Licht
Aan het begin van de Bijbel zien we hoe God licht brengt in de duisternis. Slechts door Zijn Woord te spreken: "Er zij licht", ontstond er een nieuwe situatie. God bracht licht in de duisternis, zodat de 'strijd' tussen licht en duisternis zich door de eeuwen heen heeft voorgezet tot op de huidige dag. Aan het einde van de Bijbel lezen wij de bekende woorden van de verhoogde Christus: "Zie, Ik maak alle dingen nieuw." (Openb. 21:5) Verderop in dat hoofdstuk lezen we, dat er "geen nacht" meer zal zijn in het nieuwe Jeruzalem. Uiteindelijk zal alle duisternis verdwijnen, wanneer God zal zijn alles en in allen. Want God is Licht en in Hem is in het geheel geen duisternis!
Israël
In Exodus 12 lezen we over de verlossing van Israël. De HERE maakt een nieuwe start. Het gewone, burgerlijke jaar begon in de maand Tishri (dat is nu de 7e maand). De HERE stelt echter een nieuwe jaartelling in: het jaar moest voortaan beginnen met de maand Abib (zie Exod. 13:4), later na de ballingschap ook genoemd: Nisan (d.i. maart/april). Volgens Flavius Josephus gold deze jaartelling voor het 'godsdienstige' jaar. Voor economische zaken als koop en verkoop plus een aantal andere dingen bleef de oude volgorde gelden. Dit zgn. 'burgerlijke' jaar begint dus op de eerste van de 7e maand, Tishri.
'Abib' betekent: aren. Het is de lentemaand. De winter is voorbij, het voorjaar begint. Het vroege graan komt op en kleurt de akkers. Het nieuwe leven ontluikt als teken van hoop.
Wat de vernieuwing betreft is deze verandering in jaartelling natuurlijk zeer toepasselijk. Immers, het volk van Israël stond op het punt verlost te worden. Na jarenlange onderdrukking en slavernij in Egypte, is het moment aangebroken, dat God omziet naar het volk, dat Hij liefheeft. Hij heeft een leidsman geroepen, Mozes, en hem de opdracht gegeven de Israëlieten uit Egypteland te leiden naar het land der belofte.
Israël treedt hier als volk uit de volkerenfamilie naar voren en wordt door God afgezonderd, hetgeen later bevestigd wordt in het verbond, dat Hij met hen sluit. Door de verandering van jaartelling mocht Israël direct leren, dat er voor hen een nieuw tijdperk zou aanbreken, waarin de HERE hen zou leiden en onderwijzen.
Symboliek
Het velossings- of vernieuwingsfeest waar we het over hebben heet Pascha. Het Griekse woord 'Pascha' komt van het Hebreeuwse 'Pesach' en betekent: voorbijgaan (vgl. het engelse 'Passover'). We denken daarbij aan hetgeen in Exodus 12 geschreven staat. De Israëlieten kregen de opdracht het bloed van het Paasoffer aan de deurposten te smeren als bescherming voor het oordeel van God: "…en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik aan u voorbij." (vs. 13) Daarnaast kan het ook wijzen op de tijd, die voorbijgegaan is (in Egypte) en de nieuwe tijd die nu aanbreekt.
Eén ding is wel duidelijk: alles rondom het Pascha wijst op het verlossingswerk van de Here Jezus Christus. Deze 'vernieuwingsdaad' van God in de geschiedenis van Israël past volkomen in Zijn verlossingsplan met deze wereld en vindt z'n basis (en tegelijk z'n vervulling) in het verlossingswerk van de Here Jezus.
In die zin zijn de inzettingen en gebeurtenissen uit het verre verleden een geweldige onderwijzing omtrent de grote Verlosser, waarvan Paulus later schrijft: "…want ook ons Paaslam is geslacht, Christus." (1 Kor. 5:7)
Pascha is het eerste in een cyclus 'feesten' of 'inzettingen', dat eindigt met het zevende en laatste feest, in de zevende maand: het Loofhuttenfeest. Aan dit zevende feest is dan nog een achtste dag verbonden, waarmee wordt aangegeven, dat er na de periode van verlossing weer een nieuw, oneindig begin volgt, nadat Gods plan der eeuwen is voltooid.
Nieuwe start
De toestand van Israël in Egypte is te vergelijken met die van de zondaar. De natuurlijke mens verkeert in de slavernij der zonde. Efeziërs 2 zegt; "Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt..."
'Zonde' en 'dood' zijn begrippen die kenmerkend zijn voor de natuurlijke mens. Voor die mens geldt maar één uitzicht en dat is het oordeel van God. Dat wil zeggen, tenzij hij onderweg tot geloof komt in de Here Jezus, want dan verandert alles.
In 2 Korinte 5:17 getuigt de apostel Paulus: "Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit alles is uit God…" Zoals de Here God destijds Mozes als 'verlosser' zond tot Israël, zo zond God de Meerdere van Mozes, de Here Jezus Christus, in deze wereld om 'Zijn volk' uit te leiden. Voor de mens die tot Jezus komt en Hem in geloof aanvaardt als Heiland en Heer breekt er een nieuwe tijd aan.
De Heiland Zelf zegt in Johannes 5, vers 24: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie Mijn woord hoort en Hem gelooft, Die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven."
Wie gelooft wordt een kind van God, en in Christus een nieuwe schepping. Daarmee is het oude voorbijgegaan. Dat wil zeggen: God rekent niet meer met hem of haar als mens in Adam, maar als een nieuwe mens in Christus. Wie een kind van God geworden is heeft een nieuwe start gemaakt en mag zich voortaan richten op de toekomst.
Bevrijd uit de slavernij der zonde, ja, zelfs verlost uit de macht der duisternis, volgens Kolossenzen 1:13. Wie tot geloof komt wordt opnieuw geboren. God begint met hem of haar als het ware een nieuwe jaartelling. Het 'godsdienstig jaar' breekt aan. Maar dan wel die van de ware Godsdienst: "Ik vermaan u dan, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst." (Rom. 12:1)
Voor de gelovige is alles nieuw geworden. Eerst dood in zonden en misdaden, nu levend voor God in Christus Jezus. De rijkdom van de verlossing in de Here Jezus brengt niet alleen vergeving van zonden, maar ook nieuw leven, een nieuwe relatie met God, een nieuwe toekomst, vol van heerlijkheid. Maar.... we ondervinden dat nog niet 'aan den lijve', want de verlossing is nu nog slechts een geestelijke realiteit. Ons lichaam zal de grote vernieuwing nog ondergaan, en dat zal gebeuren, want God is getrouw. Elke keer als er weer een nieuwe dag of een nieuw jaar aanbreekt is dat een teken voor de wereld, voor Israël en ook voor ons persoonlijk: Alles wordt nieuw!