Drie van de twaalf winnaars zijn van joodse afkomst: Robert J. Aumann (Economie), Roy J. Glauber (Natuurkunde) en Harold Pinter (Literatuur).
Samen vormen zij dus een kwart van de winnaars in 2005. Dit ligt iets boven het langjarig gemiddelde: 20 % van alle Nobelprijzen gingen tot nu toe naar joodse mensen. Sinds de uitreiking van de prijzen begon (in 1901) is hun aantal de 150 ruimschoots gepasseerd.
Dat is toch een geweldig resultaat als je bedenkt dat de joden slechts een zeer klein deel van de wereldbevolking uitmaken.
Vergelijking met moslims en christenen
In 2003 maakte fysicus prof. dr. A. Lagendijk, o.a. deeltijdhoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, een kleine berekening.
Hij schat dat het totale aantal joden in de wereld rond de 15 miljoen schommelt. Dat is ongeveer een kwart procent van de totale wereldbevolking. Dat kwart procent is dus goed voor 20 procent van de Nobelprijzen. Lagendijk stelt dat er veel is in te brengen tegen een dergelijke berekening, maar er is volgens hem toch sprake van een formidabele prestatie.
Vervolgens maakt hij een vergelijking met moslims en christenen. Hoeveel Nobelprijzen kregen die? Lagendijk schat het totale aantal moslims op 1,2 miljard, zo’n 20 procent van de wereldbevolking. Er zijn dus tachtig keer zo veel moslims als joden. Toch kregen niet meer dan acht moslims ooit een Nobelprijs, zo’n 1 procent van het totale aantal winnaars.
De Amsterdamse fysicus maakt duidelijk dat zijn vergelijking eigenlijk niet eerlijk is. Moslims leven nu eenmaal vaak in ontwikkelingslanden en hebben daardoor minder opleidingsmogelijkheden. Daarom is een vergelijking met christenen meer op zijn plaats, aldus Lagendijk.
Hij pakt vervolgens de bevolking van Frankrijk en Duitsland, twee landen die hij bestempelt als ontwikkelde christelijke naties en die samen zo’n 140 miljoen mensen tellen. Hoeveel Nobelprijswinnaars leverden beide landen in de loop der jaren af? Aardig wat, maar het aantal joodse laureaten is vele malen groter. „Dus ook de christenen leggen het grandioos af”, aldus Lagendijk. Interessant in dit verband is natuurlijk ook een vergelijking met het kleine Nederland. Met 16 miljoen inwoners wijkt het bevolkingsaantal niet zover af van de 15 miljoen joden wereldwijd. Hoeveel laureaten leverde Nederland af in de vorige eeuw en de eerste jaren van het nieuwe millennium? Om precies te zijn zeventien en één van hen had een joodse achtergrond, namelijk Tobias Asser, die in 1911 de vredesprijs kreeg. Dat aantal steekt dus schril af tegen de ruim 150 joodse Nobelprijswinnaars.
Overigens is het opvallend dat er in het 57-jarige bestaan van de staat Israël slechts acht Nobelprijzen zijn toegekend aan Israëlische wetenschappers. Hebben ze in dit door oorlogen en aanslagen geteisterde land andere dingen aan hun hoofd of spelen er in het Nobelcomité verborgen sentimenten die ongunstig uitpakken voor Israëlische wetenschappers?
Arabieren
De Arabisch/Islamitische wereld telt dus rond 1,2 miljard moslims. Dat is zo´n 20 procent van de totale wereldbevolking. In de laatste honderd jaar ontvingen slechts acht Arabieren de Nobelprijs, waaronder twee Arabische christenen, de vroegere president van Egypte, Anwar Sadat, en Yasser Arafat. De keuze van het Nobelprijscomité om Arafat met de prijs van de vrede te honoreren, maakt nog eens duidelijk hoe verdwaasd deze wereld is. Kaare Kristiansen, een voormalig lid van het Nobel Comité, trok zich in 1994 terug uit protest voor het toekennen van de Nobelprijs voor de vrede aan Arafat. Ook de keuze van de voormalige Egyptische president Anwar Sadat, is door velen nooit begrepen.
Dit jaar is er opnieuw een Arabier onder de winnaars: Directeur Mohammed El-Baradei van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) krijgt samen met zijn organisatie de Nobelprijs voor de Vrede van 2005.
Joden begaafd
Lagendijk geeft enkele verklaringen voor het verhoudingsgewijs hoge gehalte aan intellectuelen onder joden. De meest gangbare is dat in de joodse cultuur eeuwenlang de studie van thora en talmud een dominante plaats heeft ingenomen. Van schriftgeleerde naar geleerde is volgens deze verklaring een kleine stap. Een andere verklaring grijpt terug op de Verlichting waardoor joden zich zouden hebben kunnen ontworstelen aan een verstikkende orthodox-religieuze invloed. Die reden lijkt minder steekhoudend: orthodox-religieuze opvattingen hoeven de bloei van de wetenschap zeker niet in de weg te staan. Prominente geleerden als Pascal, Newton en Boerhaave zijn daarvan het bewijs.
Wellicht is de belangrijkste verklaring wel deze dat God in Zijn wijs beleid het jodendom de eeuwen door niet alleen heeft willen bewaren in de verstrooiing -ondanks alles wat op dit volk is afgekomen- maar het ook heeft willen begiftigen met veel verstand.
Israël is volgens de Bijbel het belangrijkste volk op aarde (zie Jer. 31:7) en voorbestemd om wereldheerschappij te hebben. Het volk heeft in de loop der geschiedenis niet alleen genieën voortgebracht, maar ook talloze kopstukken in de mondiale samenleving. Ja, Joodse mensen hebben door hun sleutelposities in alle segmenten van politiek en cultuur mede de loop der geschiedenis bepaald. In het volgende nummer van AMEN zullen we daar een interessant artikel aan wijden.
Bronnen: www.refdag.nl.; ´Uit het Nieuws´ - www.franklinterhorst.nl; nobelprijs.pagina.nl