De schrijver
Dr. E.W. Bullinger was een Anglicaans geestelijke, die zich een belangrijk deel van zijn leven beziggehouden heeft met bijbelstudie. Hij beschouwde de Bijbel als het Woord van God. Hij was, kan men wel zeggen, doorkneed in de Schriften. De resultaten van zijn studies heeft hij in een aantal publicaties en in een tijdschrift vastgelegd.
Eén van zijn belangrijkste werken is de Companion Bible. Dit is een Engelse bijbelvertaling (Authorized Version) met een grote hoeveelheid kanttekeningen met betrekking tot de grondtekst. Over zijn boek over Hebreeën 11 schreef Warren B. Wiersbe, bekend auteur van bijbelstudieboeken: “Ik ken geen ander boek over Hebreeën 11 met meer geestelijk onderwijs en praktische waarheid, dan dit.”
Als we het boek gelezen hebben, treft het ons - en dat is werkelijk indrukwekkend - hoe intens de schrijver daarmee bezig geweest is. We kunnen wel zeggen: het Woord van God was zijn leven. Bullinger is ook een getalenteerd schrijver: hij kan zijn gedachten vloeiend op papier zetten. Alle facetten van het geloofsleven worden ordelijk en overzichtelijk uitgestald. Maar hij laat zien dat dit in wezen volgt uit de orde en structuur van het Woord van God zelf. Als we zo de getuigenissen over de geloofsgetuigen in Hebreeën 11 volgen, in het licht van wat God verder in Zijn Woord over deze personen zegt, komen we onder de indruk van de diepgang van het Woord. Het Woord is inderdaad heilig, apart, onvergelijkbaar met enig ander boek!
De vertaling
Het boek is mooi vertaald door H.B. Slagter. Als we ons realiseren dat dit boek bijna honderd jaar geleden in het Engels verscheen (1911), moeten we nu zeggen: wat jammer dat het niet eerder vertaald en uitgegeven is! Daarom willen we de uitgever complimenteren met de keuze en de vertaling. Het smaakt naar meer!
De geciteerde bijbeltekst
Bijbelteksten die in het boek geciteerd zijn, zijn ontleend aan de Statenvertaling (SV) en aan de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) van 1951. Oude naamvalsvormen zoals der, des, en den, zijn meestal aangepast aan de huidige regels, vele in onbruik geraakte woorden echter niet. Persoonlijk heb ik hier geen moeite mee, maar richting de hedendaagse Nederlander kan de SV een belemmering vormen. Zeker een boek als het onderhavige verdient het om de beste hedendaagse bijbeltekst te bevatten, juist ook om precies aan te geven wat God gezegd heeft, essentieel om te geloven! Dat ligt ook precies in het verlengde van het onderwerp van het hier besproken boek!
De inhoud
Als we Hebreeën 11 lezen, zijn we in een paar minuten klaar. Echter, om ten volle te verstaan wat we lezen, hebben we echt alles nodig wat God in de gehele Bijbel gezegd heeft, niet alleen over de personen, maar ook over de onderwerpen die in Hebreeën 11 genoemd worden. Hierin bewijst de schrijver zich als een zeer kundig en begaafd exegeet.
“Al de Schrift is nuttig ...” om tot de volle waarheid en diepgang te komen. Op deze wijze komt de schrijver tot zeer welsprekende, en voor ons ook zeer indringende getuigenissen over de genoemde gelovigen. Alle facetten van het geloof komen zo aan bod. En als Paulus klaar is met de wolk van getuigen wijst hij op Christus, de Voleinder van het geloof! (Hebr. 12:2a). De NBG en de NBV spreken over het geloof in Christus in plaats van het geloof vanChristus. Hiermee is de boodschap wegvertaald: het gaat niet over het geloof dat wij in Hem hebben, maar over het geloof dat Híj had. De vertaling draait het 180 graden om, en ... dat is niet wat God gezegd heeft.
Samengevat zou je kunnen zeggen: geloof is het antwoord op het werk van de Geest van God, door het Woord van God, dat is Christus. Dat is een geestelijk werk. Werken of werkingen van het vlees komen daar in geen enkel opzicht aan te pas. In ons nieuwe leven is er alleen plaats voor God: Christus, alles in allen.
In Hebreeën 11 komen regelmatig de woorden “door het geloof” voor. Wat is dat: het geloof? De schrijver laat zien dat dit ten diepste betekent: het geloven van wat God gezegd heeft, nadat we het van God gehoord hebben. Heel precies en nauwkeurig lezen, beluisteren, horen wat er staat, ervan uitgaan dat God het gesproken heeft, en daarnaar handelen, gehoorzamen.
Voor elke getuige in Hebreeën 11 gold dit persoonlijk. God sprak tot Noach bijvoorbeeld anders dan tot Abraham. Voor ieder was het dus belangrijk om nauwkeurig te letten op wat God tot hem persoonlijk gezegd had. Zij hadden bijvoorbeeld niets aan de Twaalf Artikelen van het geloof, of uitvoeriger belijdenisgeschriften. Dit kan voor sommige lezers van deze bespreking misschien confronterend zijn, maar ik zeg het even zo om het punt van de schrijver duidelijk te maken. Hij ziet geen positieve rol voor belijdenisgeschriften in de reactie van mensen op wat God gezegd heeft. Van de Heilige Geest zegt Christus: “Hij zal het uit het Mijne nemen, en het u geven”. Dat kan dus alleen uit het Woord zijn, want Hij is het levende Woord
De schrijver besteedt op vele plaatsen aandacht aan de geldigheid van de getuigenissen uit Hebreeën 11 voor de gelovigen, die in deze tijd, waarin God verborgen is, leven, en die (meestal) niet behoren tot Israël, tot welk volk de meeste getuigen uit Hebreeën 11 behoorden. Zijn boek zou dus een beetje gedateerd kunnen zijn. Dat is echter niet het geval, integendeel, de actualiteit, die het boek had bij de eerste uitgave is alleen maar toegenomen. Met name ook omdat we in de zware tijden zijn aangekomen, waarover Paulus schrijft in zijn brieven aan Timotheüs, zowel binnen als buiten de kerk. Het geloof wordt steeds meer op de proef gesteld. Gedood worden vanwege het geloof is regelmatig op het nieuws. Abel, zou men kunnen zeggen, is de eerste die dit overkomt. Abel brengt een offer volgens de richtlijnen van God, en God neemt dat offer aan. Kaïn brengt een offer naar zijn eigen ideeën, van de opbrengst van het land, waarvan God tegen Adam gezegd had dat het vervloekt was (!), en God kon zijn offer niet aannemen. Daardoor werd Kaïn zeer boos, en sloeg zijn broer dood. De schrijver ziet Kaïn model staan voor alle religie (mensen moeten hun eigen zaligheid bewerken) en Abel voor de ware godsdienst. Het verhaal van Kaïn en Abel (broeders) staat voor alle godsdienstige twisten en oorlogen. Uiteindelijk is ook Christus door Zijn ´gelovige´ broeders gedood! Maar Hij leeft!
Commentaar
“Het openen van Uw woorden verspreidt licht” (Ps. 119:130). In dit opmerkelijke boek zien we dit, door de uitleg van de schrijver, gebeuren. Zijn visie, en uiteraard die van elke bijbeluitlegger, blijft evenwel: interpretatie. Hij laat echter altijd de volledige bijbeltekst staan (Al de Schrift ...), en laat daarbij zijn verstand niet onbetuigd! (... met geheel uw verstand ...). Bij het schrijven van dit boek ging hij er echter van uit dat het boek Hebreeën later geschreven is dan de gevangenisbrieven van Paulus (met name die aan de Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen). Daarom zag hij de hemelse roeping in Hebreeën (voor Israël), in het verlengde van de roeping van boven uit Filippenzen 3 (pag. 177-189). Wat hij hierover schrijft is overigens op onderdelen correct en van toepassing, maar het volledige verband, het volle licht is er net niet. In zijn latere Companion Bible gaat hij er van uit dat Hebreeën eerder geschreven is. Zijn visie over het zaad van Abraham, dat zou worden als “het zand der zee” en als “de sterren des hemels,” zoals beschreven in hoofdstuk 4 over Abraham (pag. 102-107), houdt ook verband met zijn eerste datering van Hebreeën. De schrijver laat daardoor niet beide zegeningen, beide roepingen, aards, resp. hemels, tot volle gelding komen. Hij schrijft over het “eeuwige leven” als het leven dat uiteindelijk waarde heeft, het geestelijke leven, en betrekt dat op de “sterren des hemels”, met hemelse (geestelijke) lichamen. Daarmee verdwijnt eigenlijk het “zand der zee”, als zegen, onder het zand. In feite spreekt de Bijbel niet over “eeuwig leven” in deze zin. De letterlijke betekenis is: “leven van de eeuw”, en dat heeft juist in belangrijke mate te maken met het “zand der zee", het aardse nageslacht van Abraham. Die eeuw is de volgende eeuw in het Goddelijke plan der eeuwen, waarin het aardse Koninkrijk der Hemelen tot volle wasdom komt, en waarvoor duizend jaren uitgetrokken zijn. Israël had en heeft twee roepingen; nu geldt alleen de bovenroeping, voor iedereen, Jood en heiden zonder onderscheid, de uitroeping tot het lichaam, de gemeente van Christus, het grootste wonder van genade! Het licht op deze visie is binnen het Christendom nog niet erg opgegaan. Paulus vraagt gebed hiervoor!
Na het verschijnen van zijn boek heeft de schrijver daar toch meer licht op gekregen, zoals blijkt uit de bijlage. Ook weer een les voor ons om in het geloof open te blijven staan voor het Woord van God, en daar verstandig mee om te gaan.
Het lezen van dit boek was een spannende gebeurtenis. De uitspraak van de Emmaüsgangers: “was ons hart niet brandende in ons,” is van toepassing. Bullinger is een uitmuntende bijbeluitlegger. Mijn wens is dat dit boek velen zal bereiken!
Om het boek te bestellen klik hier