Kracht
Als een zwak mensenkind kwam de Here Jezus in deze wereld en woonde onder Zijn oude bondsvolk. Ten dele is die zwakheid schijn, want Gods kracht wordt juist in en door de Here Jezus openbaar. Christus is de "kracht Gods", zegt de apostel Paulus in 1 Korintiërs 1:24. Kracht is hét kenmerk van het Koninkrijk Gods (1 Kor. 4:20). De Here Jezus heeft iets laten zien van die kracht toen Hij op aarde was. Hij sprak krachtige woorden en deed grote wonderen. Hij genas mensen en wekte doden op. Het viel de mensen duidelijk op: “Vanwaar heeft Hij die wijsheid en die krachten?" (Matt. 3:54) De ongelovigen namen aanstoot aan hem, de gelovigen (h)erkenden Hem als de Zoon van God. Zij namen hun toevlucht tot Christus, de sterke Rots.
Ook vandaag wordt de kracht van de Here zichtbaar in levens van mensen. God verandert mensenlevens. Getuigenissen te over! Waar de wereld tekortschiet, waar de mens met lege handen toekijkt, daar kan God zijn kracht manifesteren. De Here Jezus heeft gezegd: "Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde." (Matt. 28:18) Nu is die macht nog verborgen, maar in de toekomst zal die kracht zichtbaar worden voor alles en iedereen in de hele wereld!
Boekrol
Christus zal Zich openbaren als de Leeuw uit de stam Juda, de Koning der Joden. Hij zal de wereldheerschappij overnemen en komen “tot wederoprichting aller dingen” (Hand. 3:21).
In Openbaring 5 lezen wij, dat alleen Hij daartoe waardig en bekwaam is. De geschiedenis van de eindtijd wordt daar voorgesteld in “...een boekrol, beschreven van binnen en van buiten, welverzegeld met zeven zegels” (vs. 1). Dan wordt er gevraagd wie waardig is deze boekrol te openen en niemand in de hemel, op de aarde of onder de aarde blijkt die waardigheid te bezitten. En dan lezen wij van Johannes: “En ik weende zeer” (vs. 4). Waarom was Johannes nu zo diep ontroerd? Wel, het antwoord staat erachter: “Omdat niemand waardig was gebleken de boekrol te openen of die in te zien!”
Dat zou dus betekenen, dat er niemand is die de geschiedenis van deze wereld kan voleindigen!
Daarom is Johannes uiterst bedroefd. Het gevolg daarvan is namelijk, dat de wereld volkomen aan zichzelf is overgeleverd en zou wegzinken in haar eigen moeras van zonde en verderf! Er zou geen einde komen aan al de problemen die er zijn. De ellende, onvrede, haat en nijd, bloedvergieten, enzovoort. Het zou alsmaar voortduren. De samenleving zou volkomen ontspoord raken.
Dat is het eerste wat we uit deze woorden leren. Het tweede is, dat geen enkel schepsel in staat blijkt te zijn de (wereld)geschiedenis ter hand te nemen en onder controle te houden. Niemand: geen engel uit de hemel, geen mens op aarde, geen onderaardse macht!
Mensen denken vandaag hun eigen boontjes te kunnen doppen. Voortvarend als altijd pleegt men overleg, worden conferenties gehouden, allemaal met hetzelfde thema: een (betere) wereld. Koortsachtig wordt gewerkt aan ‘het paradijs op aarde’. Echter, elke poging van dien aard is gedoemd te mislukken, want sinds de zondeval is de mens(heid) niet meer in staat opbouwend werk te verrichten! Zo´n 6000 jaar menselijke geschiedenis heeft dat voldoende bewezen.
Hoop
Is er dan geen hoop meer? Wie zou dan wel voor een fundamentele, constructieve wending kunnen zorgen? Het antwoord vinden wij in dit vijfde hoofdstuk van het laatste bijbelboek: "En één uit de oudsten zeide tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen" (vs. 5).
Hij, Die eeuwen tevoren is aangekondigd als de Messias van Israël, is de Verlosser der wereld! Johannes slaat bij het horen van dit goede nieuws zijn betraande ogen op en ziet "...een lam staan, als geslacht" (vs. 6). Daarmee wordt de geschiedenis van 2000 jaar overbrugd. Alleen Hij is waardig de boekrol te openen, de Leeuw uit de stam Juda, de Here Jezus Christus, die eens op aarde kwam als het Lam van God om de losprijs te betalen. Toen is de Leeuw gedood, als een lam ter slachting geleid. Maar die Leeuw is opgestaan uit de dood en God heeft Hem “...uitermate verhoogd en Hem de Naam boven alle naam geschonken...” (Filipp. 2:9).
En als Hij Zich zal openbaren als de Koning der koningen en de Here der heren (Opb. 19), zal Hij de boekrol nemen en de zegels verbreken. Hij zal door de oordelen heen Zijn Rijk van gerechtigheid en vrede stichten (vgl. Jes. 9:6) en alle dingen weder oprichten. Dan zullen de tongen in beweging komen en Hem de eer geven:
“Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen
de macht en de rijkdom, en de wijsheid en de sterkte,
en de eer en de heerlijkheid en de lof.”
Openbaring 5:12