Het woord ‘bedeling’ is de weergave van het Griekse ‘oikonomia’, hetgeen betekent:huishouding.
Onder de wet golden de regels die God via Zijn knecht Mozes bekendgemaakt had aan het volk Israël. Als in de toekomst het Koninkrijk op aarde geopenbaard wordt, zullen de regels gelden die door de Koning worden voorgeschreven. Zo lezen wij het in Jesaja 2:3 e.a. Nu leven wij dus in de ‘bedeling der genade’. Daarin heeft God een bijzonder geheimenis bekendgemaakt, dat betrekking heeft op Zijn werk in deze tijd.
De Here God is nu bezig met de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Dat gebeurt door de prediking van het Evangelie der genade.
Paulus
Het is vooral de persoon van Paulus, die hierin een belangrijke rol speelt. Hij was een vooraanstaand man in zijn dagen. Opgevoed aan de voeten van Gamaliël heeft hij het verder gebracht dan vele van zijn tijdgenoten onder Israël, als hartstochtelijk ijveraar voor zijn voorvaderlijke overleveringen (zie Galaten 1:15). Maar God heeft hem op een bijzondere wijze geroepen (zie Hand. 9 en 26) tot een speciale dienst. Zijn ogen gingen open voor de heerlijkheid van de Messias, Wiens volgelingen hij tot dan toe vervolgde! De verhoogde Heer gaf hem de opdracht Zijn Naam te verkondigen aan alle mensen.
Aan Paulus openbaarde God Zijn bedoelingen voor de ‘tussen-tijd’, waarin wij nu nog steeds leven
Over zijn roeping en bediening spreekt Paulus uitvoerig in zijn brieven.
Wij ontdekken daarin wat Gods plan is voor deze tijd en wat Hij ons door genade geschonken heeft in Christus Jezus, onze Heer.
Zoals God eertijds Mozes gebruikte om Zijn woorden aan Israël bekend te maken in het kader van de Wet, zo gebruikte Hij later de apostel Paulus om hetzelfde te doen in verband met de Genade, die heilbrengend verschenen is voor alle mensen.
In deze bedeling openbaart God Zijn uitnemende genade. Zonder enige voorwaarde worden mensen verlost als zij geloven in het volbrachte werk van de Here Jezus Christus. De gerechtigheid die Hij tot stand gebracht heeft door Zijn leven en sterven, wordt om niet toegerekend aan hen die geloven. Elke gelovige staat in Christus rechtvaardig voor God en mag Hem aanroepen als Abba, Vader! Zij die tot geloof in de Heiland komen ontvangen de Heilige Geest, waardoor zij deel krijgen aan het volle heil, dat God heeft bereid.
Dat betekent:
- een volkomen verzoening door het volmaakte offer van de Here Jezus, Wiens kostbare bloed reinigt van alle zonde;
- nieuw leven door Zijn opstanding uit de dood, d.i. eeuwig leven;
- een nieuwe toekomst, niet van oordeel, maar van heerlijkheid;
- een verheerlijkt lichaam, dat geopenbaard wordt in de opstanding;
- een rijke erfenis, samen met Christus, Die de Erfgenaam van alle dingen is.
Bedeling van het geheimenis
Deze bedeling der genade wordt ook aangeduid met de naam ‘bedeling van het geheimenis’ (zie Efe.3:9). Dit ziet vooral op het bijzondere werk van God in deze tijd: de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus.
Dit werk van God werd in het Oude Testament niet geopenbaard. Het is "...van eeuwen her verborgen gebleven in God, de Schepper van alle dingen." (Efe.3 :9) Eerst door de bediening van Paulus heeft God bekendgemaakt wat Zijn plan is voor deze ‘tussen-tijd’, waarin het volk van Israël terzijde gesteld is.
In zijn brieven, die het grootste deel van het Nieuwe Testament beslaan, wordt duidelijk, dat Christus "...als Hoofd boven al wat is, gegeven is aan de Gemeente, de Zijn lichaam is, vervuld met Hem, Die alles in allen volmaakt." (Efe.1:22,23)
Dat betekent dus, dat de Gemeente onlosmakelijk verbonden is met Hem, die het Hoofd is boven alle dingen, en daarin met Hem deelt. In de Kolossenzenbrief lezen wij, dat Christus het Beeld is van de onzichtbare God en dat de ganse volheid der godheid lichamelijk woont in Hem (hs.1:15 en 2:9). En dan voegt Paulus er aan toe: "en gij hebt de volheid verkregen in Hem, Die het Hoofd is van alle overheid en macht." (2:10)
Dit is de onnaspeurlijke rijkdom van de Christus, die het deel geworden is van de gelovigen in deze bedeling der genade/geheimenis. Dit plan van God lag reeds opgesloten in Zijn heilige Raad vóór de grondlegging der wereld en is op Zijn tijd geopenbaard en verkondigd (vgl. Efe. 3:4,5 en Titus 1:1-4).
Het heeft God behaagd een groep mensen te formeren, die in de meest intieme relatie met Hem staan. Die gelijkvormig zouden zijn aan het beeld Zijns Zoons (Rom. 8:29) en terecht zouden komen in de allerhoogsten positie, met Christus gezeten ‘ter rechterhand Gods’. Die groep is de Gemeente, het Lichaam van Christus, een volk "tot lof Zijner heerlijkheid" (Efe.1).
De gehele Raad Gods
Als wij als kinderen van God de hele Bijbel bestuderen (d.i. het Oude en het Nieuwe Testament) dan leren wij daardoor het wonderbare plan van God kennen. Dan zullen wij gaan ontdekken wat Gods bijzondere plan is in deze tijd. Wij zullen gaan zien watvoor een heerlijke positie gelovigen nu, in deze bedeling, hebben als leden van het Lichaam van Christus. Ze zijn met Christus erfgenamen van God! Zij hebben een geweldige bestemming in het wonderbare plan van God, zoals Paulus ook schrijft in Kolossenzen 3: "...uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, Die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid."
Als God klaar is met Zijn plan voor deze tijd, dan zal de Gemeente geopenbaard worden in Zijn hemelse heerlijkheid. De Here zal verder gaan met de uitvoering van Zijn plan: het herstel van land en volk van Israël en de (zichtbare) oprichting van Zijn Koninkrijk op aarde. Hij neemt eigenlijk de draad van de geschiedenis der volkeren weer op, waar die bijna 2000 jaar (oftewel: twee dagen!) geleden is blijven liggen. Als het zover is, zullen ook Israël en de volkeren de Here God roemen om Zijn grote daden: “O HERE, Gij zijt mijn God, U zal ik verheffen, uw naam loven, want Gij hebt wonderen gedaan, raadsbesluiten uit een ver verleden in waarheid en trouw volvoerd.” (Jes. 25:1)