Excuses
Voor de volledigheid zij hierbij wel opgemerkt dat Andries Knevel voor de door hem veroorzaakte beroering in de achterban van de Evangelische Omroep ook weer excuses heeft gemaakt. En in díe verklaring heeft hij (volgens de site van het Algemeen Dagblad en in EO-visie over de Here Jezus gezegd: 'Hij is onze Redder, Hij is onze Schepper en Zijn Woord is getrouw. Die missie en dat geloof is voor mij onveranderlijk het fundament'. Op zich zijn dit woorden waar weinig gelovigen problemen mee zullen hebben, hoewel de Bijbel niet de Zoon, maar de Vader als Schepper aanduidt. De vraag blijft echter wat nou precies bedoeld wordt met "onze Schepper en Zijn Woord is getrouw"? 'God is de Schepper van het leven', is in dit opzicht wel heel ruim.
Vragen
Er lijken in eerste instantie twee belangrijke vragen naar voren te komen:
- Laat de Bijbel ruimte voor een schepping door middel van evolutie? Hoe tegenstrijdig deze vraag ook mag klinken ... en
- worden met de dagen in Genesis 1 ook werkelijk perioden bedoeld van vierentwintig uur?
En daarbij moeten we nauwkeurig proberen vast te stellen, wat de gevolgen zijn van een eventueel loslaten van wat de Bijbel zegt! Immers, als het één niet letterlijk genomen moet worden of anders gelezen moet worden, hoe zit het dan bijvoorbeeld met het lopen (door de Here Jezus en Petrus) op het water? Of kan het dan wel zo zijn dat Israël gedurende de veertig jaar in de woestijn iets gegeten heeft dat uit de hemel op de aardbodem viel? Of kwam dan de ijzeren bijl wel bovendrijven in de geschiedenis van Elisa (2 Kon. 6)? Is de Here Jezus dan wel uit God geboren? Slechts enkele van de vele wonderbaarlijke dingen waar de Bijbel over vertelt. En dit zijn hele belangrijke dingen! Is de Here Jezus niet uit God geboren en dus uit een man, dan is het hele verlossingswerk aan het kruishout van nul en generlei waarde! Iemand die als zondaar geboren is, is namelijk niet in staat zondaren voor de eeuwigheid te redden!
Neem je onverkort aan wat er in de Bijbel staat? Geloof je dat of geloof je dat niet? Zo zwart-wit moeten we het uiteindelijk wel stellen. Een grijs gebied waarbinnen je zelf maar mag bepalen wat wel of niet te geloven is / letterlijk gelezen moet worden, knaagt aan het fundament onder de voeten van de gelovige... Daarmee begeef je je aan de rand van het toelaatbare. Het is niet altijd (meestal niet) gezond om de grenzen op te zoeken.
Persoonlijk geloof ik overigens óók niet dat de complete hemelen en aarde in de zes dagen van Genesis 1 zijn geschapen, zoals het creationisme over het algemeen aanhangt. Ik meen dat de Bijbel leert dat God in den beginne de hemelen en aarde geschapen heeft. Dat vervolgens de aarde in een woeste en ledige toestand terechtkwam, waarna God in zes dagen een einde heeft gemaakt aan deze woestheid en ledigheid.1 Deze gedachte wordt overigens gedeeld door vele bekende bijbelleraren uit heden en verleden. We zullen daar in één van de komende artikelen nog wat namen van noemen.
Is alles geschapen door geleidelijke ontwikkeling?
Om een antwoord te vinden op de eerste bovengenoemde vraag ('Laat de Bijbel ruimte voor een schepping door middel van evolutie?'), zoeken we de aansluiting met het slot van het eerste artikel over 'Het ontstaan van de wereld' in de vorige AMEN (nr. 82 - januari & februari 2009). Naar aanleiding van de woorden uit Hebreeën 11:3 "Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare" schreven we: Het "zichtbare" (de "wereld") is niet ontstaan uit het waarneembare. Dat betekent dus dat het "zichtbare" ontstaan is uit het niet-waarneembare. Dat is het woord Gods. Heel eenvoudig leert God ons hoe het zichtbare ontstaan is: uit het niet waarneembare; dus niet uit materie, maar door Zijn woord.
Hebreeën 11:3 is een heel belangrijk vers! We lezen hier met zoveel woorden dat de zichtbare dingen geworden zijn uit de niet-waarneembare. In het artikel in de vorige AMEN hebben we een structuur gegeven van dit vers - dat wil zeggen: een structuur van de vertaling van dit vers! Wanneer we de volgorde van woorden nemen zoals deze in de grondtaal voorkomen en die vervolgens in een structuur zetten, worden de verbanden nóg duidelijker:
A Door het geloof verstaan wij, B1 dat toebereid is C1 de wereld D1 door het woord Gods D2 zodat niet uit het waarneembare C2 de zichtbare dingen B2 ontstaan zijn.
Het woord voor "zichtbare dingen" komt van het werkwoord 'zien' (blepo), dat in eerste instantie 'zien' in fysieke zin betekent (dus: letterlijk 'zien'). Het staat tegenover 'blind zijn'. Overdrachtelijk wordt het gebruikt voor 'zien' in de zin van begrijpen. Ditzelfde werkwoord voor 'zien' wordt in vers 1 gebruikt, waar het gaat om de dingen, "die men niet ziet". Het woord voor "waarneembare" komt van het werkwoord 'schijnen' (faino), dat letterlijk 'schijnen' of 'lichtgeven' betekent. Ook dit woord wordt overdrachtelijk gebruikt en dan betekent het bijvoorbeeld: 'licht geven op een bepaalde situatie'. In beide gevallen is de eerste betekenis dus achtereenvolgens letterlijk zien (met je ogen) en letterlijk schijnen (zoals met een lamp). Hebreeën 11:3 (zie ook de hiervoor afgebeelde structuur) maakt duidelijk dat het niet-waarneembare (D2) overeenkomt met "het woord Gods" (D1) en de "zichtbare dingen" (C2) met "de wereld" (C1).
Het "woord Gods" is niet-waarneembaar. Voor "woord" wordt hier niet het bekende logos - dat duidt op het geopenbaarde woord, dat onzichtbare dingen zichtbaar maakt - gebruikt, maar rhema. Dit is veel meer het uitgesproken woord. In dit geval gaat het dan natuurlijk om het door God uitgesproken woord.
Nog een 'vertaalkwestie': "wereld" is hier niet de vertaling van kosmos, maar van aionen (in het meervoud!); dit laatste woord duidt de grotere tijdperken aan, tijdens welke de kosmos bestaat. Uit bijbelonderzoek blijkt2, dat zolang er een tastbare, concrete wereld (kosmos) is, er ook eeuwen (aionen) zijn. Er blijkt zelfs een nauw verband te zijn tussen de concrete wereld en de eeuw die op dat moment gaande is. Momenteel leven wij in de "tegenwoordige boze eeuw" (niet "wereld"!), zoals Paulus in Galaten 1:4 schrijft en daarvan is satan de god (2 Kor. 4:4). Daarom gaat het er ook 'boos' aan toe in de wereld waarin we leven! Een eeuw is als het ware het besturingssysteem van de wereld die er gedurende die eeuw is. Met de wederkomst van Christus breekt de toekomende eeuw aan en dan zal de wereld zich compleet anders gaan gedragen. Een nieuwe eeuw, een nieuw besturingssysteem; nu met Christus als God! Dieren die in onze tijd niet bij elkaar kunnen zijn - willen ze het tenminste overleven - zullen dan in vrede naast elkaar leven. Er zullen weer hoge leeftijden zijn, net zoals bijvoorbeeld in de eeuw (tijdperk) die er was vanaf Adam tot aan de zondvloed.
Op zich is dit natuurlijk wel een prachtig gegeven! De huidige wetenschap baseert zich voor een groot deel op meetbare, ofwel: 'zichtbare' gegevens. Deze worden voor ons vaak verpakt in termen als: 'Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat...', waarna iets gesteld wordt, dat wel waar moet zijn, omdat 'wetenschappelijk onderzoek' het immers heeft aangetoond. Voor al het overige (namelijk dat, wat niet te meten, dan wel waarneembaar is) bedenkt men een theorie. Zo zijn er theorieën over het ontstaan van de wereld en het ontstaan van het leven. Soms zijn deze theorieën voor hun aanhangers zó vanzelfsprekend geworden dat ze als 'waar' worden aangenomen; zo gaat dat nu eenmaal met ´gelovigen´!
Het deel waarvoor geen theorie nodig is, omdat het simpelweg is waar te nemen ('wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat ...'), bepaalt ons meteen bij de 'beperktheid' van de wetenschap. Alles wat de mens nu waarneemt, is afhankelijk van wat er gezien kan worden en vooral hoe het gezien kan worden in het licht van de tegenwoordige boze eeuw. Waarnemingen van nu zijn zeker niet maatgevend voor hoe het in eerdere eeuwen (aionen) was of in toekomende eeuwen zal zijn!
Iets uit niets
Al met al zegt Hebreeën 11:3 dus, dat wij door het geloof verstaan dat door het uitgesproken woord van God de eeuwen zijn toebereid. De Bijbel leert daarmee zonneklaar dat het geheel van eeuwen (of ook wel het 'plan / voornemen van de eeuwen', zoals het in een letterlijke vertaling van Efe. 3:11 genoemd wordt) zichtbaar is en voort komt uit het niet-waarneembare uitgesproken woord van God. Dit is dan ook wat het werkelijke scheppen door God inhoudt: iets uit niets maken. Ook andere Bijbelteksten onderstrepen dit. Denk bijvoorbeeld aan Psalm 33, waar we lezen: "Want des HEREN Woord is waarachtig, al Zijn werk geschiedt in trouw; Hij heeft gerechtigheid en recht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid des HEREN. Door het Woord des HEREN zijn de hemelen gemaakt, door de adem van zijn mond al hun heer. Hij verzamelt het water der zee als een dam, Hij legt watervloeden in schatkamers op. De ganse aarde vreze voor de HERE, al de bewoners der wereld moeten voor Hem ontzag hebben. Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er" (vs. 4-9; vgl. ook Ps. 148:5).
In vers 4 en in vers 6 staat het Hebreeuwse dabar, woord. Dit is afgeleid van het werkwoord dabar, dat 'ordenen door te spreken' betekent. De tegenhanger hiervan in het Nieuwe Testament is logos. Als het in vers 9 (het laatste hiervoor aangehaalde vers) over het 'spreken' van God gaat, staat daar het werkwoord amar en dat is (net als in Hebreeën 11:3) meer het 'uitspreken', 'zeggen'.
Overigens laat Psalm 33:9 weinig ruimte voor een 'geleidelijke ontwikkeling' van één en ander! Natuurlijk kunnen we dan wel zeggen dat de woorden "Hij sprak en het was er" zouden kunnen betekenen dat daar miljoenen jaren van ontwikkeling overheen zijn gegaan, maar - zoals gezegd - als je dit niet neemt zoals het er staat, wat is dan nog wel geloofwaardig in de Bijbel?
In de volgende AMEN gaan we nog wat verder in op de vraag of alles geschapen is door geleidelijke ontwikkeling en zullen we ook een begin maken met te proberen een (Bijbels) antwoord te vinden op de vraag 'Worden met de dagen in Genesis 1 ook werkelijk perioden bedoeld van vierentwintig uur?'.
Noot
- Zie het Morgenroodboekje "Schepping & Herstel - Een bijbelstudie over Genesis 1:1 en 2"; H.B. Slagter; Everread Uitgevers (ISBN 978-90-6694-264-6).
- Zie voor meer informatie over de eeuwen het boek "Gods plan van de eeuwen" (een studie van het begrip eeuw in het Nieuwe Testament); A.A. Jongebreur; Everread Uitgevers (ISBN 978-90-6694-280-6). Zie ook hoofdstuk 1 van het Morgenroodboekje "Waar gaat het naartoe?"; H.B. Slagter; Everread Uitgevers (ISBN 978-90-6694-245-5).