér was dan alle profeten en andere dienstknechten van God samen, omdat Hij een directe incarnatie van God was, daar geldt dit voor het vierde dier in tegenovergestelde zin. Hij is meer dan alle andere dictators, despoten en tirannen in slechtheid samen, omdat hij een directe incarnatie van de boze is. Er kan zelfs gesteld worden dat dit vierde dier in zijn hoedanigheid alle voorgaande wereldmachten representeert. Dit is niet alleen in zijn voorkomen en macht, maar ook in de terreur van dood en verderf. Daarom is het dat zijn verdrukking alle voorgaande verdrukking zal overtreffen.
De oorsprong van het vierde dier
De vraag is nu nog waaruit deze kwade macht zal voortkomen. Velen denken, zeker gelet op de ontwikkelingen in deze tijd, dat het hier een aanhanger van de Islam betreft. Dit zou kunnen, want de extremisten binnen de Islam hanteren onthoofding als middel. Iets wat in deze tijd weer actueel is. En laat nu onthoofding juist de wijze zijn waarop de gelovigen uit Israël gedood zullen worden (Opb. 20:4): "…en ik zag de zielen van hen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus…"
Toch dienen wij voorzichtig te zijn met het invullen van dit soort zaken. Immers, de eindtijd is nog niet aangebroken, daar er nog geen tempel in Jeruzalem staat. Totdat deze gestalte krijgt, kan er nog heel veel veranderen in de wereld. We herinneren eraan dat nog niet zo lang geleden velen Saddam Hoessein als de antichrist betitelden. Wellicht zullen sommigen nu opmerken dat zijn gevangenschap de dodelijke wond uit Openbaring 13:3 representeert, maar dat is wel een erg vrije interpretatie. Ook is het onwaarschijnlijk dat het hier alleen een samenwerkingsverband van Islamitische landen betreft. Wij merkten namelijk net op dat het vierde dier erger is dan alle wereldmachten te samen en deze in zijn hoedanigheid allen representeert.
Kortom, laten wij voorzichtig zijn zaken in te vullen en te verklaren aan de hand van gebeurtenissen om ons heen. Het is zeker ook van belang de feiten niet alleen in de juiste tijd, maar ook in de goede geografische omgeving te situeren. De gebeurtenissen in de eindtijd zullen zich voornamelijk in en rond Israël afspelen. Als er Jeruzalem geschreven wordt, dan wordt er Jeruzalem bedoeld. Als Babel oordeel treft, dan treft het daadwerkelijk een plaats genaamd Babel of hooguit een plaats in de nabije omgeving daarvan en niet Rome, New York of Straatsburg.
Dit soort interpretaties en daaruit voortkomende theorieën zaaien alleen maar onrust en trekken slechts sensatiezoekers als niet werkelijk geïnteresseerde toehoorders. Het is in deze zaken goed om de woorden van Petrus uit 2 Petrus 1 in acht te nemen: "Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken."
Israëls verlossing
Als Israëls nood op het hoogst is, dan zal ook de redding nabij zijn, zo kan geconcludeerd worden uit het vervolg van hoofdstuk 14. Als er geen hoop meer is, alleen nog maar angst, dood en verderf, dan zijn de voorwaarden aanwezig waarop God Zijn overvloedige genade in de vorm van verlossing kan schenken. Dit klinkt vreemd en bijna harteloos, maar toch is het realiteit. God wil de mens leren dat hij slechts tot zijn bestemming kan komen, als hij inziet dat hij zichzelf niet kan redden en alle (vruchteloze) pogingen daartoe staakt. De mens kan alleen in volle afhankelijk van God tot zijn doel komen.
De redding van Israël zal dan ook niet zomaar plaats vinden, mocht Zacharia daartoe de indruk wekken. Andere gedeelten uit de Schrift leren dat Israël zich zal moeten bekeren tot God. Zoals Jeremia 4:1, waar staat: "Indien gij u bekeert, Israël, luidt het woord des HEREN, dan moogt gij tot Mij wederkeren…" Of de overbekende woorden uit Joël, Handelingen en Romeinen: "…al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden."
Het is niet zo dat Israëls vrede gebracht wordt met het terugbrengen van Joden naar Israël, het planten van bomen en het, overigens goed bedoelde, gebed van vele gelovigen uit de heidenen. Israël zal zelf tot inkeer moeten komen.
Overigens is het vrij naïef te denken dat wij mensen de problemen tussen Israël en de Palestijnen op kunnen lossen. Deze botsing van twee vijandige bevolkingsgroepen, culturen en religies zit zo complex in elkaar, daar komt geen mens en ook geen Verenigde Naties of Europese Unie uit. Zelfs het terugtrekken van de Joden uit de nederzettingen in de bezette gebieden zal het probleem niet oplossen. Alleen een hogere macht, beter gesteld de Hoogste Macht kan werkelijke uitkomst bieden.
Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg (vers 4)
De benodigde uitkomst in de middenoosten crisis (het betreft immers niet alleen Israël, maar ook Babel) wordt geboden in de komst van de HERE. Wie de HERE hier is, mag duidelijk zijn, het is immers Christus, de Messias Die de vleesgeworden HERE is. De HERE zal ten strijde trekken tegen de volken die Israël belagen, zo staat er. Natuurlijk moeten wij hier denken aan datgene wat in Openbaring 19 geschreven staat over de Strijder op het witte paard. Hij komt om de heidenen te slaan en hen te hoeden met een ijzeren staf.
Wij zien hier de ene kant van de komst des HEREN, namelijk oordeel. De andere kant hiervan, die van de verlossing, is even verderop in hoofdstuk 14 te vinden: "…Zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; en gij zult de vlucht nemen in het dal Mijner bergen…"
Door zich te plaatsen op de Olijfberg besluit Christus een belangrijk deel van Zijn heilswerk. Was het niet deze zelfde berg die Hij op een ezel afreed bij Zijn intocht in Jeruzalem bij Zijn eerste komst (Matt. 21)? Waar Hij toen in nederigheid op een ezel kwam, daar komt Hij nu in heerlijkheid en kracht op een paard.
Maar, zo zagen wij in artikel 12 al, er is meer met deze berg. Christus heeft namelijk op de Olijfberg tijdens Zijn rede over de laatste dingen (Matt. 24) juist die zaken aangekondigd waarover in Zacharia 14 wordt gesproken. Hij bad er Zijn smeekgebed aan Zijn Vader voor zijn kruisiging (Joh. 18). Ook werd Hij op de Olijfberg aan het kruis genageld. Daarnaast was het de plek van Zijn hemelvaart. Dit waren allemaal zaken die Hij in nederigheid onderging. In Zacharia 19 en Openbaring 19 is echter geen sprake meer van nederigheid, maar is de Messias een toonbeeld van macht en kracht.
Een mooi gegeven in dit alles is datgene wat in Jesaja 66:1 wordt gezegd: "De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank Mijner voeten…"
Israël, en in het bijzonder de Olijfberg, is de plek waar God Zijn voeten neerzet op aarde, zowel letterlijk als figuurlijk. De Olijfberg, met niet ver daaronder de tempel, is de plek waar de gelovige uit Israël in contact met God kan komen. Het is de plek waar de mens aan Gods voeten neer kan zitten om naar Hem te luisteren, zoals velen bij de Here Jezus deden tijdens Zijn eerste komst. Een mooi detail is dat de priesters juist op die Olijfberg een onderkomen hadden waar zij een aantal van de boeken van de Tenach bewaarden (Daniël, Ezra, Nehemia en Kronieken). Ook was de Olijfberg de plek waar zij die meenden tot Israël te behoren in de genealogieën na konden gaan of zij tot Israël behoorden, oftewel uitverkoren waren. De gelovige in deze tijd vindt de grond van zijn uitverkiezing ook op de Olijfberg, op Golgotha en wel in de Persoon en het werk van Christus Die daar stierf voor ons en de wereld waarin wij leven.
Het splijten van de Olijfberg (vers 4)
Waar wij onze verlossing geestelijk ontvangen, daar zal Israël deze in de eindtijd fysiek ontvangen. Vers 4 en 5 tonen op welke indrukwekkende wijze Christus weer zal komen. Christus zal bij Zijn wederkomst Zijn voeten op de Olijfberg zetten. Vervolgens zal de berg vanuit het oosten naar het westen opensplijten tot een zeer groot dal. Zodoende zal een open verbinding ontstaan tussen Jeruzalem en het achter de Olijfberg gelegen heuvelland ontstaan. Dit gebeuren moet ontzagwekkend zijn. Wat voor krachten zullen er niet nodig zijn om de Olijfberg te splijten? Het kan niet anders dan dat dit met een enorme aardbeving gepaard gaat.
Opmerkelijk in dit gedeelte is de nadrukkelijke vermelding van het begrip 'oosten': "…de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde (…) oostwaarts en westwaarts…"
Het oosten wordt hier vóór het westen genoemd. Dit is niet vreemd. Het oosten is in de Bijbel namelijk vaak een equivalent van de hemel. Het oosten is de plaats waar de zon opkomt en van waaruit het licht het duister verdringt. Als er dan over gesproken wordt dat de verlossing vanuit het oosten komt, dan wordt er eigenlijk tegelijk mee bedoeld dat deze haar oorsprong in de hemel heeft. Zoals vanuit het oosten de zon opkomt, zo zal uiteindelijk Christus' verlossing ook licht brengen: "…maar ten tijde van de avond zal er licht wezen."
Israëls vlucht (vers 5a)
Het splijten van de Olijfberg zal tot gevolg hebben dat het verdrukte deel van de gelovigen Jeruzalem zal kunnen ontvluchten. Het is niet uitgesloten dat het dal zich zal uitstrekken tot in de woestijn aan de andere kant van de Jordaan. Er wordt hier melding gemaakt van een plaats genaamd Azal tot waar het dal zal reiken. Deze plaats valt geografisch niet te duiden. Maar de betekenis ervan leert ons wel wat. Azel is namelijk een afleiding van het Hebreeuwse werkwoord 'atsal', wat zoveel betekent als 'terzijde leggen' of 'onttrekken'. Azel zal een plaats zijn waar de HERE een rest van Israël terzijde stelt en tot haar hart zal spreken: "Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart." (Hos. 2:14)
Gods openbaring (vers 5b-7)
De wederkomst van Christus beperkt zich niet alleen tot de redding van het gelovige deel van Israël. Na Israëls verlossing zal de Messias zich volledig openbaren met al Zijn heiligen. Bij deze heiligen kan gedacht worden aan hemelse legermachten van engelen of andere hemelse wezens. Of misschien wel de oudsten waarover in Openbaring 4 wordt gesproken.
De verschijning van Christus zal voor Jeruzalem en omstreken grote gevolgen hebben. Het zal een dag zijn waarop geen kostelijk licht zal zijn, noch verstijving. Hiermee wordt gedoeld op het duister (geen licht) en de hitte (geen verstijving) die Gods oordeel met zich meebrengt. Jeruzalem zal zijn als een oven, zo donker en verstikkend heet. Er zal op die dag geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Alles zal even donker en ellendig zijn. Niemand zal deze dag kunnen voorzien of voorspellen. Hij is door God bepaald en alleen bij Hem bekend.
Ondanks al deze verschrikkingen is er toch hoop. Zo staat er aan het einde van vers 7 geschreven: "…ten tijde van de avond zal er licht wezen." Of zoals in Maleachi 4 staat geschreven over Israël:
"Maar voor u, die Mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal."