Dagelijks bijna 1700 telefoontaps in Nederland
Dit blijkt uit een brief die minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin woensdag naar de Tweede Kamer stuurde. In totaal zijn er in de tweede helft van vorig jaar 12.491 telefoonnummers afgeluisterd. Ter vergelijking: in de VS werden in het hele jaar 2208 gesprekken afgetapt. Bij 84 procent van de taps betrof het een mobiele telefoon en bij de overige gevallen ging het om vaste lijnen. Per dag luisterde de politie bij gemiddeld 1681 telefoons mee.
Bij de cijfers zijn de afluisteractiviteiten van de Nederlandse inlichtingendiensten niet meegenomen. De politie kan taps plaatsen na goedkeuring van zowel de officier van justitie als de rechter-commissaris, voor inlichtingendiensten volstaat de handtekening van de minister van Buitenlandse Zaken.
Het is de bedoeling dat de minister van Justitie in de toekomst jaarlijks een overzicht gaat geven van het aantal telefoontaps. Het is al langer bekend dat de Nederlandse staat op grote schaal gesprekken afluistert, maar concrete cijfers waren er tot nu toe nauwelijks. In 1998 werd becijferd dat er in Nederland in een jaar tijd 3000 vaste telefoons en 7000 mobiele telefoons werden afgeluisterd door de politie. Een jaarlijks totaaloverzicht is nu mogelijk omdat sinds juli vorig jaar alle taps worden bijgehouden door een team van het Korps landelijke politiediensten. (www.tweakers.net)
´Kralen rijgen´
De dagbladen maakten melding van de cijfers en trokken bijna zonder uitzondering dezelfde vergelijking: Nederland tapt per dag meer af dan de Verenigde Staten in een jaar. Daarna was het stil. Geen grote publieke verontwaardiging en ook de Tweede Kamer repte er verder niet over. Deze gelatenheid lijkt ook het College Bescherming Persoonsgegevens in zijn greep te hebben. Via de persafdeling laat het College desgevraagd weten dat ook zij 12.941 taps in een half jaar ‘heel veel vinden, maar dat er verder weinig over te zeggen te valt’.
De kalmte waarmee de tapstatistieken zijn ontvangen, tekent het Nederlandse privacydebat. Volgens Gerrit-Jan Zwenne, advocaat en universitair hoofddocent privacyrecht aan de Universiteit Leiden, komt dat doordat niemand de longue durée van privacyvraagstukken in ogenschouw neemt. Gerrit-Jan Zwenne: ‘De privacydiscussie wordt gefragmenteerd gevoerd. Ieder privacyvraagstuk wordt apart bekeken. Zo lijkt het alsof er enkel kleine, voorzichtige stappen worden genomen, maar bekijk je het over een langere periode, dan is er sprake van grote veranderingen. Het is net kralen rijgen, iedere keer een klein beetje. Ieder kraaltje op zichzelf is van weinig betekenis, maar alle kraaltjes samen maken een lange ketting.’ (www.groene.nl)
Niets te verbergen? Dat had u gedacht!
Wie niets te verbergen heeft, hoeft ook nergens bang voor te zijn. Die geruststellende mantra mogen gezagsdragers graag bezigen als ze weer eens een maatregel invoeren die de privacy van burgers in ons land verder uitholt. En tot nu toe werkt het mantra uitstekend: veel Nederlanders maken zich geen zorgen over het toenemende aantal inbreuken op hun privéleven. Ze hebben een groot vertrouwen in een machtige en alwetende staat. Nederland is daarin bijna uniek. Vrijwel nergens ter wereld wordt de persoonlijke levenssfeer van de burger sneller en geruislozer afgebroken dan hier. Oost-Europeanen, die een halve eeuw verlangend naar de vrije kant van het IJzeren Gordijn hebben gestaard, zijn zelfs verbijsterd over de gelatenheid waarmee Nederlanders fundamentele burgerrechten nu zonder slag of stoot opgeven. En ook Duitsers hechten vele malen sterker aan hun burgerrechten. De Duitse politie mag niet inbreken in computers of willekeurige kentekens scannen – praktijken die we in Nederland inmiddels volkomen normaal vinden. Net als het steeds maar uitdijende aantal camera’s op straat en in winkels. Toen onlangs in Duitsland bekend werd dat de supermarktketen Lidl personeel en klanten met camera’s begluurde, ontstond er onmiddellijk een enorme rel over deze „Stasipraktijken”, zoals het in de media werd genoemd. Lidl moest inbinden. Kom daar in Nederland maar eens om.
Nu geef ik vaak lezingen over de afkalvende privacy in Nederland. In de discussie die daar dan meestal op volgt, is het vaste prik dat er iemand zijn vinger opsteekt en meldt dat hij niets te verbergen heeft en dus niet bang is. Maar als ik dan vraag of hij mij dan misschien zijn pincode en creditcardnummer wil geven, blijkt meestal dat ‘niets te verbergen’ licht overdreven was. Bij navraag is er ook niemand die wil dat wildvreemden zijn medisch dossier inzien. Want, iederéén heeft iets te verbergen: zijn privéleven. Of liever gezegd, wat daar tegenwoordig nog van over is. Kijkt u eens naar de infographic hieronder. De maatregelen die daarin staan afgebeeld, zouden ons allemaal te denken moeten geven. Willen wij echt dat de overheid dit allemaal van ons weet? Ook als we ‘niks te verbergen’ hebben?
Bron: Bart de Koning - journalist van HP/De Tijd en auteur van het boek ‘Alles onder controle’, over privacy in Nederland. www.nrc.nl