De apostel Paulus roept alle broeders (en zusters, Gr. adelphos = medegelovigen) op om goede navolgers te zijn. Hij zegt met zoveel woorden tegen hen: ‘Nu niet meer langer dralen en achterom zien; richt je op wat vóór je ligt en volg mij’.
Wij zien Paulus als het ware staan op de loopbaan, terwijl hij de gelovigen toeroept: ‘Kom, loop nu met mij mee in de maat en met de anderen die al met mij mee wandelen’. Die anderen, die ‘evenzo wandelen’ als Paulus, zijn bijvoorbeeld de directe mede-arbeiders van de apostel, zoals Timotheüs, Epafroditus, Clemens, e.a. (zie Filipp. 4:3). Zij liepen allemaal met de apostel mee en volgden hem na. Paulus wil dat de Filippenzen en ook wij (ieder voor zich) hem zouden navolgen.
Samen
Dit navolgen is een bijzonder navolgen, omdat Paulus letterlijk zegt: ‘Broeders, weest allen mijn mede-nabootsers’. In het Grieks staat hier summimetes, wat ‘mede-nabootsers’ of ‘mede-imiteerders’ betekent. Het woord is samengesteld uit twee woorden: sun, wat ‘mede’, ‘gelijk’ of ‘samen’ betekent en mimetes, waar ons woord ‘mimiek’ van afgeleid is en wat betekent ‘nabootser’, ‘navolger’ of ‘imiteerder’.
Als de apostel Paulus ons in Efeziërs 3 de verborgenheid bekendmaakt, ontdekken wij dat de heidenen ‘samen-lichaam’, ‘samen-erfgenamen’ en samen-deelgenoten’ zijn van de belofte. Dit samen (sun) participeren in de erfenis, het lichaam van Christus en de belofte op basis van absolute onderlinge gelijkheid is karakteristiek voor de brieven van de verborgenheid. Het is jammer dat bijbelvertalingen het voorzetsel sun meestal niet mee vertalen, want dit woord raakt nu juist de kern van de verborgenheid. Wij zijn mede met Christus levendgemaakt, mede opgewekt, mede gezet in de hemelse gewesten in Christus Jezus, medeërfgenamen, mede-lichaam en medegenoten. En nu worden wij door de apostel hier in Filippenzen 3:17 opgeroepen om mede-navolgers, mede-nabootsers, ja mede-imiteerders van hem te zijn. Paulus dringt erop aan dat wij samen met hem mee gaan wandelen op de loopbaan en dat wij hem in zijn houding en wandel gaan nabootsen.
Paulus?
Misschien verwondert het ons dat wij hier niet opgedragen worden om navolgers van Christus te zijn, maar dat wij worden opgeroepen om mede-navolgers van Paulus te zijn. Waarom is dat?
Een belangrijke reden hiervan is wellicht, dat wij anders gauw ontmoedigd zouden worden. Immers, als ons zou worden opgedragen Christus na te volgen, zou dit bij ons over kunnen komen als een onmogelijke opdracht. Waarschijnlijk zouden wij al snel op onszelf gaan zien en op onze tekortkomingen, in contrast met de volmaakte wandel van de Heer. Wij zouden als gevolg daarvan al snel de moed verliezen en weinig kracht hebben om op de loopbaan te blijven jagen naar ‘de prijs der roeping Gods, die boven is’.
In plaats van het direct navolgen van de Here Jezus, zien wij dat de Schrift ons opdraagt Paulus mede na te volgen. De Here Jezus volgen wij wel, maar wij krijgen voor onderweg een medeloper, iemand die van gelijke beweging is als wij, namelijk de apostel Paulus. En wij mogen ons aan hem optrekken. Zijn houding imiteren. Zijn spoor volgen. Zijn wandel nabootsen in het navolgen van de Here Jezus.
Ik weet niet of u wel eens aan een hardloopwedstrijd over een aantal kilometers heeft meegedaan, maar het is een verademing als je niet alléén hoeft te lopen, maar mee kan gaan in een groepje, waarin iemand op kop loopt en het tempo aangeeft. Je hoeft dan alleen maar in zijn ritme mee te gaan en dat loopt stukken makkelijker. Dit is nu precies wat Filippenzen 3: 17 vanuit de grondtekst aangeeft. Wij moeten zijn ‘voorbeeld’ volgen.
Hier staat tupos in het Grieks, wat type, patroon, voorbeeld betekent. Wij moeten het patroon van Paulus’ wandel en zijn jagen naar de prijs nauwkeurig volgen. Voor ‘ziet op hen’ (vs. 17) wordt hier skopeo gebruikt: aandachtig kijken, er nauwkeurig op letten. Wij moeten nauwkeurig letten op de wandel van de apostel Paulus, op zijn tempo, op zijn manier van lopen, op zijn houding, en dit overnemen, imiteren, nabootsen. En dit moeten wij samen met elkaar doen, gelijk in de maat, ieder voor zich als ‘samengenoten' op de loopbaan.
Dit nabootsen, dit overnemen van Paulus’ manier van lopen, dient nauwkeurig te geschieden, net zoals een naaister een patroon overneemt en dat nauwkeurig uitradert. Aandachtig volgt zij het patroon uit de vele lijnen op het papier. Dit is een secuur werk. Zij moet de juiste lijnen vinden en volgen, anders komt er niets van terecht. Als dit is gebeurd, knipt zij het patroon uit het papier en vervolgens legt zij het op de stof, waarna zij nauwkeurig voorpand, achterpand, enz., uit de stof knipt en er uiteindelijk een kledingstuk van maakt.
Het komt misschien wat vreemd over dit voorbeeld, maar het is exact wat van ons wordt gevraagd in geestelijke zin. Wij dienen eerst nauwkeurig het patroon van Paulus’ wandel en wijze van doen te volgen vanuit Gods Woord. Dan nemen wij dit aandachtig over en passen het toe op ons eigen persoonlijk leven. Wij moeten zijn houding imiteren, zijn manier van doen nabootsen, zodat zijn onzelfzuchtige gezindheid volledig de onze wordt (2 Tim. 3:10).
Overvloedige genade
Als wij Paulus’ leven aandachtig volgen, ontdekken wij dat de Heer ons op een voorbeeld, een patroon wijst, waarin de rijkdom van genade in alle overvloed openbaar is geworden. Paulus was eens een vervolger van de gemeenten Gods in de Handelingen-tijd. Het was louter alleen genade dat de Heer hem riep op de weg naar Damaskus en dat deze man een apostel werd. En het is een rijkdom van genade dat nota bene aan Paulus, verreweg de geringste van alle heiligen, na de Handelingen-periode de genade te beurt viel om aan de heidenen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te mogen verkondigen. Uitgerekend hij mocht in het licht stellen, wat de bediening van het geheimenis inhoudt (Efe. 3:8-9).
Gods genade is daarom op grootse wijze in Paulus’ leven geopenbaard geworden. De genade heeft hem gegrepen. De genade heeft hem opgevoed (Titus 2:12) en hem gemaakt tot wie hij werd in Gods hand. In die genade ging hij voorwaarts. En diezelfde genade deed hem ook uiteindelijk glorieus finishen aan het einde van zijn leven, waar de prijs der roeping Gods, de kroon der rechtvaardigheid, bij de eindstreep op hem wachtte (zie 2 Tim. 4:8).
In Titus 2:11 e.v. schrijft de apostel:
“Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus…”.
Het leven van Paulus is een aanschouwelijke les in genade en volharding. Dat kan ons alleen maar enorm bemoedigen. Immers, wat Gods genade heeft verricht in zijn leven, kan Zijn genade ook uitwerken in ons leven, als wij ons maar door die genade (willen) laten opvoeden. Ook wij zijn geredde zondaars, net als Paulus. Ook wij worden geroepen met een zelfde roeping tot dezelfde prijs, ‘de kroon der rechtvaardigheid’, die ons maakt tot koningen om samen met Christus te heersen. Als wij op onszelf zien en op de hemelse loopbaan, die ons wordt voorgesteld, dan verliezen wij al snel de moed. Maar als wij zien op de Here Jezus, op ‘de genade Gods’, en op Paulus’ leven, en ontdekken wat genade kan doen, dan vatten wij weer moed. Dan bemoedigt het ons, dat wij met Paulus mogen meelopen, stap voor stap, jagend naar het doel om de prijs der roeping Gods, terwijl Gods genade over ons overvloedig wordt. Dan begrijpen wij dat deze hemelse loopbaan alleen maar te voltooien is in de kracht van Gods genade. En wat is het dan een geruststelling dat de Heer ons op de loopbaan een medeloper geeft, die ons van de genade Gods het meeste kan vertellen, omdat hij dit in zijn persoonlijk leven zo machtig heeft ondervonden, namelijk deze ‘leermeester der heidenen’. Hij kan ons daar het beste over vertellen en ons in die (bedeling van Gods) genade onderwijzen.
In 1 Korintiërs 11 schreef Paulus: “Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg.” Paulus volgde Zijn Heer op zodanige wijze, dat zijn voorbeeld een type voor ons is om na te bootsen. De Schrift wijst ons op Paulus als op een patroon om nauwkeurig te volgen. Dat betekent in de praktijk dat we zijn brieven lezen en bestuderen om inzicht te krijgen in Gods plannen, vooral als het gaat om de Gemeente, het Lichaam van Christus. Dan leren wij ook, wat het voor onze dagelijkse wandel betekent te mogen leven uit Zijn genade, in toewijding en overgave aan de Heer.
Dit mede-navolgen van Paulus, wat dus in wezen ook het navolgen van Christus is (want Paulus volgt Christus na), leidt op de loopbaan uiteindelijk tot het bereiken van de eindstreep en het behalen van de prijs der roeping Gods.