Er zijn vragen in het leven, waarvan je soms denkt: iedereen zal daar wel eens over nadenken. Iedereen loopt ooit een keer tegen dit vraagstuk op. Vroeger, lang geleden, toen ik nog een kind was, was het juist andersom. Toen dacht ik dat ik de enige was die op mijn manier naar het leven keek. Alleen van mijzelf wist ik dat ik gedachten had en dat er achter mijn gezicht, ergens in mijn hoofd, zich nog een leven afspeelde. Daar waren zoveel meer woorden, waarvan slechts een heel klein gedeelte over mijn lippen kwam. Zoveel gedachten, beelden, teksten die het leven een extra dimensie geven. Ofzo.
Maar goed. Nu stuit ik op de vraag ‘wie ben ik?’. Of nee, niet de vraag wie ik ben, maar meer de vraag ´waar hoor ik thuis?´ Wat dan weer dichtbij de vraag ‘wie ben ik?’ staat. En die vraag, volgens mij loopt iedereen of in elk geval veel mensen tegen die vraag aan.
Een enkel moment in mijn leven denk ik dat ik nergens anders thuis hoor dan in mijn eigen gedachtenwereld. Nu mag ik mij gelukkig prijzen dat ik mij op verschillende plekken erg thuis voel, op het werk, bij vrienden, bij familie. Maar die werelden overlappen elkaar niet. Soms voelen ze aan als compleet andere planeten. Wat ik meemaak op de ene kan ik wel vertellen op de ander, maar dan wordt het een voordracht voor de toehoorder en van weinig betekenis omdat hij zich niet kan inleven. Het leven op de ene planeet kan ik niet delen met dat op de andere. Zoiets.
Dan voel ik mij zwevende. Nergens helemaal bij horen. Als je niet weet waar je precies thuishoort, kun je dan wel weten wie je bent? Als er geen doorlopend fundament onder het leven is, als het leven bestaat uit losse planeten waarop je heen en weer hopt, waar hoor je dan thuis en in welke werelden ben je dan daadwerkelijk jezelf? Zo zat ik te denken.
En door al dat heen en weer gehobbel van de ene naar de andere wereld, raak ik thuis uit het oog. In alles zoek ik thuis. Thuis is geborgenheid, veiligheid, jezelf zijn, zekerheid. Waarvan geborgenheid misschien nog het zwaarst weegt. Door al dat gezoek raak ik steeds verder van huis.
Het is zo cliché, het is al zo vaak geschreven, het is zo weinig verrassend, het is zo voorspelbaar om aan het einde van een column te schrijven dat de Here de enige Thuis is, waar alles samenvalt. Maar wát een ontdekking is dat, als je het even kwijt was.