“Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan” (1 Joh. 4:1).
Vrome overpeinzing
‘Contemplatie’ betekent ‘vrome overpeinzing’. Oorspronkelijk wordt het begrip in verband gebracht met de godsdienstoefeningen van kloosterlingen. Meditatieve methoden, die eeuwenlang een sluimerend bestaan hebben gekend in katholieke en oosters-orthodoxe kerken, bloeien op in hedendaagse kerken en kringen. De hernieuwde belangstelling begon ongeveer een kwart eeuw geleden, toen drie Trappistenmonniken, Abbot Thomas Keating, William Meninger en Basil Pennington, behorend tot een kloosterorde in Massachusetts in de Verenigde Staten, contemplatief gebed introduceerden bij een groep ‘niet contemplatieve’ christenen. Ze deden dit in respons op aansporingen vanuit het Tweede Vaticaanse Concilie om door middel van dialoog met vertegenwoordigers van andere godsdiensten contemplatief gebed nieuw leven in te blazen in de Rooms-Katholieke kerk. Een aantal oecumenisch georiënteerde katholieke theologen werden uitgenodigd, samen met een Zen Boeddhist en een voormalige Trappist die gespecialiseerd was in Transcendente Meditatie. Samen bedachten ze praktische vormen van contemplatief gebed, die door de ‘gewone man’ beoefend zouden kunnen worden. Mensen die gefascineerd waren door meditatieve vormen uit de oosterse godsdiensten, werd op deze manier een christelijk alternatief geboden.
William Meninger ontwikkelde bijvoorbeeld een simpele, eenvoudig aan te leren gebedsmethode, waarbij men door het herhalen van een enkel ‘heilig woord’ in stille staat van diepe communicatie met ‘God’ geraakt. Men noemt de techniek ‘Centrerend gebed’, ook bekend als Ademhalings- of Repetitief Gebed. Hierbij wordt een korte zin of een woord langzaam herhaald, liefst op het ritme van het ademhalen, bijvoorbeeld: ‘Heer, ontferm U’, ‘Vader’, of ‘Jezus’. De bedoeling hiervan is te komen tot innerlijke reiniging en openheid voor geestelijke waarheden. Na een poosje gaat men iets ervaren. Deze ervaringen zouden van God afkomstig zijn.
Na een aarzelend begin raakten de leringen en praktijken van de contemplatieve beweging en met name het Centrerend Gebed wijd en zijd in Amerika en daarbuiten verbreid. Zie voor meer informatie bijvoorbeeld de website:
http://www.cuc.claremont.edu/interfth/Centering\centering_prayer.htm
Godsbeleving versus genade-evangelie
Contemplatieve Meditatie sluit prima aan bij een hedendaags Christendom, waarin bij velen een gemis aan godsbeleving wordt ervaren. De weg naar een werkelijke diepe ervaring van God kunnen we, zo beweert men, leren van de traditionele Rooms-Katholieke mystici, die door middel van meditatietechnieken tot allerlei religieuze ervaringen kwamen. Vaak worden ze als een soort geloofshelden afgeschilderd. Hun boeken worden opnieuw uitgegeven en zijn in bijna elke christelijke boekwinkel te vinden. Voorbeelden van enkele schrijvers zijn: Madame Guyon, Theresa van Avilla, Thomas a Kempis en vele anderen. In hun boeken is het bijbelse genade-evangelie niet te vinden. Daarentegen worden in deze contemplatieve beweging allerlei onbijbelse, mystieke technieken aanbevolen zoals: meditatie, visualisatie, geleide verbeelding, bidden met iconen en beoefenen van stilte. Ze worden vaak met een verdraaide bijbelse onderbouwing aan de man gebracht. Richard Foster, een van de belangrijkste voortrekkers van het Contemplatief Christendom laat in zijn boeken duidelijk zien dat het Centrerend Gebed eigenlijk niets anders is dan een westerse vorm van het ‘mantragebed’, een ontledigingstechniek die afkomstig is uit het Hindoeïsme. Ook in New-Age boeken en tijdschriften wordt opgemerkt dat het Christendom met het Centrerend Gebed haar eigen vorm van mantragebed kent
(zie: http://www.lighthousetrailsresearch.com/researchpaper.pdf).
Misleidend bijbels sausje
Met klem moet worden opgemerkt dat mantra-achtige gebedstechnieken nergens in de Bijbel worden geleerd, al worden ze vaak overgoten met een misleidend bijbels sausje om ze aan de man te brengen. Een misleidende of gebrek aan bijbelse onderbouwing is overigens een van de kenmerken van het Contemplatief Christendom. De leer wordt als onbelangrijk gezien. In de boeken van de reeds genoemde Richard Foster kunnen we van een misleidende bijbeluitleg vele treffende voorbeelden vinden. In ‘Het feest van de navolging, groeien in spiritualiteit’ wordt contemplatieve meditatie bijvoorbeeld over één kam geschoren met het bijbelse begrip ‘overpeinzen’. Op pagina 21 staat:
´Bekende personen in de bijbelse traditie kenden de weg van de meditatie: “Izak ging tegen het vallen van de avond uit om te peinzen in het veld” (Gen. 24:63). “Als met vet en merg word ik verzadigd, mijn mond looft met jubelende lippen, wanneer ik Uwer gedenk op mijn legerstede, in nachtwake over U peins” (Ps. 63:6,7).
Vanuit de (Hebreeuwse) grondtekst is er geen aanleiding om het peinzen, waarover in deze bijbelgedeelten gesproken wordt, te interpreteren als een meditatieve methode, het actief beoefenen van stilte of een mantra-achtige gebedsvorm. Het heeft gewoon de betekenis, zoals wij die ook kennen, namelijk het overdenken van persoonlijke zaken en/of het Woord van God.
Op de volgende pagina van zijn boek suggereert Foster zelfs dat Elia in 1 Koningen 19 dagen en nachten in de woestijn doorbracht om de stille stem van de Eeuwige te leren kennen. Het genoemde gedeelte laat echter duidelijk zien dat Elia naar de woestijn was gevlucht om zijn leven te redden en dat hij de stem van de HERE meteen al uitstekend verstond! Een dergelijke manier van verdraaiing van Gods Woord is kenmerkend voor de boeken van Foster en andere schrijvers uit de contemplatieve beweging. Het Woord moet dienen om eigen leringen te ondersteunen. Alle mogelijke moeite wordt gedaan om de lezer op het pad van de contemplatieve meditatie te loodsen, waarbij de meditatietechniek de weg moet vrijmaken tot God.
De waarheid luidt natuurlijk dat de weg is vrijgemaakt door het offer van de Here Jezus Christus, de enige Weg. “Want door Hem hebben wij beiden (Jood en heiden -HK) in één Geest de toegang tot de Vader” (Efe. 2:18). Door het geloof in Hem mogen we ons als kinderen met vrijmoedigheid tot onze hemelse Vader richten. De weg is vrij. Dat we, om in contact te komen met de Here, meditatieve methoden nodig zouden hebben, is een regelrechte leugen afkomstig uit de wereld van de duisternis. Het is verbazend dat deze technieken zo’n gemakkelijke ingang in de christelijke wereld vinden, terwijl ze bijbels niet kunnen worden onderbouwd.
Ook bijvoorbeeld in het boek ‘Doelgericht Leven’ van Rick Warren, dat in vele gemeenten wordt aanbevolen en gebruikt, wordt het zgn. ´ademhalingsgebed´ aanbevolen.
Op pagina 92 lezen we:
"De Bijbel zegt dat we 'onophoudelijk' moeten bidden. Hoe moeten we dat doen? Eén manier is om de hele dag door zogeheten ademhalingsgebeden te bidden, zoals vele christenen eeuwenlang hebben gedaan. Als ademhalingsgebed kunnen we een korte zin of een eenvoudige uitspraak gebruiken die we in één ademhaling tegenover Jezus kunnen uiten: 'U bent bij Mij'. 'U geeft mij uw genade'. 'Ik ben van U afhankelijk'. 'Ik wil u kennen'. 'Ik ben van U'. 'Help me om U te vertrouwen'. We kunnen ook een korte uitspraak uit de Bijbel gebruiken …. Bid deze gebeden zo vaak mogelijk, zodat ze een plek diep in uw hart krijgen. ….. Het besef hebben van de aanwezigheid van God is een vaardigheid, een gewoonte die we kunnen ontwikkelen."
Opnieuw een voorbeeld van oneigenlijke bijbeluitleg, waarmee de lezer tot meditatieve methoden wordt verleid. Het bijbelgedeelte waar de uitdrukking ‘onophoudelijk bidden’ genoemd wordt, vinden we in 1 Tessalonicenzen 5. Het gaat in dit gedeelte om het zoeken van een onafgebroken gemeenschap met de Here en in het bijzonder om daarbij voorbede te doen (zie vers 25). Het is belangrijk in te zien dat de gemeenschap van de gelovige met de Here in dit gedeelte, net als overigens overal in de Bijbel, wordt voorondersteld. Hoe zouden we onophoudelijk kunnen bidden, als we de gemeenschap met Hem door het geloof in Christus niet als een vaststaand feit zouden ervaren? Efeziërs 3:10 zegt:“…in wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben door het geloof in Hem.”
Warren wil ons laten geloven dat de bewustwording van deze gemeenschap door middel van mantra-achtige gebeden geoefend kan en moet worden. Dit is een leer die volkomen vreemd is aan de Bijbel. Sterker nog: het is een leer, die gevoed wordt door onbijbelse leringen, die door de tegenstander gebruikt worden om (goedwillende) christenen te misleiden!