Nederlandse media vonden dit GEEN nieuws: Democratische vooruitgang USA in één klap ongedaan
Habeas Corpus
In 1679 werd in Engeland één van de meest basale grondrechten, het recht op ´habeas corpus´, geformaliseerd: ‘habeas corpus ad subjiciendum’. Zonder dit recht zijn andere grondwetten vrijwel zonder betekenis. Al lang, eeuwen, daarvoor werd dit recht dan ook al als vanzelfsprekend beschouwd. Op dinsdag 17 oktober schafte de Verenigde Staten dit recht weer af. Een historische daad die volgens sommigen eeuwen juridische en democratische vooruitgang in één klap ongedaan maakt. Zonder veel overdrijving kun je stellen dat de Amerikanen nu zonder effectieve grondwet zitten. Vanaf 17 oktober 2006 kan G.W. Bush (lees: de Amerikaanse president) iedereen die hem niet aanstaat betitelen als ‘enemy combattant’ en hem opsluiten voor onbepaalde tijd. Zonder recht op hoor of wederhoor. Zonder zelfs het recht te weten waarvan je wordt beschuldigd, het zgn. ‘habeas corpus’: het recht gehoord te mogen worden en het recht op verdediging.
Military Commission Act 2006
Deze wet geeft rechtbanken het recht om ‘hearsay’ -verklaringen van ‘horen zeggen’- als bewijs te gebruiken, mits de rechters de getuige betrouwbaar achten. De Wet is door de Senaat geloodst, ondaks scherpe kritiek. De Amerikaanse burgerrechtenorganisatie ACLU vatte de belangrijkste bezwaren als volgt samen: 'De president kan nu, met toestemming van het Congres, mensen voor onbepaalde tijd vasthouden zonder enige aanklacht, afschuwelijke mishandelingen toestaan, mensen laten berechten op basis van geruchten, tribunalen toestaan die mensen ter dood veroordelen op basis van een verklaring die letterlijk uit verdachten is geslagen en ten slotte de verdachten het recht ontzeggen hun gevangenschap aan te vechten bij een gewone rechtbank.' Ook uit andere hoeken komt kritiek. Volgens The New York Times vertoont de wet 'tirannieke' trekken en is de Amerikaanse democratie 'the big loser', Amnesty International beschuldigt de regering van 'het geven van groen licht voor het schenden van mensenrechten' en zelfs een enkele Republikeinse senator pleit voor een gematigde versie van de wet.
De Act geeft de president het recht zelf te interpreteren wat toelaatbaar is voor de behandeling van gevangen. Naar eigen inzicht.
Dit alles past bij de ontwikkelingen, die sinds de aanslagen van 11 september 2001 in gang gezet zijn:
- 20 september 2001, minder dan twee weken na 9/11 kondigt president Bush een nieuwe speciale binnenlandse politie aan, het bureau voor Homeland Security. Het hoofd van deze politie rapporteert direct aan Bush.
- 7 oktober 2001, minder dan een maand na 9/11, op, begint de oorlog in Afghanistan. De dag erna wordt het bureau van Homeland Security officieel gevestigd.
- 26 oktober 2001 wordt de Patriot Act aangenomen zonder enige vorm van democratisch proces. De Patriot Act neemt formeel enkele van de belangrijke fundamenten onder de Amerikaanse democratie weg. De act geeft politie en veiligheidsdiensten verregaande volmachten zonder dat het nodig is deze te laten goedkeuren door een rechter. Strict gesproken is Amerika sinds 26 oktober geen democratie meer, in ieder geval niet zoals de oorspronkelijke oprichters van de Verenigde Staten het bedoeld hadden.
- juni 2002 het bureau van Homeland Security wordt getransformeerd tot het ministerie van Homeland Security. Dit ministerie is met 169.000 ambtenaren en een begroting van 37 miljard op het ministerie van defensie na in één klap het grootste ministerie.
- 14 juli 2002 president Bush initieert een speciaal programma, TIPS, waarbij minimaal één miljoen vrijwilligers (4% van de bevolking van de grote steden) de rest van de bevolking in de gaten moet houden en verdachte activiteiten moet rapporteren. Dit percentage is hoger dan de Oostduitse Stasi destijds hanteerde voor hun interne infiltratie systeem. Aan het hoofd van het Amerikaanse TIPS programma staan de mensen die dat ook deden bij de Oostduitse geheime dienst (Stasi) en de Russische geheime dienst (KGB). Stasi Generaal Marcus Wolf. KGB generaal Yevgeny Primakov, Alaxander Karpov en Oleg Kalugin. Het programma is gestopt door het congres maar zal via de Patriot Act III weer zijn herintrede doen.
- 25 November 2002 de Homeland Security Act wordt getekend. Onder deze act mag het leger ook binnen de landsgrenzen worden ingezet, tegen de eigen bevolking. De wet geeft de Homeland Security en andere politiediensten het recht privelevens van burgers te onderzoeken zonder toestemming van een rechter en zonder directe verdenking.
- 7 februari 2003 de Patriot Act II wordt aangekondigd. Deze act maakt het mogelijk om mensen naar willekeur hun staatsburgerschap te ontnemen, neemt elk democratisch controlemiddel op politieingrijpen weg en geeft de interne veiligheidsdiensten formeel volmachten die ook Nazi veiligheidsdiensten hadden. De Patriot Act II wordt nog aangevuld met de Victory Act die allerlei kleine overtredingen opwaardeert tot zware misdaden en allerlei nieuwe soorten misdaden defnieert waaronder omgekeerd witwassen van geld, narco-terrorisme, en zo meer.
- 19 maart 2003 ondanks dat de speciaal aangewezen en reeds lang aanwezige wapeninspecteurs altijd bleven verklaren dat er geen massavernietigings wapens aanwezig waren in Irak, wordt Irak aangevallen met als reden ‘de aanwezigheid van massavernietigings wapens’. De zogenaamde WMD’s zijn nooit gevonden. De plannen voor de oorlog op Irak waren al ruim voor 9/11 gemaakt. De president maakt zonder veel ophef al sinds zijn aantreden alle door het congres aangenomen wetten die hem niet uitkomen weer ongedaan met zgn. Signing-statements. Meer dan 750 wetten zijn op die manier terzijde geschoven.
- 17 oktober 2006 G.W. Bush maakt van de Verenigde Staten formeel een politiestaat door de ´Military Commission Act´te ondertekenen.
Uit: www.hetechtenieuws.nl/2006-10-21.htm
De nieuwe antiterrorismewet in de VS mogelijk in strijd met internationale verdragen
De Finse jurist Martin Scheinin, expert bij de VN, zei dat de nieuwe Military Commissions Act die de Amerikaanse president George Bush heeft ondertekend bepalingen bevat die onverenigbaar zijn met door de Verenigde Staten ondertekende verdragen. Het belangrijkste punt is dat de Amerikaanse president iedereen, ook Amerikaanse staatsburgers, zonder aanklacht kan bestempelen tot ‘onwettige vijandelijke strijder’, een term die in het internationale humanitaire recht onbekend is. Gedetineerden komen daardoor niet onder de rechtsmacht van een burgerrechter te vallen, maar onder die van een militaire commissie.
Voorts wordt buitenlanders, ook degenen met een legale, permanente verblijfsstatus in de VS, het recht ontzegd om de rechtmatigheid van hun detentie aan te vechten. Dit is volgens Scheinin in duidelijke tegenspraak met het internationale convenant over burger- en politieke rechten dat de VS in 1992 hebben geratificeerd. Een andere zorg is dat gedetineerden geen inzage krijgen in ontlastend bewijsmateriaal als dit materiaal als geheim wordt bestempeld. Dit tast het recht op een eerlijk proces aan, aldus Scheinin.
Ook het Internationale Comité van het Rode Kruis, de hoeder van de Geneefse conventies, heeft zijn zorg en twijfels uitgesproken over de nieuwe wet. Scheinin zei dat hij ook bedenkingen heeft over de Patriot Act, de geheime detentiecentra van de CIA en het naar andere landen sturen van verdachten door de VS.
Bronnen: Nieuws.nl; EQgen.nl