Zwaar weer
Laat ik beginnen te zeggen, dat ik de impact van de huidige crisis geenszins onderschat. Integendeel, het zou nog wel eens veel dieper kunnen gaan. Nog steeds is er grote onzekerheid over de toestand van de financiële instellingen. Ook de diepte van de recessie is nog niet in te schatten.
Sommigen zeggen dat we zelfs afstevenen op een depressie. Dat is, zou je kunnen zeggen, een recessie in het kwadraat. Op een financiële website staat te lezen: “Volgens het IMF is er sprake van een wereldwijde recessie als de wereldeconomie met minder dan 3% groeit. Voor een depressie bestaat geen algemeen geaccepteerde definitie. De meest gangbare lijkt: 'een lange en hevige recessie'. Sommigen spreken van een depressie als de economie in een bepaalde periode met meer dan 10% krimpt” (www.beleggersbelangen.nl). Dat kan dus nog wat worden, want we zijn er nog niet!
Wat in Amerika begon verspreidt zich als een olievlek over de wereld. En dan gaat het niet meer alleen om een financiële crisis, maar ook om een economische. Dubbel op dus eigenlijk.
Naar verluidt staan tal van Oost-Europese landen op het randje van de afgrond momenteel. En aangezien diverse West-Europese landen voor talloze miljarden hebben geleend c.q. geïnvesteerd daar, pakken donkere wolken zich ook hier samen. Inderdaad, een ineenstorting van het wereldwijde financiëel-economische systeem, in welke mate dan ook, is niet denkbeeldig.
In de herfst van het vorige jaar was het al even een dubbeltje op z´n kant, zo is inmiddels gebleken uit nieuwsberichten. Hoe dan ook, wij houden ons nu bezig met de vraag: is dit of zal dit zijn de vervulling van Openbaring 17 en 18?
Babylon is gevallen!?
Ik zei al: het is vaker zo geweest met dit soort imponerende zaken, dat geprobeerd wordt dat Bijbels te duiden. Na de terreuraanslagen op de Twin-Towers in New York (september 2001) gebeurde hetzelfde. Op zich misschien ook wel begrijpelijk. Mensen zoeken antwoorden en houvast, en gelukkig zijn er nog, die daarvoor hun toevlucht zoeken tot de Bijbel, het Woord van God. Goeie actie, want dat is inderdaad de enige bron van informatie die volstrekt betrouwbaar is!
Maar juist omdát de Bijbel het Woord van God is, moeten we er voorzichtig mee omgaan en nauwkeurigheid betrachten bij het lezen en interpreteren ervan.
Gods Woord is vast en betrouwbaar en beweegt niet mee op de (hoge) golven van menselijke emoties in bepaalde omstandigheden.
En ja, Openbaring 18 gaat over Babylon! En Babylon staat voor het systeem dat er achter zit. Dat is absoluut waar. Maar het gaat in dit hoofdstuk ook over Babylon als stad en wel over de verwoesting van de gehele stad. Als dat echt in vervulling gaat, wordt mensen geadviseerd daar niet al te treurig over te zijn: “…weest vrolijk over haar!” (vs. 29).
Openbaring
In de tijd die het laatste bijbelboek beschrijft voltrekken de dingen zich met een grote snelheid. Het eerste vers zegt: "Openbaring van Jezus Christus welke God hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te tonen het geen weldra geschieden moet". Het is jammer dat dat op deze manier vertaald is, want dat brengt je een beetje op een dwaalspoor. Wat er eigenlijk staat vanuit de grondtekst, is dat Johannes nu gaat schrijven over de dingen ´die met haast geschieden moeten´. Dat wil dus zeggen dat de dingen die daarin geschreven staan, in het boek Openbaring, die zullen zich met grote haast, met grote spoed voltrekken. Feitelijk wordt dat ook gezegd in verband met de val van Babylon, want staat er: "In één uur is uw oordeel gekomen". Het is daar niet meer een kwestie van jaren of decennia, maar een hele korte tijd. Een paar weken, enkele dagen, een paar uur misschien. Het zal allemaal heel snel gaan. In korte tijd loopt het raderwerk van Babylon op een afschuwelijke manier vast.
Jeremia
Net als Johannes spreken ook de profeten in het Oude Testament over Babylon (Grieks) of Babel (Hebreeuws), zoals bijvoorbeeld Jeremia. Daarin gaat het steeds weer over de eindtijd, waarin God met Israël tot Zijn doel zal komen en daarna met de overige volkeren.
In de profetie van Jeremia 25 lezen wij over de "beker met de wijn der gramschap" (vers 15 e.v.). Deze oordeelsbeker moet op last van de HERE gegeven worden aan Jeruzalem, de volken rondom en zelfs aan "alle koninkrijken der aarde" (vs. 26).
Als alle volkeren, die de wijn van Gods toorn moeten drinken, zijn opgenoemd, wordt tenslotte nog apart melding gemaakt van een koning: "..en de koning van Sesak zal na hen drinken" (vers 26).
Wie is deze koning van Sesak?
Volgens de Massora (= overlevering) is deze naam een soort geheimschrift, een code-naam, tot stand gekomen door de omkering/spiegeling van het Hebreeuwse alfabet.
Tegenover de Aleph (1e letter) staat dan de Thaf (laatste letter); tegenover de Beth (2e letter) staat de Sien (de voorlaatste letter), enzovoort.
Zo zouden de letters S-S-K, dan staan voor het tegenovergestelde, namelijk: B-B-L. Sesak is dan: Babel!
Hoe het ook zij, in Jeremia 51 maakt de Bijbel zelf duidelijk, dat Babel bedoeld wordt: "Ach, hoe is Sesak veroverd en de roem der gehele aarde ingenomen! Ach, hoe is Babel onder de volken tot een voorwerp van ontzetting geworden" (vs. 41).
Dag des HEREN
Er zit dus heel duidelijk een volgorde in de oordeelsuitoefening van God, blijkt ook uit Jeremia 25. De HERE zegt: "..want zie, in de stad waarover mijn naam is uitgeroepen (= Jeruzalem), begin Ik rampen te brengen..." (vs. 29).
De definitieve vervulling van deze profetie zal in de toekomst plaatsvinden, want dat is in het verleden nog niet gebeurd.
Het is dan ook volkomen logisch, dat wij de "beker met de wijn der gramschap" in het boek Openbaring terugvinden (zie Openb.14:10, 16:19 en ook 19:15), want daarin wordt de dag van Gods toorn beschreven.
De oordeelsrampen zullen zich vanuit Israël, m.n. Jeruzalem, dat als eerste geoordeeld wordt, als een olievlek uitbreiden over de gehele aarde. Alle volkeren zullen door de HERE bezocht worden: "De HERE zal brullen uit den hoge en uit Zijn heilige woning Zijn stem verheffen (vgl. Openb. 10:3)... Krijgsrumoer verbreidt zich tot het einde der aarde, want de HERE heeft een rechtsgeding met alle volken, Hij houdt gericht over al wat leeft; de goddelozen geeft Hij over aan het zwaard, luidt het Woord des HEREN. Zo zegt de HERE der heerscharen: Zie, rampspoed gaat van volk tot volk, een zware storm steekt op van de uithoeken der aarde...".
Het begin van deze oordelen wordt ons getoond in Joël 2: "Blaast de bazuin op Sion en maakt alarm op mijn heilige berg! Dat alle inwoners des lands sidderen, want de dag des HEREN komt. Want hij is nabij! Een dag van duisternis en van donkerheid, een dag van wolken en van dikke duisternis" (vs. 1-2).
Zal het volk van Jeruzalem acht geven op het signaal van de bazuin? Helaas, in de toekomst zal het er evenmin naar horen als in vroegere dagen. Alle profeten lichten ons over dit punt in. Jeruzalem, vertrouwend op het verbond met de vorst in de eindtijd (Dan. 9:27), zal er zich op beroemen "een verbond met de dood gesloten en met het dodenrijk een verdrag gemaakt" te hebben. Het volk en haar leiders zullen zeggen: wanneer de voortstormende gesel doortrekt, zal hij ons niet bereiken" (Jes. 28:15).
Maar Israël zal opnieuw bedrogen uitkomen, omdat het vertrouwen stelt op ´vlees´. De stad, als laatst overgebleven vesting, zal in de handen van de vijand vallen, zoals Zacharia 14 beschrijft: "Zie, er komt een Dag voor de HERE, waarop de buit op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden. Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden" (vs. 1-2). Huiveringwekkend om te lezen!
Jesaja 10:22-23 zegt: "..verdelging is vastbesloten, overvloeiende van gerechtigheid. Ja, verdelging, die vast besloten is, voltrekt de Here, de HERE der heerscharen, in het midden der ganse aarde".
Nog eenmaal en tevens voor het laatst zal de gesel over het ontrouwe Jeruzalem gaan, opdat "een rest zich zal bekeren" (Jes. 10:21 e.a.).
Als dat gebeurt (zie ook Zach. 13:9) dan zal gramschap voor Jeruzalem voorbij zijn, want de HERE zal "niet voorgoed met hen afrekenen" (Jer. 4:27, 5:18 en 30:11).
God heeft nog een plan met Israël! En met een gelovig overblijfsel zal Hij tot Zijn doel komen, zoals talloze profetieën ons duidelijk leren.
Als Jeruzalem gedronken heeft van de beker met de wijn der gramschap" zal de 70e jaarweek van Daniël (hs. 9) voorbij zijn en dus de geschiedenis van "uw volk en uw heilige stad" voleindigd zijn. Dan -en niet eerder- zal de grote ommekeer in de geschiedenis van het volk Israël plaatsvinden. Terwijl dat gebeurt, zullen de heidense volkeren nog moeten drinken uit dezelfde beker! Zacharia vervolgt dan ook met: "Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed ten dage van de krijg..." (vs. 3).
Die strijd zal op verschillende manieren plaatsvinden en nog geruime tijd in beslag nemen. En wanneer alle "koninkrijken der aarde" hun deel ontvangen hebben, dan zal tenslotte de "koning van Babel" zelf het oordeel ondergaan.
Zodoende wordt dat oordeel pas aan het einde van het boek Openbaring beschreven:
|
De "koning van Babel" is dus de leider van het Rijk, dat voorgesteld wordt door het (1e) beest uit de zee (= aanduiding van de volkeren) en kan derhalve ook HET beest genoemd worden.
Naast hem staat zijn handlanger: het (2e) beest uit de aarde (= aanduiding van Israël), oftewel: de valse profeet, die zijn eigen volk zal verraden en uitleveren. Hij is degene, van wie de Here Jezus (de ware Profeet) gesproken heeft in Johannes 5:43 en die door Johannes in zijn brieven nader wordt aangeduid als de antichrist.
Hij is het die zijn ´eigen´ volk zal brengen tot de ergste vorm van afgoderij. Er zal een beeld van het (1e) beest worden opgericht (Openb. 13:14), net als in de dagen van Nebukadnezar, en men zal gedwongen worden het beeld te aanbidden. Ongetwijfeld is hier sprake van de "gruwel der verwoesting" op de "heilige plaats" (Matt. 24:15) in Jeruzalem.
Dit afgodsbeeld ter ere van het beest, zal de laatste ´oorzaak´ zijn van de verwoesting die over land, volk en stad zal komen.
Jeremia 50 en 51
Zoals er in de profetie van Jeremia twee hoofdstukken achter elkaar gewijd zijn aan het toekomstig oordeel en herstel van Israël (hs. 30 en 31), zo zijn er ook twee (lange) hoofdstukken, die spreken over Babel. Het is deze beschrijving over het oordeel van Babel, die nogal wat overeenkomsten vertoont met de twee hoofdstukken in Openbaring: 17 en 18.
Let wel, in Jeremia gaat het over Babel als macht en ook over de stad, zoals die al gekend wordt vanaf Genesis 10 en 11! In de tijd van de Jeremia was Babel de hoofdstad van het Babylonische rijk, de standplaats van koning Nebukadnezar. Na de ondergang van dat rijk is Babel nog zo´n 60 jaar de hoofdstad gebleven van het volgende rijk van de Meden en de Perzen. Hoewel het z´n glorie van toen is kwijtgeraakt, is de stad als zodanig altijd blijven bestaan. Petrus vermeldt Babylon in zijn eerste brief: “U laat de medeuitverkorene te Babylon groeten…” (1 Petr. 5:13). En… ook vandaag bestaat Babel nog steeds. Als een soort museum-stad is het gesitueerd in het huidige Irak, in het stroomgebied van de Eufraat en de Tigris.
We moeten dus concluderen dat de totale verwoesting van Babel nog niet heeft plaatsgevonden.
Een paar voorbeelden uit hoofdstuk 50:
|
Vanuit deze hoofdstukken kunnen wij de lijnen doortrekken naar het laatste Bijbelboek en zien hoe de gegevens met elkaar overeenstemmen.
Een paar voorbeelden uit hoofdstuk 51:
|
We zien dus, dat wat Jeremia over Babel heeft voorzegd in het verleden, slechts ten dele is vervuld, zodat er in de toekomst een dusdanige situatie zal ontstaan in het Midden-Oosten, dat deze profetieën (letterlijk) in vervulling kunnen gaan, precies zoals God ze heeft uitgesproken.
Vervulling?
Voordat Openbaring 17, 18 en alle eerdere profetieën met betrekking tot (de stad) Babel volledig vervuld worden, en er sprake kan zijn van de val van Babylon, moeten -kortweg- nog een aantal zaken gebeuren:
* De 70 jaarweken van Daniël 9 moeten vervuld worden. De laatste daarvan wordt gekenmerkt door het sluiten van een verbond, het verbreken daarvan en de oprichting van de ´gruwel der verwoesting´. Dit is het (afgods)beeld waarover Openbaring 13 spreekt.
* Dit luidt het oordeel over Jeruzalem in (Jer. 25) en de wederkomst van Christus voor Israël (Zach. 14). In die tijd komt de stad Babel tot bloei als exponent van het laatste rijk onder aanvoering van het beest.
* Het oordeel zal zich vervolgens uitstrekken over alle volkeren en dat betekent ook het einde van Babel. Niet alleen van haar duivelse systeem, maar ook van de stad die daarvan het centrum is. Het zal gaan zoals Openabring 18 het zegt: “Wee, wee, gij grote stad, Babylon, gij sterke stad, want in één uur is uw oordeel gekomen” (vs. 10).