Paulus´ boodschap leert ons dus veel over het geheimenis (Efe. 1:9; 3:1-3) en daardoor leren we de dingen te zoeken die ´boven´ zijn (Kol. 3:2). Uitgangspunt daarbij is Paulus´ gebed in Efeziërs 1:15-21
“Daarom houd ook ik, gehoord hebbende van uw geloof in de Here Jezus en van uw liefde tot al de heiligen, niet op te danken, u gedenkende bij mijn gebeden, opdat de God van onze Here Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen uws harten, zodat gij weet, welke hoop zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen, n hoe overweldigend groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw.”
De bedoeling van dit onderwijs is, dat wij gaan wandelen in overeenstemming met de roeping waarmee wij geroepen zijn (Efe. 4:1). Een wandel waarin wij vervuld mogen zijn van alles wat de Heilige Geest geeft, zodat we Hem niet zullen bedroeven en met innerlijke vrijheid een open deur vinden naar het hart van de Vader (Efe. 2:18; 4:30 en 5:18). Wanneer we zo wandelen, weten we ook wat en hoe we moeten bidden (Efe. 6;18,19).
De Heilige Geest
We gaan nu geen diepe verhandeling geven over de vraag of de Geest nu een persoon of een kracht is. Natuurlijk is de Heilige Geest niet zichtbaar als een persoon van ‘vlees en bloed’, d.w.z. met een lichaam. Maar Hij is wel een persoon(lijkheid), van dezelfde orde als God de Vader en God de Zoon! Alleen personen kunnen worden bedroefd, krachten niet (Efe. 4:30). Alleen personen kunnen onderwijs geven, krachten niet (Joh. 14:26). Maar hoewel Hij een persoon is, kunnen we de Heilige Geest niet los zien van Zijn krachtige werk. Hij is, volgens Paulus, ook de Kracht die in ons werkt (Efe.3;16,20 vgl. 1:19).
De verzegeling met (de) heilige Geest
“In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid” (Efe. 1:13,14).
De verzegeling met de heilige Geest is één van de zeven zegeningen die in Efeziërs 1 worden beschreven. Deze zeven zegeningen staan onderling in een bepaalde orde. In onderstaand schema zien we het verband tussen de zegeningen: 1. A. vers 4 Uitverkiezing 2. B vers 5 Voorbestemming tot zoonschap 3. C. vers 6 Begenadiging 4. D. vers 7,8 Verlossing 5. C. vers 9,10 Bekendmaking 6. B. vers 11,12 Voorbestemming tot erfenis 7. A. vers 13.14 Verzegeling
We zien snel het verband tussen uitverkiezing en verzegeling. Voordat we daar aandacht aan schenken, moeten we eerst vaststellen wat de hemelse gewesten zijn. Letterlijk staat er ‘in het hemelse’[en tois epouraniois = in het boven hemelse].
Hemelse is een meervoudsvorm dat letterlijk betekent: boven hemelse dingen. De hemelse gewesten is dan het beste weer te geven als een gebied boven hemelse dingen. De Bijbel spreekt over drie hemelen, waarbij de derde hemel de woonplaats van God is en de twee hemelen daaronder respectievelijk de lucht (zeg maar tot de dampkring) en daarboven de sterrenhemel [Lukas 9:58 ‘de vogelen des hemels’ (1e hemel) en Genesis 26:4 ‘de sterren des hemels’ (2e hemel)]. Deze eerste en tweede hemel zijn geschapen [In Genesis 1:1 wordt voor het woord ‘hemel’ een tweevoudsvorm gebruikt: de (twee) hemelen]. De derde hemel is eeuwig! Daar is Christus nu (Efe. 1:20; 2:6 en Koloss. 3:1,3). En in Hem hebben wij alle geestelijke zegen ontvangen. Paulus noemt ons ‘burgers van een rijk in de hemelen’ (Filipp. 3:20). In Christus bevinden wij ons daar nu. Dat is boven de hemelse dingen van de eerste en tweede hemel. Die derde hemel is een verborgen werkelijkheid. Daarom moeten onze ogen door de Geest van God verlicht worden met inzicht en wijsheid. ´Zien´ is in dit verband dan ook: inzicht hebben, verstaan en begrijpen. Dit inzicht is het werk van Gods Geest in ons en ontstaat door het geloof in de waarheid van Gods Woord.
Het verband tussen verzegelen en geloof
Paulus ziet de gelovigen in Christus! In Hem zijn wij rijk gezegend. En de laatste zegen in de opsomming van zegeningen is de verzegeling met de heilige Geest. Die verzegeling hebben we ontvangen toen we gelovig werden. En dit gelovig-worden kwam door het horen van het Woord der Waarheid, het evangelie van ons behoud. Horen, geloven en verzegeld worden, horen bij elkaar.
Wat is de verzegeling met de Heilige Geest?
Als in vroeger tijden een zegel – bijvoorbeeld een afbeelding van een wapenschild – werd gedrukt op een schriftelijke mededeling, dan was dat de bevestiging dat de inhoud betrouwbaar is. Zo’n zegel is een eigendomsmerk. God heeft ons verzegeld. God heeft Zijn eigendomsmerk op ons gezet door ons met de Heilige Geest te verzegelen, zoals een aardse eigenaar zijn goederen van een merkteken voorziet. Het is alsof God met deze verzegeling zegt: ´Je hoort nu bij Mij. Door je geloof in de Waarheid van het evangelie waardoor je behouden bent geworden, zal niets je nu meer kunnen scheiden van Mij! Voor eeuwig ben je Mijn eigendom. En Ik zal je in Mijn hart sluiten en jouw leven koesteren totdat Ik je in Mijn eeuwige woonplaats zal opnemen. Wees daarvan verzekerd´ (Rom. 8:35,39). In dit verzegeld-worden ligt ook een belofte opgesloten. Wij zijn immers verzegeld met de Geest van de belofte. De belofte is dat wij, wanneer wij van ons aardse lichaam worden verlost door het ontvangen van een hemels lichaam – en dit gebeurt bij ons sterven – een geweldige rijkdom zullen erven. Wij kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken wat deze erfenis inhoudt. Maar het zal in ieder geval de heerlijkheid zijn die tegenover het lijden van nu wordt geplaatst (Rom. 8:17). Een eeuwig leven met Hem waarbij alle tranen van de ogen zullen worden gewist. Een eeuwigheid waarin we delen in Gods heerlijkheid (Rom. 8:29,30).
Zekerheid
Verzegeling heeft dus alles te maken met zekerheid. De zekerheid waarmee we kunnen geloven in en wandelen met de hemelse Vader in Christus. Het is wel een zekerheid in Christus. Dit is een geliefde uitdrukking van Paulus om de positie aan te geven waarin de gelovigen in de huidige fase van Gods heilsplan zijn geplaatst in Hem! In Efeziërs 1:13,14 vinden we deze uitdrukking twee maal:
1. In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord;
2. in Hem zijt gij, toen gij gelovig werd, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte…
Niets gaat buiten Christus om! En dit moet met nadruk worden gezegd, omdat we vaak geneigd zijn het werk van de Geest los te maken van Christus. Hij is echter de Geest van Christus, de Geest van God! Onlosmakelijk verbonden met de Persoon.
Om het beeld van verzegeling sterk te vereenvoudigen mogen wij onszelf zien als een brief in een gesloten envelop! Deze brief is eigendom van God. Hij heeft Zijn verlossingswerk in ons hart geschreven. De envelop is verzegeld tot de dag dat het wordt geopend. In de tussentijd kunnen er in ons leven veel dingen op ons afkomen. Allerlei boodschappen en vreemde leringen uit de koker van Gods tegenstander zullen proberen de envelop binnen te komen om ons los te kunnen maken van God. Ze moeten echter langs het zegel van de heilige Geest. En in dit zegel ligt zoveel goddelijke kracht verborgen dat alleen God het zegel kan verbreken.
Het verband tussen uitverkiezing en verzegeling
God verzegelt de gelovige met de heilige Geest. Wij zijn nu deel van het Lichaam van Christus, de Gemeente, waarvan Hij het hoofd is!(Efe. 1:22,23) Uitverkoren-zijn betekent niet dat we eerst door God zijn uitgekozen om vervolgens in Christus geplaatst te worden. Het is precies andersom. Wij zijn uitverkoren door God omdat we in Christus Jezus geplaatst zijn [Dit geldt voor hen die nu behoren tot het Lichaam van Christus, de Gemeente waarvan Christus het hoofd is. Er is in Gods Woord sprake van meerdere groepen van gelovigen of personen die om andere redenen en met andere doelen ´uitverkorenen´ worden genoemd]. Daarom is dit ook van vóór de grondlegging der wereld, omdat Christus er toen al was. Doordat we de heilige Geest hebben ontvangen, ontvangen we ook de innerlijke zekerheid uitverkoren te zijn omdat wij in Hem zijn. Het verband tussen verzegeld worden toen we gelovig werden en uitverkoren-zijn ligt in de woorden in Hem, zoals Efeziërs 1:4 zegt: “Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht…”
We mogen het zo stellen: de uitverkiezing gaat niet aan het gelovig worden vooraf, maar volgt er op. Uitverkiezing staat echter nooit op zichzelf. Uitverkiezing heeft een doel. Dit wordt aangegeven met het woord opdat (= met het doel dat). Het doel is: opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Gods aangezicht. En waartoe leidt dit? Om het werk van Gods genade groot te maken, om Zijn heerlijkheid lof toe te brengen.
Gelovigen mogen zich uitverkoren weten na hun keuze voor Christus en de niet-gelovigen kunnen aan de uitverkiezing in Christus deel krijgen door het aanvaarden van Christus. Wanneer men dan gelovig wordt, wordt men verzegeld met de heilige Geest en is men uitverkoren om de heerlijkheid van Gods genade groot en zichtbaar te maken aan de duivelse overheden en machten die onzichtbaar aanwezig zijn in de tweede hemel… (Efe. 3:10).
Verzegeld tegen de dag van de verlossing
Aan het verzegeld-zijn met de heilige Geest wordt een tijdstip verbonden. Dit wordt beschreven in Efeziërs 4:30 “En bedroeft den Heilige Geest Gods niet, door wien gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing…”
De dag der verlossing is een toekomstige dag, waarin Christus zich in heerlijkheid zal openbaren. Het is de heilsperiode dat God weer zichtbaar wordt op deze aarde in de persoon van de (wedergekomen) Christus. Het is de dag van Christus Jezus waarover Paulus schrijft in Filippenzen 1:6. God is in ons een goed werk begonnen en zet dit werk voort tot de dag van Christus Jezus. De zekerheid over dit werk en Gods aanwezigheid in ons leven is de heilige Geest waarmee wij verzegeld zijn. Deze Geest kan ons niet worden afgenomen, niet door de macht van de boze, noch door onze zonden. Wij kunnen Hem wel bedroeven.
De zekerheid die wij als kinderen van God mogen bezitten is gebaseerd op onze positie in Christus en de daarbij behorende verzegeling met de heilige Geest. Deze positie is ons gegeven toen wij gelovig werden op basis van het verlossingswerk van de Here Jezus Christus. Hij heeft ons verlost door Zijn leven dat Hij gegeven heeft aan het kruis en het nieuwe leven dat Hij gegeven heeft op basis van Zijn opstanding en hemelvaart. In deze verlossing is de vergeving van al onze overtredingen inbegrepen. Niet alleen die van het verleden, maar ook van het heden en de toekomst. Zo kunnen wij altijd in een reine relatie met God leven.
Verlost leven
Hoewel we verzekerd zijn van Gods aanwezigheid in ons leven en ons ´verlosten´ mogen noemen en ook de zekerheid mogen bezitten van de vergeving van al onze overtredingen, wil dat nog niet zeggen dat ons leven altijd tot eer van God is! We doen soms alsof Hij niet aanwezig is. Wij wandelen soms alsof wij niet zijn verlost. Wij vermenigvuldigen soms de zonden waarover wij vergeving hebben ontvangen. Ook moeilijkheden blijven ons niet bespaard.
In 2 Korintiërs 1:10 wordt driemaal gesproken over verlossing: “En Hij heeft ons uit zulk een groot doodsgevaar verlost en zal ons verlossen: op Hem hebben wij onze hoop gevestigd, [dat] Hij ons ook verder verlossen zal...”
De drie ‘verlossingen’ worden in vers 10 beschreven:
1. Uit een groot doodsgevaar verlost
2. en zal ons verlossen
3. dat Hij ons ook verder verlossen zal
Deze drie verlossingen betekenen:
1. De daadwerkelijk verlossing uit het doodsgevaar dat hem en zijn metgezellen omringde. Hij is ontsnapt aan de lichamelijke dood die hem toen wachtte.
2. De verlossing die zich iedere dag uitwerkt in zijn leven.
Dit is het steeds-verder-losgemaakt-worden van de dromen die een beter leven op aarde garanderen. Hij telde zijn leven niet meer. Het leven werd hem Christus! Dat was een voortdurende keuze vanuit zijn Godsvertrouwen!
Deze tweede verlossing is onthecht raken aan de wens dat onze dromen op aarde vervuld worden als belangrijkste doel van het leven, waardoor wij soms onbewust, soms bewust zondigen. Paulus zei niet voor niets dat hij voor zijn eigen besef al gestorven was. Door dit te beseffen leren we als nieuwe mensen door het leven te gaan. Want de God die doden opwekt doet dit werk nu al via het werk van de heilige Geest en komt zo tot Zijn doel in ons nieuwe leven! Het is echter steeds in de nood een keus maken ons eigen aardse leven niet tot onze hoogste prioriteit te maken. Bij iedere keuze voor een intiemere relatie met God wordt het nieuwe leven in ons versterkt. De garantie is de heilige Geest die in ons werkt en waarmee wij verzegeld zijn.
3. De toekomstige verlossing van zijn aardse lichaam.
Vanuit dit nieuwe leven groeit de hoop op de laatste verlossing. De letterlijke verlossing van ons aardse lichaam: de lichamelijke opstanding. Dit groeien in de hoop ervaren we vaak als ‘zuchten van verlangen’. Paulus schrijft daarover in de Romeinen 8:23 “...ook wij zelf, wij die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchtten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Want in die hoop zijn wij behouden, maar hoop gezien wordt, is geen hoop, want hoe zal men hopen op hetgeen men ziet? Indien wij echter hopen op hetgeen wij niet zien, verwachten wij het met volharding.”
Zo geeft het verzegeld-worden met de heilige Geest ons kracht om in het nieuwe leven te staan, de dingen te zoeken die boven zijn en met volharding te hopen en uit te zien naar de dag van de verlossing!