Al de Schrift...
De betekenis van het woordje 'Al' (zie de St. Vert.) is hier van groot belang. In het Grieks staat hier namelijk het enkelvoudige woordje 'pas'. Dit woordje geeft aan dat we hier met de Schrift te maken hebben in z'n gehele hoedanigheid wat betreft inhoud. Dus niet een paar boeken, maar de gehele Schrift als eenheid. Maar wat is dan die Schrift? In het Grieks staat hier het woordje 'graphe', wat we ook tegenkomen in Mattheüs 21:42, Lukas 24:45, Johannes 7:38, 42, Romeinen 4:3, 1 Timotheüs 5:18, 2 Timotheüs 3:15 en in nog vele andere teksten in het Nieuwe Testament. Met deze Schriften worden vanuit de Joodse geschiedenis de boeken van Mozes (Thora), de Profeten (Neviim) en de Geschriften (Ketoevim) bedoeld. Bij elkaar worden ze de Tenach genoemd. De Here Jezus Christus erkent deze boeken als zijnde de Schriften in Lukas 24:44 (vergelijk met Luk. 24:27 en zie ook Matt. 26:56). Met de Schriften wordt hier dus in 2 Timotheüs 3:16 niets anders bedoeld dan de boeken die wij bij elkaar genomen 'Het Oude Testament' noemen.
In onze tijd doelen wij met de 'de Schrift' vaak op het gehele Woord van God (dus het Oude en Nieuwe Testament). Dit is niet onjuist, aangezien wij in deze tijd de geschriften van het Nieuwe Testament, evengoed als die van het Oude Testament, als een van God gegeven en geïnspireerde eenheid zien. Wanneer wij het dan gaan hebben over de waarde en geldingskracht van de Bijbel, dan kennen wij deze waarde daardoor niet alleen aan het Oude Testament toe, maar ook aan het Nieuwe. Toch is het beter om verwarring te voorkomen door het woordje 'Schrift(en)' alleen te gebruiken voor de aanduiding van de boeken van het Oude Testament, in lijn met het woordgebruik in de Bijbel zelf. Ten aanzien van alle Bijbelboeken kunnen wij beter spreken over 'Gods Woord'. Deze laatste term is trouwens ook meer 'bijbels' dan het woordje 'Bijbel'. De term "Gods Woord" wordt letterlijk in Gods Woord genoemd (bijv. Luk. 8:21, Efe. 6:17 en 1 Thes. 2:13). Maar dit even terzijde.
...is van God ingegeven...
Voor de woorden 'is van God ingegeven' staat in de grondtekst slechts één woord, namelijk 'theopneustos'. Het is de enige keer dat dit woord voorkomt in de Bijbel. 'Theopneustos' is een combinatie van twee andere woorden, namelijk 'Theos' en 'pneo'.
'Theos' wordt uit het Grieks vertaald met 'God' (bijv. Matt. 22:32, Marc. 15:34 en Joh. 1:34). 'Pneo' betekent zoveel als 'blazen' of 'waaien'. Wij komen dit woord onder andere tegen in Mattheüs 7:25, Lukas 12:55, Johannes 6:18 en Openbaring 7:1. Wij kunnen dus eigenlijk ten aanzien van 2 Timotheüs 3:16 zeggen dat al de Schrift door God is ingeblazen. Zoals God in Genesis 2:7 bij de mens de levensadem inblies, zo heeft God bij de auteurs van de Schrift (en natuurlijk ook de overige boeken van Gods Woord het Nieuwe Testament) de woorden ingeblazen die Hij aan de gelovigen wilde openbaren (Ps. 25: 14). Deze woorden heeft God ingeblazen door Zijn Geest, zoals wij in 2 Petrus 1:21 (SV) kunnen lezen: "Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken".
Een bevestiging hiervan vinden wij ook in Marcus 12:36, waar de Here Jezus Zelf zegt dat David Psalm 101 door ingeving van de Heilige Geest heeft geschreven. Maar ook in het woordje 'pneo' vinden wij een duidelijke bevestiging dat God middels Zijn Heilige Geest Zijn Woord bij mensen 'inblaast', want van 'pneo' is namelijk het woord 'pneuma' afgeleid. Dit wordt vertaald met 'Geest' (bijv. Marc. 13:4, Luk. 12:12 en Joh. 14:26) of 'geest' (als levensadem, zie bv. in Marc. 15:37, Luk. 8:55, Opb. 11:11).
Doordat het woordje 'pneuma' is afgeleid van 'pneo' zien wij hierin direct de' werking van de Heilige Geest terug in de vorm van 'blazen' of 'waaien', zoals wij dit ook zien in Johannes 3:8 en Handelingen 2:2. Tot slot is het goed om nog even te benadrukken dat de Heilige Geest niet alleen Gods Woord bij de schrijvers heeft 'ingeblazen', Hij brengt mensen ook tot (geloofs)leven met diezelfde woorden (Joh. 6:63, 1Kor. 12:9 en 1 Tess. 2:13).
Als we de Bijbel lezen, doen we er dus goed aan te bedenken, dat God Zelf door Zijn dienaren tot ons spreekt!