In Romeinen 8:28 staat: “Alles werkt mee te goede voor hen die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn”.
Het goede is Gods einddoel. Dit hoeft niet direct als goed te worden ervaren hier en nu. Dit goede wordt bereikt door strijd en pijn.
Deze tekst staat in het verband van Romeinen 8:17-32. In dit bijbelgedeelte vinden we vijf kernwoorden:
- Verlangen
- Verwachten
- Hopen
- Weten
- Liefhebben
Met deze vijf kernwoorden kunnen we onszelf onderzoeken of wij in ons leven werkelijk op Gods einddoel zijn afgestemd. Dan zullen wij in ons leven ontdekken dat alles wat we meegemaakt hebben en zullen meemaken een vormingsproces is met als doel: gelijkvormigheid aan het beeld van Jezus Christus, Gods Zoon. Wat dit precies inhoudt, wordt verderop verteld.
Wij verlangen! Verlangen wij?
In Romeinen 8:19 staat dat de schepping – dat is de geschapen werkelijkheid zoals wij die waarnemen – een zeer sterk verlangen heeft naar het openbaar worden van de zonen Gods. Wanneer wij zo met mensen praten over ons geloof, zullen wij dit verlangen niet bespeuren. Maar achter elk verdriet, achter elke pijn, achter elke scheiding, achter elke mishandeling, achter elke nood, achter elke ervaring van gepest worden, achter elke ziekte, achter elke eenzaamheid ligt een diep besef van onvolmaaktheid en een verlangen naar beter. Dit is het zuchten van de schepping. Dit is zuchten in zwangerschap. Binnen de geschapen werkelijkheid groeit namelijk een vrucht die eens openbaar zal moeten worden, de vrucht van de nieuwe schepping.
Wij als kinderen en zonen Gods, zijn die nieuwe schepping. Wij vormen met elkaar zogenaamd het ‘kind’ dat de wereld verwacht (maar dit niet beseft).
Eens zal echter de vrucht volgroeid zijn en openbaar moeten worden. Dan zal de hele schepping zien wie bij Jezus hoort. Dan gaat het gordijn van de hemel open en wordt zichtbaar aan wie God zich verbonden heeft.
De schepping verlangt hiernaar, want dit is het begin van het einde waarin uiteindelijk al het leed voorbij zal zijn. Dat de geboorte zelf heel pijnlijk zal zijn, zal de wereld meemaken, wanneer zij zich blijft afkeren van God. Maar wij zullen met Christus verschijnen in heerlijkheid. Dat is onze toekomst. Dat is het doel waarnaar we jagen. Dit is ons verlangen.Samengevat: nu is er pijn, nu is er lijden, dan is er zegen en volkomen bevrijding. Wij leven tussen nu en dan.
Wij verlangen! Maar verlangen wij echt? Of zijn we zo druk in de weer met wat wij hier en nu belangrijk vinden dat we geen oog hebben voor Gods plan? Wat moet God dan doen om het verlangen in ons te versterken? Moet Hij ons ook bepalen bij alle onvolmaaktheid van ons bestaan? U mag die vraag beantwoorden!
In Romeinen 8:23 staat dat wij zuchten in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.
Wij leven in verwachting. Maar als je lichaam sterk en gezond is, als je leven voor de wind gaat, je een goede baan hebt, en goed spoort in je gezin, dan ervaar je die verwachting waarschijnlijk een stuk minder. Waarom zou je naar verlossing verlangen, wanneer je het idee hebt dat je verder nergens van verlost hoeft te worden?
Ik heb in mijn leven ontdekt dat wanneer alles op rolletjes gaat en ik mij gelukkig mag weten met een lieve vrouw en fijne kinderen en een goede ‘baan’, dat tevens voor mij een roeping is, dat ik toch geconfronteerd wordt met de beperkingen van mijn lichaam. Niet dat ik vaak ziek ben o.i.d., maar ik ben wel gevoelig voor alle prikkels die op mij afkomen. Soms kan ik dan moeite hebben om zuiver te blijven in mijn sexuele gevoelens. Ik moet mij soms nadrukkelijk afschermen voor verleiding. Ik weet dat ik niet de enige man ben die daarmee kan worstelen. Maar ik weet ook dat Christus mij volkomen vervulling kan schenken. Ik weet ook dat in de worsteling ik meer ben gaan verlangen naar verlossing van mijn lichaam. Dit lichaam hoort bij de aarde. Dit lichaam is gevoelig voor verleiding. Maar dit lichaam kan ook een offer zijn dat ik de Here Jezus aanbiedt met de woorden: gebruikt U mij maar Here met dit lichaam om U te dienen, om mijn tijd met U door te brengen. In het tonen van mijn kwetsbaarheid aan goede vrienden, heb ik ook overwinning ervaren. Nu vliegen de vogels van verleiding om mijn hoofd, maar steeds vaker laat ik ze geen nestje meer bouwen.
Ik leef in verwachting; eens zal mijn lichaam worden verlost en is het verlossingsproces voltooid. Nu hoef ik niet meer te luisteren naar verleiding, maar mag ik in de kring van Gods genade gaan staan, waarin de verwachting wordt versterkt!
Wij hopen! Hopen wij?
Wij zien het einddoel nog niet. Paulus zegt in Romeinen 8:24 dat we in die hoop, de verlossing van ons lichaam, behouden zijn geworden. Voor God is ons einddoel bepaalt. Hij ziet het in ons al als bereikt. Maar wij zien het nog niet. Maar daardoor gaan we verwachten in volharding. Wij willen volhouden, ook al struikelen we dikwijls. Wij willen gericht blijven op Gods plan, het goede, ook al is dit een gerichtheid in zwakheid.
God heeft ons echter iets gegeven waardoor we in staat zijn vol te houden: Zijn Geest. Zijn Geest wekt in ons hart een verlangen, een verwachting, de hoop op het einddoel. Zijn Geest bepaalt ons bij de heerlijkheid van Christus waarin we straks zullen delen. Maar onderweg naar dat einddoel weten wij soms gewoon niet wat we moeten bidden. Dan brengt Gods Geest in ons als het ware de woorden die wij niet kunnen uitspreken bij het hart van de Vader in de hemel.
Die hoop is het anker in onze zwakheid. Ik kan bedroefd zijn dat ik soms zo gericht ben op mijzelf, maar God versterkt in die droefheid de hoop op overwinning. Ik kan bedroefd zijn door de zonden die ik toelaat in mijn leven, maar God versterkt juist in de zonden de hoop op verlossing. Je ervaart dan aan den lijve waar je van verlost wilt worden, terwijl je voor God al verlost bent! Dit is het geheim van Gods werk in ons.
Wij weten! Weten wij?
Zo komen we bij de kerntekst van dit artikel. Namelijk Romeinen 8:28: ‘Wij weten nu dat God alle dingen laat medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben en die volgens Zijn voornemen geroepenen zijn.” Voordat ik daar een paar dingen over zeg, wil ik u laten lezen wat andere bijbelleraars hebben gezien in dit vers. Het is goed om te luisteren naar hen die Romeinen 8 diepgaand hebben onderzocht.
J.I. Packer:
Let goed op: er staat niet sommige dingen, maar alle dingen! Alles wat de gelovige overkomt toont hem Gods liefde en brengt hem dichter bij het doel van God voor zijn leven. Dus wat hem betreft is Gods liefde – heilige, almachtige liefde – er op ieder moment, bij iedere gebeurtenis, op elke dag van zijn leven. Zelfs als hij het waarom en het waartoe van Gods handelen niet doorziet, weet hij toch, dat Gods liefde er in en achter zit. Hij kan zich er over verheugen, dat als, naar de mens gesproken, alles uit de hand loopt, toch eens, als de ware bedoeling van zijn leven zichtbaar wordt, zal blijken dat het alles genade is geweest, van begin tot eind. En hij heeft er vrede mee.
Hoewel Packer al het lijden ook uit de hand van God laat komen – althans die indruk wordt gewekt en dat kan leiden tot een fatalistische levenshouding – is het belang om ´alle dingen´ te benadrukken groot. God is in staat om zelfs uit het allerslechtste het allerbeste te laten voortkomen. Maar wel uit genade als onverdiende gunst!
Francis Schaeffer:
Hier staat dus, dat als ik een waar christen ben, dan werken alle dingen mede ten goede. Niet alle dingen, met uitzondering van verdriet. Niet alle dingen, met uitzondering van strijd. Wij gooien de woorden ‘alle dingen’ uit Romeinen 8 als een net om alle dingen heen. Wij eren God en het volbrachte werk van Christus als we dat net over alles gooien: alle dingen werken mede ten goede voor hen die God liefhebben, die volgens Zijn voornemen geroepenen zijn. En als we in het net van ‘alle dingen’ alles vangen, dan vangen we ook de woorden uit Efeziërs . 5: ´dankt te allen tijde’. Dat hoort bij elkaar: alle dingen en te allen tijde. Dit is het peil waarop we moeten leven.
Francis Schaeffer koppelt ‘alle dingen’ uit Romeinen 8 aan ‘voor alles danken’ uit Efeze 5. En hij heeft gelijk. Als we gaan verstaan dat God alles laat medewerken om zijn doel te bereiken: het goede, de vervulling van Gods plan, kunnen we in dat licht ook voor alles danken. Het goede is in dit verband de gelijkvormigheid aan het beeld van Christus. Het is het karakter van Christus dat zich vormt in mijn karakter en die eigenschappen laat zien die we terugvinden in Galaten 5: de vrucht van de Geest (zoek het maar eens op). Dit is iets wat we mogen weten. Een kennis die diep in ons hart kan worden geplaatst. God werkt alles ten goede uit.
Wij hebben lief! Hebben wij lief?
Maar wat is een ware christen? Twee criteria worden in dit vers genoemd. Dat zijn zij die God liefhebben en die door Hem geroepen zijn voor het volbrengen van Gods plan.
Wij mogen ons afvragen wat het liefhebben van God voor ons betekent. Misschien moeten we eerst komen bij het feit dat wij geliefd zijn. Vanuit het besef geliefd te zijn, verlang je lief te hebben. Zo wil God dat in ons uitwerken. Dan gaan we ook deel uitmaken van Gods plan en worden wij Zijn medewerkers.