Algemeen
Het laatste bijbelboek vormt de afsluiting van dat wat God wilde openbaren. Van allerlei zaken die in het eerste boek Genesis begonnen, wordt in Openbaring de afronding beschreven. Er liggen dan ook vele lijnen tussen deze beide bijbelboeken. De wederkomst van Jezus Christus staat centraal in dit bijbelboek; de officiële naam van dit boek luidt dan ook: "Openbaring van Jezus Christus" (hfdst. 1:1). Hierbij gaat het om openbaren in de zin van iets bekend maken; tegelijk gaat het in dit boek om de openbaring van Christus en alles wat daarmee samenhangt.
Schrijver, ontstaan en bestemming
Wie de schrijver is, maakt het eerste vers meteen al duidelijk: Johannes. Op zich is het vrij opmerkelijk dat van de vijf bijbelboeken die Johannes geschreven heeft, dit laatste bijbelboek het enige is, waarin we zijn naam als schrijver ook daadwerkelijk vinden! De naam Johannes is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Jochanan, dat 'De HERE is genadig' betekent. Het is alsof daarmee onderstreept wordt, dat juist temidden van de oordelen die in Openbaring beschreven worden, beseft moet worden dat de HERE genadig is! Algemeen aangenomen wordt dat dit bijbelboek rond 96 na Christus geschreven is. Toch zijn er ook argumenten dat Openbaring mogelijk eerder geschreven is; al gedurende de Handelingentijd.
Johannes bevond zich ten tijde van het schrijven op Patmos (hfdst. 1:9). Wat voor de zeven algemene zendbrieven geldt, geldt ook hier: Johannes had een apostelschap ten behoeve van de besnedenen (Gal. 2:9). Degenen voor wie het boek Openbaring bestemd is, worden in het boek zelf in lijn met Johannes' apostelschap beschreven als "Zijn dienstknechten (hfdst. 1:1); de "zeven gemeenten in Asia" (hfdst. 1:4) en "een koninkrijk (...) priesters voor Zijn God en Vader" (hfdst. 1:6). Met name deze laatste benaming bepaalt ons bij het volk Israël (zie Exod. 19:6).
Structuur gehele brief
A. hfdst. 1. Inleiding. De engel getuigt. Zie, Hij komt. De Zoon des mensen. Johannes viel voor Zijn voeten. Zeven sterren.
B. hfdst. 2 en 3. Het overblijfsel op aarde. De tijd van verdrukking. Aanmoedigingen om te overwinnen. Lijden met het oog op de nieuwe hemel en aarde, het paradijs en het nieuwe Jeruzalem.
C. 1 (a) hfdst. 4 en 5. In de hemel. De troon, het boek, het Lam, de vier dieren en alle schepsel.
(b) hfdst. 6:1-7:8. Op de aarde. De zes zegels. De honderdvierenveertigduizend uit de stammen van Israël.
2 (a) hfdst. 7:9-8:6. In de hemel. De schare die niemand tellen kon en het zevende zegel.
(b) hfdst. 8:7-11:14. Op de aarde. Het geschal van de zes bazuinen.
3 (a) hfdst. 11:15-19a. In de hemel. Het geschal van de zevende bazuin. Het Koninkrijk.
(b) hfdst. 11:19b. Op de aarde. De aardbeving, etc.
4 (a) hfdst. 12:1-12. In de hemel. De vrouw, het mannelijke kind en de draak.
(b) hfdst. 12:13-13:18. Op de aarde. De draak, het beest en de valse profeet.
5 (a) hfdst. 14:1-5. In de hemel. Het Lam en de honderdvierenveertigduizend.
(b) hfdst. 14:6-20. Op de aarde. De zes engelen.
6 (a) hfdst. 15:1-8. In de hemel. De zeven engelen met de schalen.
(b) hfdst. 16:1-18:24. Op de aarde. De zeven schalen.
7 (a) hfdst. 19:1-16. In de hemel. De bruiloft van het Lam.
(b) hfdst. 19:17-20:15. Op de aarde. Het laatste oordeel en de duizendjarige heerschappij.
B. hfdst. 21:1-22:5. De nieuwe hemelen en aarde. Het nieuwe Jeruzalem. Geen moeite meer, noch dood.
Het geboomte des levens. De overwinnaars beërven deze dingen.
A. hfdst. 22:6-21. Slot. Johannes valt voor de voeten van de engel. De blinkende Morgenster. De engel getuigt. Ja, Ik kom spoedig.
Doel en inhoud
Het doel van het boek Openbaring staat meteen al in het openingsvers: "... om Zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden ...". Dat wat 'geschieden moet' zijn de gebeurtenissen die plaatsvinden direct voorafgaand, tijdens en na de openbaring van Christus Zelf. Deze openbaring zelf wordt driemaal beschreven (hfdst. 6:12-17; 11:15-19 en 19:11-16). Openbaring geeft namelijk van begin tot einde niet zomaar een chronologische beschrijving van de gebeurtenissen, maar omschrijft deze juist in 'lagen', waarbij op een steeds intensievere wijze naar voren komt wat er allemaal te gebeuren staat. De eerste 'laag' wordt omschreven door middel van de zeven zegels (hfdst. 6 en 8:1 en 2). Hiermee komt een eerste beschrijving van de gebeurtenissen tot aan de openbaring naar voren. Daarna wordt er als het ware een tweede laag van beschrijvingen gegeven aan de hand van de bazuinen (hfdst. 8, 9 en 11:14-19), waarvan de laatste drie bazuinen "weeën" genoemd worden. Ook deze beschrijvingen gaan tot en met de openbaring van Christus. Dan volgen in hoofdstuk 16 de beschrijvingen van wat er op het moment van en direct na de openbaring van Christus plaatsvindt en wel aan de hand van de "zeven schalen van de gramschap Gods" (vs.1).
Kernteksten
"Zie, Ik maak alle dingen nieuw" (hfdst. 21:5).
De structuren die in deze artikelenserie staan, zijn deels gebaseerd op die van Dr. E.W. Bullinger en C.H. Welch.
Voor meer informatie over het ontstaan en de chronologie van de Nieuwtestamentische brieven raden we de Morgenrood-uitgave Gods Woord wijst ons de weg (ISBN 90-6694-199-5) aan.