Laten we eerlijk zijn: Er is gigantisch veel en verschrikkelijke ellende in deze wereld. Bloedige oorlogen, rampen, ongelukken, hongersnood, racisme, moord, verdovende middelen. Ze worden ons dagelijks getoond in kranten en op televisie. Het houdt niet op! Zo lijkt het tenminste. Waar is God en waarom laat Hij het toe?
Planken vol boekwerken zijn aan het antwoord van deze vraag besteed. Zo schreef C.S. Lewis ten aanzien van het persoonlijk lijden een boekwerkje dat heet: ´Gods Megafoon´. Hierin zegt hij dat God in de natuur tot de mens fluistert, in Zijn Woord spreekt en in het lijden roept. Alsof Hij een megafoon gebruikt om de mens bij Zichzelf te bepalen.
Eigen weg
Koning Salomo schreef zo'n 3000 jaar geleden: "Des mensen eigen dwaasheid verderft zijn weg, en dan is zijn hart gramstorig op de HERE" (Spr.19:3).
De wijze koning heeft met vele dingen geworsteld die op deze aarde voorkomen (zie bijv. het boek Prediker), en blijkbaar ook met bovengenoemde vraag. Tegelijk komt in deze Spreuk zo kernachtig naar voren dat God met het stellen van deze vraag eigenlijk de schuld krijgt van alle ellende. In onze woorden vertaald zei Salomo: Door z'n eigen dwaasheid verpest de mens het voor zichzelf en vervolgens is hij daarover kwaad op God!
Dwaasheid in de Bijbel betekent: Het zoeken van een eigen weg. Een weg zonder God. Alles in eigen kracht (willen) doen.
En doet de mens(heid) dat niet in het algemeen? Een eigen weg gaan? Dat begon al vroeg in de menselijke geschiedenis: "Welaan laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken..." (Gen.11:4). En Jesaja zegt over eigenzinnige mensen: “De weg des vredes kennen zij niet, en er is geen recht in hun sporen; zij gaan langs kronkelpaden; niemand die ze betreedt, kent vrede” (59:8).
Zo is het ook in onze dagen: Sommigen ontkennen eerst het bestaan van God om vervolgens - als het zelf bouwen en maken verkeerd afloopt - de vraag te stellen: Waarom laat God zoveel ellende en oorlog toe in deze wereld? Om een direct antwoord te geven op deze vraag, moeten we - vanuit het oogpunt van Gods genade gezien - eigenlijk zeggen: Omdat Hij genadig is en nog zoveel mogelijk mensen een kans wil geven de toevlucht tot Hem te nemen! Mensen die ontdekken dat ze het in eigen kracht niet kunnen en alles van Hem willen verwachten. Mensen, die eenvoudig op Hem hun vertrouwen stellen.
Tenslotte
We zouden de vraag ook nog kunnen plaatsen in het licht van Gods plan. Wie de Bijbel kent, weet dat God daarin Zijn plannen ontvouwd heeft. Zo leven wij nu in de 'tussen-tijd', tussen de eerste komst van Christus en Zijn wederkomst. In deze tijd, in de Bijbel o.a. aangeduid als een jaar van welbehagen (dus nog niet de dag der wrake Gods - Jes.61:2), een "dag des heils", die uitmondde in "de bedeling der genade Gods" (Efe.3:2 SV), houdt God Zijn aangezicht voor deze wereld verborgen. De Heer is gezeten op de troon der genade en treedt niet (zichtbaar) op tegen de toestanden in de wereld. Hij zwijgt en grijpt niet in. De enige taal, waarin God nu spreekt is de taal van Zijn liefde en genade, verkondigd in het Evangelie. Het werk waar de Here Zich nu mee bezighoudt is: de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Zo lag het opgesloten in het eeuwig Raadsbesluit van God. Verder doet God dus niets en heeft de wereld in zekere zin aan zichzelf overgegeven (vgl. ook Rom.1:18 e.v.). Er is echter (gelukkig!) een Goddelijk... totdat! Want, zoals Prediker zegt is er "een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken" (3:7).
Nog een korte tijd en Hij Die komt zal er zijn. Dan zal de Here Zich openbaren. Dan zal Hij opstaan, (recht)spreken en handelen. Zie o.a. Ps. 74:22; Jes. 2:12, 19 (vgl. Openb. 6!); 13:9-13; 42:13-15; Sef. 1:14-18; Openb.10; 15:3, 4; 19.
Openbaring
Zijn handelen in de openbaring van Jezus Christus zal leiden tot een geweldige verandering in de wereld. In het boek Openbaring lezen we de indrukwekkende aankondiging van die hemelse interventie:
“En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel, en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop is en de zee en hetgeen daarin is: er zal geen uitstel meer zijn, maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd” (hs. 10:5-7).
En dan blaast de (zevende) engel zijn bazuin: “…en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden” (hs. 11:15).
Dat zal er in resulteren, dat God een einde maakt aan de onrechtvaardige en vaak corrupte regering van dwaze machthebbers in Oost en West. Dat de beestachtige heerschappij waarin de wereld nog terechtkomt, zal ophouden en dat de ´verleider der volken´, de ´draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan´ gebonden zal worden (hs. 20).
Dan zal Hij de troon bestijgen, die daarvoor het recht verworven heeft en het fundament gelegd in Zijn dood en opstanding, de Zoon van God, Jezus Christus: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw!” (hs. 21:5).
Thuis
De toekomende eeuw zal Hij Koning zijn en Zijn gezegende heerschappij zal de aarde maken tot een oord van gerechtigheid en vrede. Dan zal de wereld een ´thuis´ worden voor de mensen, groot en klein. De profeten zeggen, dat de aarde vol zal worden van de kennis van Gods heerlijkheid, gelijk de wateren de bodem der zee bedekken. Onvoorstelbaar! Je zou er alvast heimwee van krijgen, zoals iemand schreef, verlangen naar geborgenheid. ´Maar…in heim zit 'thuis' en in wee zit 'pijn'. Het kost pijn om thuis te komen. Het geeft weeën. Het begin der weeën betekent: er gaat iets komen. Weeën zijn niet het einde, maar een begin. Daar hou ik mij maar aan vast als ik de wereld aanschouw´. Uiteindelijk zal het zijn zoals Gods Woord het belooft: “Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan” (Opb. 21:3-4).
Inderdaad: God is getrouw, Zijn plannen falen niet!