Zelden of nooit gaan we in op wat anderen over ons publiceren. Deze keer maken we echter een uitzondering, omdat de kritiek ook de mening van meer Israëlvrienden vertolkt.
Daarbij komt - en het is goed daar eens op in te gaan – dat het artikel onjuistheden vermeld, suggestief is en ronduit abjecte uitspraken bevat!
Het vorige nummer van AMEN bevatte een aantal artikelen over Israël. Om het geheugen even op te frissen volgen hier de titels.
- Genade voor Israël
- Israël: Gods volk?
- Terugkeer
- De vreugde van Israëls herstel
Esschatologie
In Israël Aktueel (juni 2008, pag. 29) wordt onder de titel ´Eindtijdscenario´ alleen gerefereerd aan het artikel ´Terugkeer´. Daarin plaats ik - mede tegen de achtergrond van het proftisch Woord (Daniël 9 - de 70 jaarweken en Mattheüs 24 - de Grote Verdrukking) - een kritische noot bij organisaties die Joden adviseren en helpen terug te keren naar “het beloofde land” en miljoenen inzamelen om dat mogelijk te maken.
En dan komt het. We plaatsen de citaten cursief:
“Wie enigszins is ingewijd in een dergelijke eschatologie (leer van de laatste dingen) weet dat aan die laatste jaarweek van Daniël de opname van de gemeente voorafgaat. Probeer het u eens voor te stellen. Het volk Israël ondervindt een grote verdrukking en de volgelingen van Jezus zitten hoog en droog in de hemelse gewesten de bruiloft van het Lam te vieren”
Onjuist! Ik geloof niet, dat er een ´opname van de gemeente´ aan de grote verdrukking voorafgaat. Naar ons inzicht hebben de woorden in 1 Tessalonicenzen 4 geen betrekking op de Gemeente, het Lichaam van Christus en vindt genoemde wegvoering plaats bij de wederkomst van Christus op aarde, derhalve aan het einde van de laatste jaarweek van Daniël 9. Evenmin zitten wij ´hoog en droog´ in de hemel de bruiloft des Lams te vieren. In de eerste plaats meen ik, dat niet de Gemeente maar Israël de bruid is volgens de Schrift en ten tweede vindt die bruiloft - naar mijn overtuiging - niet in de hemel plats, maar op aarde. Dus, eerwaarde, niet alles over een kam scheren en eerst uw huiswerk doen, voordat u zoiets beweert!
Antisemitisme
Vervolgens wordt, met verwijzing naar ds. Willem Glashouwer, gezegd:
“Het is weer het oude liedje: de zegeningen voor de christelijke kerk, maar het oordeel, de vloek en de rampen zijn voor Israël. Dit dwingt hem tot de ongemakkelijke vraag: is dit niet een nieuwe vorm van antisemitisme?”
Ongetwijfeld zullen velen in de christelijke kerk dit liedje hebben gezongen, misleid door vervangingstheologie: de Kerk is in de plaats van Israël gekomen. Deze theologie heb ik, net als vele kerkelijke dogma´s, nimmer aangehangen en voel me daardoor dus niet aangesproken. Het laatste geldt wel voor de dubieuze suggestie, dat ik me wel eens schuldig zou kunnen maken aan ´christelijk antisemitisme´. Hoe verzin je het!
Volgens het woordenboek is een antisemiet een Jodenhater. Ik moge in mijn dienst aan de Here ruimschoots hebben aangetoond dat daarvan geen sprake is. Jarenlang mocht ik nauw betrokken zijn bij het werk van een stichting die, in tegenstelling tot Christenen voor Israël, wél een ´missionair streven´ kent. Dat wil zeggen, op integere wijze werd (en wordt gelukkig nog steeds) Joodse mensen over heel de wereld gratis een twee-talig Nieuw Testament aangeboden, opdat zij daarin kunnen lezen, dat Jezus hun van God gezonden Messias is. (Daarnaast wordt ook waar nodig en mogelijk materiële hulp geboden).
Het is voor mij werkelijk onbegrijpelijk, dat iemand die de Here Jezus persoonlijk heeft leren kennen als zijn of haar Verlosser, Hem niet van harte zou willen aanbevelen aan elk mens, Jood of heiden. Het is eerder andersom: Joodse mensen hun Messias onthouden, dat mag met recht antisemitisch genoemd worden, maar dan in de bijbelse betekenis van het woord.
Anti-shem betekent: anti-Naam. Ik schrijf het bewust met een hoofdletter. Hier is de Naam van God Zelf in het geding!
Petrus heeft gezegd ten overstaan van Joodse toehoorders: “En de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden” (Hand. 4:12).
De apostel Paulus schrijft in Romeinen 10:12 e.v.: “Want er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Immers, één en dezelfde is Heer over allen, rijk voor allen, die Hem aanroepen; want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen. Maar niet allen hebben aan het evangelie gehoor gegeven. Want Jesaja zegt: Here, wie heeft geloofd wat hij van ons hoorde?”
Paulus geeft precies aan hoe het zit: om behouden te (kunnen) worden. Moet men de Naam des Heren aanroepen; maar dan moet je wel in Hem geloven; om in Hem te kunnen geloven moet je wel van Hem horen en om van Hem te kunnen horen, moet Zijn Naam wel gepredikt worden. En Paulus onderstreept dit missionaire streven met een woord van Jesaja: ´Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen´.
Zelfs het feit, dat missie onder Israël tegenstand kan ondervinden en niet altijd tot geloof leidt, wordt door de apostel onderkend: “Maar niet allen hebben aan het evangelie gehoor gegeven”.
Auschwitz
En het wordt nog erger! De schrijver betoogt dat je de Joden niet nodig hebt voor je eindtijdverwachting: “Er is alleen maar behoefte aan de komst van de Verlosser. En dat is de Messias van Israël.” Ja, exact, en daarom is de toekomst van Israël zo nauw verbonden met de komst van de Verlosser. En daarbij kun je (en mag je!) het profetisch Woord niet opzij schuiven:
“Als mensen me lastig vallen met hun verhalen over die jaarweken van Daniël probeer ik me daar zo snel mogelijk aan te onttrekken. Over een grote verdrukking die het Joodse volk nog moet treffen zult u mij niet horen. Met collega Glashouwer zou ik zeggen: Auschwitz was kennelijk nog niet erg genoeg (volgens deze mensen).”
De laatste uitspraak is abject (verachtelijk). Niemand van ons zal willen beweren, dat de holocaust ´nog niet erg genoeg´ was. Wat laag bij de grond, zo´n opmerking! In mei jongstleden was ik nog eens met vrouw en twee zonen in het Oorlog- en Verzetsmuseum in Overloon. Opnieuw zijn we indringend bepaald bij de afschuwelijkheden van het Nazi-regime ten opzichte van Joodse mensen. Wat mij persoonlijk betreft: dat nooit weer!!
Het is ronduit kwetsend om korte tijd later in een artikel geschaard te worden onder mensen die vinden dat Auschwitz kennelijk nog niet genoeg was. Glashouwer en Hette Abma: schaam u!
Is dat taal voor dienaren van God tegenover mede-dienstknechten (ook al is er dan verschil van mening over bepaalde kwesties)?
Hoezeer onze persoonlijke gevoelens ook geraakt worden als we denken aan het lijden van Joodse mensen door de eeuwen heen, dat is geen reden om je daarom maar te onttrekken aan het Woord van God. Heel menselijk gesproken: van mij hoeft die 70e jaarweek niet en een grote verdrukking evenmin. Maar het gaat er niet om wat ik vind of wil.
Bijbelse waarheden ontkennen of terzijde schuiven, ter wille van onze eigen gevoelens of ideeën is op geen enkele manier goed te praten.
Eindtijd
Een laatste citaat uit het bewuste artikel:
“Uit de update van de profetieën zoals de balling van Patmos ons die geeft, leid ik wat anders af. Als de nood op zijn hoogst zal zijn, is de Redder nabij. Naar Gods plan zal dan het vrederijk aanbreken. Het lijkt me wijs om er rekening mee te houden, dat de Messias eerst nog een oordeel over de volkeren velt.”
Tussen twee haakjes: waar leert de Bijbel, dat Johannes als balling op Patmos was? Dat is theologie en geen bijbeluitleg!
´Als de nood op zijn hoogst zal zijn, is de Redder nabij´. Ja precies, en wanneer is de nood op zijn hoogst voor Israël? Wat zegt de Bijbel daarover? Zacharia 14 zegt, dat er een Dag voor de HERE komt “waarop de buit op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden. Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden.”
Afschuwelijk: Jeruzalem zal worden ingenomen door vijandelijke legers in de eindtijd en nota bene staat er: Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen…” God heeft daarin dus de hand. Waarom? Daar is maar één bijbelse verklaring voor te geven: omdat er een oordeel zal plaatsvinden over Israël in die tijd.
De 70e jaarweek van Daniël 9:27 begint met het sluiten van een verbond met een (vreemde) vorst. Aanvankelijk lijkt dat een succes, maar op de helft van die week zal diezelfde vorst zich tegen Israël keren, hetgeen leidt tot de komst van een ´gruwel der verwoesting´ (te denken valt aan een afgodsbeeld – vgl. Openb. 13:14) zoals de Here Jezus het noemt in Mattheüs 24. De Here waarschuwt alvast: “Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op – laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.” En dan wijst de Here op een grote verdrukking die er dan zal zijn.
Het is ontstellend om deze dingen te lezen, indrukwekkend. Maar dit is wat de Bijbel leert!
Het oordeel in de eindtijd begint bij (het afvallige) Israël, zoals ook uit Jeremia 25:17 e.v. valt af te leiden, en zal daarna worden voortgezet over de volkeren.
Zacharia 14 zegt, dat als Jeruzalem is ingenomen door heidense legers, de HERE zal uittrekken “om tegen die volkeren te strijden, zoals Hij vroeger streed ten dage van de krijg; zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg…”
Zacharia 13 vermeld, dat men in het vuur van de verdrukking de Naam des HEREN zal aanroepen: “ Zij zullen Mijn Naam aanroepen en Ik zal hen verhoren. Ik zeg: Dat is Mijn volk; en zij zullen zeggen: de HERE is mijn God” (vs. 9).
Daarmee wordt de wederkomst op aarde van de Messias van Israël, de Verlosser, een feit. Vergelijk daarmee wat de Here Jezus zegt in Mattheüs 24:29 e.v. Na de verdrukking van die dagen komt de Zoon des mensen op de wolken des hemels en dan zal Hij zijn engelen uitzenden om zijn uitverkorenen te verzamelen.
Dezelfde gebeurtenissen komen aan de orde in het boek Openbaring, dat volstrekt in overeenstemming is met wat profeten reeds lang geleden hebben voorzegd.
Natuurlijk zijn dit slechts een paar gedeelten uit vele profetieën, waarin over de toekomst van Israël gesproken wordt. Het voert nu te ver om ze alle te noemen. Wie er belangstelling voor heeft, verwijs ik graag naar het boekje ´Tertugkeer en herstel van Israël´ (te bestellen bij Everread Uitgevers).
Daarin de volgende hoofdstukken:
- Profetie en belofte
- Wie behoort het land toe?
- Israël, Gods volk?
- Wanneer begint het (definitieve) herstel van Israël?
- De HERE verstrooit, de HERE vergadert!
- Israëls herstel naar Gods beloften
- Het getuigenis van de Joodse Messias – over zending onder de Joden
Tenslotte
Het zal ons niet altijd in dank worden afgenomen, maar we blijven de bijbelse boodschap verkondigen, ook als het gaat om (de toekomst van) Israël. In alle bescheidenheid overigens, we claimen niet de wijsheid in pacht te hebben. Maar waar de Bijbel duidelijke taal spreekt, mogen (ja: moeten) wij dit ook doen.
Ook al zijn we dikwijls met leedwezen vervuld bij het lezen van sommige profetieën, we schuiven ze niet aan de kant. Integendeel, het is juist goed om de waarheid onder ogen te zien, ook al is dat soms moeilijk.
Bedenk wel: het profetisch Woord zal vervuld worden, precies zoals God het tevoren heeft laten optekenen. En Petrus zegt: Laten we er acht op geven , als op een lamp die schijnt in een duistere plaats. Want een ding is zeker, temidden van donkere wolken, schijnt het licht van Gods beloften… voor u en mij, voor Israël en de volkeren!