Belijden - geen goedkoop Evangelie!
Begin november waren mijn vrouw en ik in de IJsselhallen in Zwolle, waar Open Doors een indrukwekkende dag hield. Broeder Anne van der Bijl heeft 51 jaar geleden Gods roepstem gevolgd en dat heeft hem bij vele vervolgde broeders en zusters over de hele wereld gebracht. We luisterden naar toespraken en getuigenissen van hem en anderen. Er waren stands met informatie over heel wat werk dat op dit moment gebeurt onder vervolgde christenen. Je kon boeken kopen, veel boeken. Eén van de stands trok mijn aandacht. De achterwand van die stand was namelijk helemaal vol geplakt met afdrukken van grote containers. Containers vol met christenen! Opgeborgen… om ze te breken, om van ze af te zijn, omdat ze christen zijn en van de Here Jezus houden. Vreselijk, zeker als je je realiseert wat er binnen in die containers moet gebeuren. Overdag loopt de temperatuur soms wel op tot 50 graden, ´s nachts koelt het ook erg af. Daarbinnen… broeders en zuster van u en mij!
Geloven betekent heel vaak lijden. In ieder geval voor heel veel christenen op deze wereld. Tussen haakjes: Wat leven wij hier in Nederland dan nog in een lui-lekkerland, vindt u ook niet? Wie weet hoe lang we nog ´lekker lui´ kunnen zijn, maar dat is niet waar ik nu met u over wil nadenken.
Mattheüs 10
Geloven heeft consequenties. De Here Jezus dienen, betekent bereid zijn Hem te volgen waar hij ook gaat. De discipelen in Mattheüs 10 hadden alles in de steek gelaten en waren de Here Jezus gevolgd. Ze hadden verwonderd gezien hoe Hij zieken genas, demonen uitdreef en woorden sprak die je hart deden opspringen. Nu, hier in Mattheüs 10, stuurt de Here Zijn discipelen er zelf op uit. Hij geeft hen macht over onreine geesten, en om ziekten en kwalen te genezen. Dat moet wat geweest zijn toen die discipelen merkten dat die macht in hen begon te werken.
Ter voorbereiding van hun vertrek zegt de Here hen nog een aantal dingen.
´Ga alleen naar de verloren schapen van het huis van Israël, niet naar de heidenen of de Samaritanen (vers 5). Jullie opdracht vraagt veel van jullie, je gaat als schapen onder de wolven, wees dan ook voorzichtig als slangen en argeloos als duiven´ (vers 16).
Bemoedigend als je bedenkt dat een wolf over het algemeen wel weet wat hij met een schaap moet doen. De Here gaat door: ´Ze zullen jullie overleveren (vers 17), voor stadhouders en koningen stellen (vers 18), jullie zullen door allen gehaat worden om mijns Naams wil´ (vers 22).
Besef goed dat jullie Mijn discipelen zijn, Mijn volgelingen, ´die niet boven Mij staan of als een slaaf boven hun Heer zouden staan´ (vers 24). Wel eerlijk, maar…?
Persoonlijk geloof ik dat sommige van de dingen die de Here Jezus hier zegt, de discipelen ook wel zullen zijn overkomen. Toch denk ik dat deze dingen pas ten volle waarheid zullen worden in de toekomst. Als Israël weer tot geloof zal zijn gekomen en er een geweldige taak vóór hen ligt: de prediking van het evangelie van het Koninkrijk der hemelen (vers 7). Maar ook dat even terzijde. De Here besluit Zijn voorbereidende en waarschuwende opmerkingen met de woorden uit vers 32 en 33: “Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochend zal hebben voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is”.
Zó stuurde Here Zijn discipelen destijds weg met een bijzondere macht, goed voorbereid en ingelicht over de dingen die zouden gaan gebeuren.
Wat erin zit, moet eruit komen
Misschien is de les hieruit wel: Er bestaat geen goedkoop evangelie! Als je tot geloof gekomen bent, dan heb je iets van God ontvangen, dat niet van jou is, maar van Hem. Nieuw leven, een nieuwe mens. Uit God geboren! We zijn gekocht en betaald, Zijn eigendom. God is een werk in ons begonnen en hij zal dat ook voleindigen tot op Zijn dag. Hij, Die u roept is getrouw, Hij zal het ook doen! Wat er door God in (in je binnenste) is gestopt, moet er ook eigenlijk wel uitkomen! Met vreze en beven uitwerken, wat God erin heeft gestopt! En al doende dan ook nog leren dat ook het uitwerken ervan, niet van ons is, maar dat Hij Zelf zowel het willen als werken in ons werkt.
Ik las pas dat men in de RK-Kerk de aflaat weer in ere wil herstellen. Op de één of andere manier weer wat gaan toedoen aan onze behoudenis? Dat kan volgens de Bijbel absoluut niet. Ik las op internet een artikel dat ging over een ´goddelijke aflaat´. Ook God heeft iets ´te koop´. Lees maar in Jesaja 55, vers 1: “O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!”
Wat God aanbiedt, is vergeving van zonden door het volbrachte werk van zijn Zoon op het kruis van Golgotha.
U weet wel van die zonden die ons zo makkelijk in de weg staan; zonden die ons van God af trekken, die onze relatie met Hem zo kunnen vertroebelen, en die ons vervolgens helpen om negatief, soms vol afschuw, naar onszelf te kijken. Door die zonden zijn we, ieder mens, gevangen, en uiteindelijk volgt daar de dood op. De dood, het loon van de zonde! Het is een moordende killer tot het moment dat je toegeeft en zegt tegen God dat het je niet alleen lukt en uitroept: ´k Heb Jezus nodig, heel mijn leven! Dan ontvang je vergeving van zonden, om niet, zonder iets te betalen, zonder enige arbeid van jouw kant, geen jarenlang gezwoeg om maar een beetje beter te worden, of wat dan ook. Helemaal om niet, zonder prijs en zonder geld.
Geen goedkoop Evangelie
Dát is absoluut geen goedkoop evangelie! Integendeel, het heeft God alles gekost, Zijn eigen geliefde Zoon. Wie zal omschrijven wat er in onze hemelse Vader moet zijn omgegaan, toen Hij Zijn Zoon zó lijden zag. De Here verdroeg smaad, laster, hoon, slagen en spuug. Ze sloegen Hem aan een kruis, waar hij stierf en daarna begraven werd. Maar Hij stond op en leeft nu! Om aan een ieder die gelooft eeuwig, onvergankelijk leven aan te bieden, om niet! Zonder er zelf ook maar iets voor te betalen, zonder enige verdienste van jouw kant. Helemaal ´om niet´, zonder prijs en zonder geld!
Maar aan dat evangelie zit wel veel vast, namelijk: belijden. Belijden dat Jezus Heer is, ook in jouw leven: wat God erin heeft gestopt, moet er ook uit komen. Hoe zei de Here dat ook al weer tegen Zijn discipelen? “Een ieder dan, die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is”. Aan geloven, aan een discipel van de Here Jezus zijn, zit ´belijden´ vast. Belijden dat Jezus de Christus is. Dat deed Petrus toen de Here hem heel persoonlijk op de man af vroeg: “Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben?” Toen kwam hij met de schitterende woorden: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” (Matt. 16:16). Je komt in de Bijbel nogal wat belijdenissen tegen. Denk eens aan de woorden van de kamerling uit Handelingen 8: “Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is” (vers 37) of de indringende belijdenis van Martha: “Ja, Here, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komen zou” (Joh. 11:27).
Bekend is het woord ´belijden´ ook als het gaat om zonden belijden. Ik hoop echt dat het je bekend is. De Bijbel neemt ons vaak mee naar mensen die hun zonden belijden. Ik denk nu bijvoorbeeld aan Spreuken 28, vers 13: “Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn. Maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming”. De Bijbel roept ons op om zonden te belijden. Zo zegt Johannes in 1 Johannes 1, vers 9: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid”. Je hebt er als gelovige echt baat bij als je verkeerde dingen belijdt.
Ontdek de kracht en zegen van belijden
Dat wordt heel duidelijk als je gaat opzoeken wat dat woord ´belijden´ in het Grieks betekent. Het komt van het Griekse werkwoord homo´logeo. Het laatste gedeelte is afgeleid van het Griekse woord ´logos´ en dat betekent ´woord´. Het eerste deel ´homo´, betekent: hetzelfde. Iemand die dus belijdt, is iemand die instemt met de woorden die een persoon spreekt. Of, anders gezegd, iemand die belijdt is iemand die hetzelfde zegt als een ander. Ik adviseer je, daar eens over na te denken.
Als je tot geloof bent gekomen, vraagt de Here of je, omdat Hij iets uit Hem Zelf in je heeft gelegd, of je nu Zijn Naam wilt belijden. Dan zal dat nieuwe leven zichtbaar worden. Je zet dan je licht niet onder een korenmaat, maar het wordt zichtbaar dat je anders bent: “Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts” (Efe. 5:8). Dat wil zeggen dat je jezelf niet schaamt voor zijn Naam, maar met een Petrus, Paulus, Johannes, Martha en vele anderen openlijk wilt belijden: Jezus is Heer! Dat je hetzelfde gaat zeggen als wat God zegt over Zijn Zoon: “Deze is mijn Zoon, de Geliefde, in Wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!” (Matt. 17:5).
Volgende keer: slot.