Er vallen drie punten te noemen:
1) Voorzienigheid en voorbestemming worden met elkaar verward
Voor de meeste gelovigen is het een vaststaand feit dat God niet alleen weet wat er in het verleden is gebeurd, maar dat Hij ook exact weet wat er nog in de toekomst gaat gebeuren. Dit is een bijbels uitgangspunt. De vele profetieën in Oude en Nieuwe Testament tonen dit ook aan. Wat veel gelovigen er echter bij denken, is dat als God weet wat er gaat gebeuren, Hij datgene ook geheel in de hand heeft. Oftewel: dat wat God voorziet, veroorzaakt Hij ook. Dit is een onjuist denkbeeld, waarbij voorzienigheid en voorbestemming met elkaar verward worden. Voorzienigheid is de gave om te kunnen weten wat zich in de toekomst af gaat spelen. Voorbestemming is iets of iemand van tevoren apart zetten om in de toekomst voor een bepaald doel te gebruiken.
Voorzienigheid kan verbonden zijn met voorbestemming maar er ook absoluut los van staan. Als bijvoorbeeld iemand mijn kostbare vaas in zijn handen heeft en deze laat vallen, dan voorzie ik dat de vaas op de grond kapot zal slaan (voorzienigheid), ook al wil ik dat zelf niet (voorbestemming). In dit eenvoudige voorbeeld is zelfs te zien dat voorzienigheid en voorbestemming met elkaar in tegenspraak kunnen zijn. Zo gaat dit in bijbelse zin ook op. God voorzag de zondeval, ook al ging dit tegen Zijn bestemming met de mens in. God voorzag de afval van Israël in de tijd van de koningen, ook al ging dit tegen Zijn bestemming met hen in. God voorzag de verharding van Israël in de Handelingentijd, ook al ging dit tegen Zijn plan in (gelet op de 70 jaarweken uit Dan. 9).
Pleit deze redenering dan niet tegen de almacht van God? Nee, juist niet. Toen God de mens schiep, maakte Hij hem autonoom. Dat betekent dat de mens zelf keuzes kan maken, zelfs al gaan die tegen Gods wil in. God wist in Zijn voorzienigheid natuurlijk allang dat de mens af zou wijken van de bestemming die Hij met hem voor had. In Zijn wijsheid heeft God daarom een plan gemaakt om dit te ondervangen. In Efeziërs 1:11 wordt dit de "raad van Zijn wil" genoemd. De rode draad in dit plan is het verlossende werk van Jezus Christus voor de gehele schepping.
Hoe zit dit nu in de praktijk van ons dagelijks leven? God weet vanuit Zijn gave van voorzienigheid alles wat wij gaan doen en wat ons overkomt, zonder dat Hij daar altijd invloed op uit oefent, ook al kan Hij dit wel. Maar dat laatste te doen gaat in tegen Zijn plan dat Hij met ons in deze tijd heeft. Dus God weet met welke ziektes, moeiten, verliezen, verdriet en pijn wij te maken krijgen. Maar dat Hij dit weet, wil niet zeggen dat Hij er ook de veroorzaker van is. Wanneer gemeend wordt dat dit wel zo is, dan wordt God als veroorzaker van de zonde aangemerkt.
2) Datgene wat voor Israël als volk bestemd is, wordt op alle gelovigen toegepast
Dit punt is bij de behandeling van het vorige onderwerp (uitverkiezing) ook al aan de orde geweest. Maar het is belangrijk er nogmaals aandacht aan te besteden. Het is bij bijbeluitleg belangrijk dat Gods handelen met Israël en de in hen gezegende heidenen heel anders is dan Zijn handelen met ons als gelovigen in deze tijd. God heeft met Israël een plan op aarde. Zijn werkterrein met hen is dan ook de aarde. Daar treedt God dan ook vaak direct sturend en handelend op ten aanzien van Zijn volk. Zodoende zijn er knechten van de Here die al van voor hun geboorte door God voor een bepaald doel voorbestemd zijn, zoals Jeremia of de twee getuigen uit Openbaring 11. Dit directe handelen van God is echter uitzondering in het wereldgebeuren en geen regel, zoals veel gelovigen menen. In principe heeft God de wereld losgelaten, alleen bij uitzondering heeft Hij vanaf Adam, langs de lijn van Israël, tot aan Jezus Christus toe handelend opgetreden. Dit uitzonderlijke gebeuren heeft God in de Bijbel op laten tekenen. Maar waar de bijbelbeschrijving ophoudt, daar stopt ook Gods directe en zichtbare bemoeienis met mensen. Aan het einde van Handelingen 28 stopt de bijbelbeschrijving wat Israël betreft. Dit volk wordt vanwege ongeloof tijdelijk terzijde gesteld. God zal later de draad met hen weer oppakken, zoals te zien is in de nog niet vervulde bijbelbeschrijving van vele profetieën, inclusief het laatste bijbelboek.
In deze tijd (na Hand. 28) werkt God anders. Er staat een ander volk centraal, namelijk het Lichaam van Christus. God handelt met hen niet op aarde, maar in de hemel. Daar is namelijk hun plek en ligt hun toekomst. Het plan van God met ons als gelovigen in deze tijd behelst niet ons leven op aarde, maar ons leven in de hemel in de verheerlijkte Christus. Een heel aantal bijbelteksten uit de brieven van Paulus (na Hand. 28 geschreven) bevestigt dit gegeven:
Efe. 1:3 "Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus."
Efe. 2:6 "…en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus…"
Filip. 3:20 "Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen."
Filip. 4:7 "En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus."
Kol. 3:2-3 "Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God."
De traditionele voorbestemmingsleer maakt nauwelijks tot geen onderscheid tussen de verschillende roepingen in de Bijbel en de eventuele uitwerking hiervan op het aardse leven. En als er dan al wel zicht is op het verschil in Gods plan met Israël en het Lichaam van Christus, dan wordt dit alleen wat betreft de toekomst gezien en worden beide groepen wat Gods handelen in het hier en nu aangaat, gelijk gesteld: God stuurt hun hele (aardse) leven. Veel gelovigen menen, uitgaande van deze verkeerde gronden, dat alles wat in hun leven gebeurt, afkomstig is van God en dat Hij er een doel mee heeft, hoe diep ellendig en onrechtvaardig het ook is wat zij moeten doorstaan.
3) God regeert de schepping
Wanneer God ons hele leven leidt en alles heeft voorbestemd van wat ons in het leven overkomt, dan kan het niet anders zijn dan dat God de huidige schepping regeert. Dit moet niet alleen in groter verband het geval zijn, zoals wat betreft Auschwitz, Srebrenica, de honger in Afrika, 11-09 en de Tsunami. Maar ook in kleiner verband moet dit zo zijn. Als God voor iemand bepaald zou hebben dat hij aan kanker moet sterven, dan moet God de kankercellen in diens lichaam vormen. Als God iemand heeft voorbestemd om de loterij te winnen, dan moet Hij er voor zorgen dat de lottoballetjes op de juiste plek vallen. Als God voor iemand heeft bestemd dat hij omkomt door een terroristische aanslag, dan moet God de terrorist leiden om zijn verschrikkelijke daad te plegen. Zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen. Let wel: door te ontkennen dat God in deze dingen voorbestemmend werkt, is niet gezegd dat Hij dit niet zou kunnen of niet zou voorzien dat deze dingen gebeuren. Feit is daarentegen dat voor alles bepalend handelen van God ten aanzien van ons, het noodzakelijk is dat Hij wereldheerschappij uitoefent.
Dit laatste is nu net wat niet het geval is, zoals een aantal teksten in de Bijbel laat zien. In 2 Korintiërs 4:4 wordt gesproken over de 'god dezer eeuw', waarmee satan bedoeld wordt. Het gegeven dat hij de god van deze eeuw is, toont aan dat hij nu over de schepping regeert. In Efeziërs 6:12 wordt gesproken over 'de overheden', 'de machten' en 'de wereldbeheersers dezer duisternis'. Ook dit vers toont aan dat niet God, maar de satan en zijn volgelingen deze schepping regeren. Een op het eerste gezicht minder duidelijke, maar uiteindelijk wel veelzeggende passage in de Bijbel is de verzoeking van de Here Jezus in de woestijn (Matt. 4). Satan biedt daar de Here Jezus alle koninkrijken van de wereld aan als Hij voor hem knielt. Opmerkelijk is dat de Here Jezus niet antwoordt dat satan liegt, omdat alle koninkrijken onder heerschappij van God zouden vallen. Hiermee lijkt de Here Jezus impliciet te erkennen dat op dat moment satan het (zij het onder toelating van God) voor het zeggen heeft op aarde. Dit wordt ook bevestigd door wat in Hebreeën 10:13 is geschreven. Daar staat dat Jezus Christus momenteel wacht totdat zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten zijn gemaakt. Pas als dat gebeurd is, keert Hij weer op aarde om Zijn heerschappij te vestigen.
Vanuit deze tekstgedeelten mag duidelijk zijn dat God momenteel niet over de schepping regeert en daarom ook niet ons gehele leven kan leiden en bepalen. Al het goede dat de aarde nog voortbrengt, is een overblijfsel van wat God er bij de schepping heeft ingelegd. Al het verkeerde dat gebeurt, wordt veroorzaakt door ons mensen, door de zonde verziekte natuurprocessen en door boze machten.
De vraag is nu waarom satan als heerser over de aarde nog niet zo verwoestend en verslindend tekeer gaat zoals bijvoorbeeld in de eindtijd het geval zal zijn. Het antwoord op deze vraag is te vinden in Openbaring 12, dat over de eindtijd gaat. Daar staat beschreven dat de satan na een strijd met Michaël vanuit de hemelen op aarde geworpen wordt. De hemelen zijn op dat moment bevrijd en kunnen feestvieren. Voor de aarde breekt op dat moment een ellendige tijd aan, omdat satan zich geheel op zijn heerschappij daar gaat richten, aangezien hij tot de hemelen geen toegang meer heeft. Momenteel ligt de prioriteit van de boze machten nog bij de hemelen en niet bij de aarde. Daarom kunnen wij nu nog in betrekkelijke rust leven.
Besluit
Samengevat kan gesteld worden dat de traditionele leer betreffende de voorbestemming bijbels en logisch redenerend gezien onhoudbaar is. Hoewel God voorziet wat ons en komende geslachten te wachten staat, is het niet zo dat Hij alles wat gebeurt regisseert. Wat momenteel in de wereld gebeurt, wordt hoofdzakelijk door ons zelf, de boze machten of natuurprocessen veroorzaakt. Zodoende kan ons onverwacht en onverklaarbaar zowel geluk als catastrofe treffen. Of zoals Prediker 9:11 leert:
"Wederom zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen de gunst, want tijd en toeval treffen hen allen."
Tot zover dit eerste deel van de behandeling van het onderwerp voorbestemming. In het volgende artikel zullen de volgende punten aan bod komen:
- Het begrip voorbestemming in het nieuwe testament
- De betekenis van voorbestemming voor ons als gelovigen in deze tijd
- Wat doet voorbestemming met ons aardse leven?