Ook christelijke politici en partijen doen mee. Waar het bij hen in het bedrijven van politiek er vroeger in ieder geval nog op leek dat zij Bijbelse principes uit wilden dragen, daar lijkt hier nu in het geheel geen sprake meer van. Ten aanzien van belangrijke normen en waarden moeten nu eenmaal compromissen gesloten worden om mee te kunnen regeren.
Het 'erbij-horen-schap' lijkt ondertussen belangrijker dan het 'bijwonerschap'. Het doet onwillekeurig denken aan het proces dat Lot doormaakte.
Aanleiding tot de geschiedenis
Genesis 19 begint met de vermelding dat twee engelen in de avond bij Sodom aankomen. Deze engelen worden in het voorgaande hoofdstuk beschreven als de mannen die met de HERE meekwamen toen Hij een bezoek aan Abraham bracht. Nadat de HERE Abraham heeft aangekondigd dat Hij Sodom gaat vernietigen, vertrekken de twee engelen richting Sodom. Vervolgens zien wij Abraham nog in onderhandeling gaan met de HERE om het onheil van Sodom af te wenden. Het blijkt, gezien het minimale aantal in Sodom aanwezige rechtvaardigen, tevergeefs.
Lot in de poort
Wanneer de engelen bij Sodom aankomen, treffen zij Lot in de poort. Deze terloopse opmerking geeft ons belangrijke informatie. In de poort zaten namelijk de vooraanstaande burgers en de bestuurders van de stad. Lot was, ondanks zijn aanvankelijke vreemdelingschap, opgeklommen tot deze positie. Dit was echter niet zomaar gegaan. Eerst zien wij Lot bij de steden in de buurt van Sodom rond trekken. Vervolgens slaat hij zijn tenten op bij Sodom (Gen. 13:12). Later lezen wij dat Lot in Sodom zelf ging wonen. En dat terwijl er over Sodom het volgende staat geschreven: "De mannen van Sodom nu waren zeer slecht en zondig tegenover de HERE." In zijn handelen is Lot hier het tegenovergestelde van de man (Man) over wie later in Psalm 1 het volgende staat geschreven: "Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters…" Lot 'wandelde' in de streek rond Sodom, hij 'stond' vervolgens bij Sodom met zijn tenten om vervolgens te gaan 'zitten' in het goddeloze Sodom zelf. De keuze om belangrijk in Sodom te worden, kwam niet zomaar, maar was een proces waar Lot langzaam in gleed.
Wat voor ogen is
Waar kwam dit alles bij Lot vandaan? Nu, dat is duidelijk in Genesis 13 te ontdekken op het moment dat Abram Lot voorstelt om uit elkaar te gaan: "Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag…" Lot ging af op wat voor ogen was. Hij koos voor de goede dingen van deze eeuw, in plaats van met de ogen van het geloof over deze eeuw heen te kijken, zoals Abraham deed. In zekere zin was Lot ziende blind. Dit is dan ook terug te zien in de betekenis van zijn naam: 'bedekking'. Er was een bedekking op zijn gezicht, zoals later ook in Handelingen het geval was bij de Joden die vast hielden aan de wet van Mozes. Lot zag niet waar het werkelijk om ging in het leven. Zijn hebzucht en streven naar status maakten hem in zekere zin blind.
Lot toch rechtvaardig
Ondanks de keuze die Lot voor de wereld maakt, rekent God hem toch als rechtvaardig. Een aantal teksten getuigen hiervan. Zo zegt Abraham in Genesis 18:13 tegen de HERE: "Zult Gij dan de rechtvaardige met de goddeloze verdelgen?" Hiermee had Abraham zeker zijn neef Lot op het oog. En in Genesis 19:29 lezen wij dat God naar Lot omziet bij de verdelging van Sodom: "Toen God de steden der Streek verwoestte, gedacht God Abraham, en Hij leidde Lot uit het midden der omkering…" Het meest veelzeggend zijn echter nog wel de woorden uit 2 Petrus 2:7-8: "…maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel dier zedelozen, heeft behouden - want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken…" God ziet Lot uiteindelijk niet aan in zijn vleselijke staat, maar ziet op het bij hem aanwezige geloof, hoe klein misschien ook. Maar dit weinige geloof mag uiteindelijk volkomen worden in de rechtvaardiging die in de latere dood van Christus te vinden is.
Alles kwijt
Loopt het dan goed af met Lot? Zoals uit het vervolg van de geschiedenis blijkt voor wat betreft dit leven niet. Lot koos voor Sodom en met Sodom ging ook hij in zekere zin ten onder. Zo begint het al op het moment dat Lot de twee engelen wil beschermen tegen de inwoners van Sodom. Wanneer Lot geen gehoor geeft aan de wensen van de mannen in Sodom, blijkt zijn status ineens niets meer waard te zijn: "En zij zeiden: Deze ene is als vreemdeling komen vertoeven om ons geheel en al de wet te stellen! Nu zullen wij u meer kwaad doen dan hun" (Gen. 19:9). Na de verwoesting van Sodom zien wij Lot uiteindelijk als een man op de vlucht in een spelonk eindigen, samen met zijn twee dochters (Gen. 19:30).
Bij gebrek aan mannen, hebben de dochters uiteindelijk gemeenschap met hun dronken vader, zodat zij toch nakomelingen krijgen. Uit deze zwangerschappen ontstaan uiteindelijk de volken van Moab en Ammon, volken die wij nu niet meer kennen. Over Lot wordt in het vervolg van Genesis niets meer gehoord.
Doelbepaling
Zo zien wij hier de lijn van Lot beëindigd. Hij was een man die, zoals wij uit de brieven van Petrus kunnen opmaken, zeer zeker goede bedoelingen had. Hij leed onder de goddeloosheid van Sodom. Wellicht wilde hij hier, juist door de stad te besturen, wat aan doen. Toch raakte hij door een verkeerde gerichtheid zo'n beetje alles kwijt. Hij was in hoofdzaak gericht op het leven in deze eeuw. Daarin wilde hij het maken en daar had hij zijn doelen liggen. Hij wilde rijk en aanzienlijk zijn. Door slechts hier op te zien, verloor hij zijn oog op de veel grotere rijkdommen die in de komende eeuwen liggen te wachten. Waar Abraham een toekomstige hemelse stad verwachtte en zocht, daar leefde Lot voor een tijdelijke aardse stad. Waar kiezen wij voor? Leven wij voor aardse macht, aanzien en status? Of leven wij in de verwachting dat het uiteindelijke doel van ons bestaan in de hemel ligt? Mensen laten ons uiteindelijk vallen en wat de wereld ons biedt, raken wij uiteindelijk kwijt. De hemelse zegeningen (zie Efe. 1:3 e.v.) die God de Vader ons geeft, die zijn echter voor altijd!