Abraham, zijn roeping en zijn leven - Deel 13: Opdracht om Isaäk te offeren

Abraham, zijn roeping en zijn leven

Deel 13: Opdracht om Isaäk te offeren

In dit artikel gaat het over een offer dat gebracht wordt op een berg. Het is een bevel van God. Abraham krijgt de opdracht om samen met Isaäk naar de bergen van het land Moria te gaan. Hij moet daar zijn zoon offeren. Het waarom wordt hem vooraf niet duidelijk gemaakt. De diepere betekenis van het offer zal pas vele eeuwen later duidelijk worden.

De opdracht (Gen. 22:1-2)

De geschiedenis begint wanneer God aan Abraham verschijnt. Het is hier niet JHWH, de God van het verbond Die nabij is, maar Elohim, de Schepper van hemel en aarde, Die ver boven de mensheid in de hemel troont. God is in deze geschiedenis Abraham in eerste instantie niet nabij, maar Hij neemt afstand van hem. Pas in vers 11, als de Engel des HEREN ingrijpt, zien wij de naam JHWH voor het eerst gebruikt.

Wij zien dat Abraham op de proef gesteld wordt door God. Dat op de proef stellen is niet zomaar iets, maar is het toetsen of iemand aan de wet voldoet. In Deuteronomium 8:2-3 komt ditzelfde principe terug: "Gedenk dan heel de weg, waarop de HERE, uw God, u deze veertig jaar in de woestijn heeft geleid, om u te verootmoedigen en u op de proef te stellen ten einde te weten, wat er in uw hart was: of gij al dan niet zijn geboden zoudt onderhouden. Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond des HEREN uitgaat."
In deze geschiedenis staat beschreven hoe het volk Israël op de proef werd gesteld om vast te stellen wat er in hun hart leefde en of zij Gods geboden wilden onderhouden. De proef die het volk moest doorstaan was dat zij vernederd werden, honger moesten lijden en afhankelijk werden van het manna dat de HERE hen te eten gaf.

Bij Abraham gaat de proef verder dan bij de Israëlieten. Maar toch heeft het hetzelfde doel: God wil weten wat er in Abrahams' hart leeft en of hij bereid is God in alles te gehoorzamen. Opvallend is wel dat Abraham iets moet ondergaan wat onder de bediening van de wet valt, terwijl Abraham uit geloof gerechtvaardigd was. Het klopt echter wel wat hier gebeurt, want Abraham verkeerde op dat ogenblik namelijk in besneden staat, wat bepaalt bij de wet. Dit gegeven is ook in Jakobus 2:21-22 terug te zien: "Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaäk op het altaar legde? Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken…" Abraham is in deze geschiedenis het beeld van het latere Israël onder de wet, dat hun zoon op het kruishout moest nagelen om zodoende Gods wil te vervullen. Daarentegen houdt de Abraham van voor de besnijdenis in Genesis 17 verband met hen die uit geloof gerechtvaardigd zijn: "Toen leidde Hij hem naar buiten, en zeide: Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde in de HERE, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid." (Gen. 15:5-6)

Dit principe zien wij vervolgens bevestigd in Romeinen 4:3-5: "Want wat zegt het schriftwoord? Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Nu wordt hem die werkt, het loon niet toegerekend uit genade, maar krachtens verplichting. Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid…"
Wat is reactie van Abraham op het verzoek van God? Alleen al zijn eerste reactie als God hem roept is veelzeggend: "Hier ben ik." Letterlijk staat hier ziet meer dan 'Ziet mij'. In het oude testament wordt dit woord in de regel gevolgd door concreet handelen of een zichtbaar teken. Abraham toont hier met het gebruik van dit woord aan dat hij tot Gods beschikking staat en wil doen wat Hij wil. Zoals hij dat later in dezelfde geschiedenis ook toont aan Isaäk als die hem roept: "Hier ben ik, mijn zoon." (vers 7). En zoals hij dat weer later in dezelfde geschiedenis voor het laatst doet als de Engel des HEREN hem roept, juist als hij zijn zoon wil slachten: "Hier ben ik." (vers 11). Abraham toont zo aan dat hij zijn geloof volkomen maakt in werken en dat hij handelt in de geest van wat later in Psalm 119 wordt beschreven, de psalm van de wet: "Zie, naar uw bevelen verlang ik, maak mij levend door uw gerechtigheid." (Ps. 119:40) Tijdens iedere ademtocht van zijn leven is Abraham op God afgestemd.

Nadat Abraham door God geroepen is, geeft God hem in vers 2 de opdracht die hij moet vervullen: "En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw enige, die gij liefhebt, Isaäk, en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer op één der bergen die Ik u noemen zal."
Het begint hier al met de woorden "uw zoon, uw enige, die gij liefhebt, Isaäk". Het was Abrahams zoon. Daarnaast zijn enige zoon. Bovendien had hij die zoon lief. Het was de zoon die hem liet lachen, die hem vreugde gaf. Het is niet alleen zijn zoon die Abraham moet offeren. Het is ook zijn enige hoop. Eveneens dat wat hij liefhad, of misschien wel zijn liefde in het geheel. Bovendien zou hij ook zijn vreugde in rook op moeten laten gaan. Meer kon God van Abraham niet vragen. Meer kon God later ook niet geven toe Hij Zijn Zoon, Zijn enige, Die Hij liefhad en Hem vreugde gaf, moest weggeven om de mensheid te redden. Abraham moest zijn zoon als brandoffer aan God brengen; totale vernietiging door het vuur als volledige toewijding aan God. God gaf Zijn Zoon over aan de kruisdood; de diepste vernedering om de mens weer te kunnen verhogen tot God.

Naar dat offer van Jezus Christus verwijst trouwens nog meer in de opdracht die Abraham krijgt. Hij moet van God naar het land Moria gaan. Daar zou later uiteindelijk Jeruzalem gebouwd worden met de tempel op de berg die later de naam Moria zou dragen: "Toen begon Salomo met de bouw van de tempel te Jeruzalem op de berg Moria…" (2 Kron. 3:1). In de tempel zouden veel lammeren geofferd worden. Die lammeren namen de plaats in van de mens zelf, wiens bloed eigenlijk hoorde te vloeien en die moest sterven. Maar uiteindelijk wezen zij naar niets anders dan naar, toen nog, toekomstige offer van het Lam Gods, dat de zonde van de wereld weg zou nemen.

Moria was de plek die God uitkoos om Abraham zijn zoon te laten offeren, het was ook de plek die God uitkoos voor zijn tempel. Het is daarom dan ook niet verwonderlijk dat Moria zoveel betekent als 'door God uitgekozen'.

Abrahams' verdere reactie (Gen. 22:3-4)

Nadat Abraham zich op voorhand bereid heeft getoond om Gods opdracht te gehoorzamen, doet hij dit vervolgens ook daadwerkelijk nadat God hem de taak heeft meegedeeld. Abraham gaat zonder enige vorm van tegenwerping. 's Ochtends vroeg staat hij op, zadelt zijn ezel, neemt twee van zijn knechten en Isaäk, klooft hout voor het offer en gaat op weg.
Geen vragen, geen opstandigheid of wat dan ook is bij Abraham terug te zien. Ondanks de onmenselijk opdracht die God hem geeft. In Hebreeën 11 is de reden terug te vinden waarom Abraham berustend gehoor gaf aan Gods opdracht: "Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Isaäk ten offer gebracht, en hij, die de beloften aanvaard had, wilde zijn enige zoon offeren, hij, tot wie gezegd was: Door Isaäk zal men van nageslacht van u spreken. Hij heeft overwogen, dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken…" (Heb. 11:17-18)
Abraham geloofde dat God Zich aan Zijn belofte zou houden: Isaäk zou Abrahams' erfgenaam zijn. Abraham geloofde zelfs dat de dood dit niet in de weg kon staan. Hij geloofde dat God in staat zou zijn om Isaäk uit de dood op te wekken. Wij weten niet of Abraham deze inzichten al direct kreeg nadat God hem de opdracht gaf. Wellicht gehoorzaamde hij aanvankelijk twijfelend, maar kwam hij gaandeweg tot inzicht. Misschien wel op het moment zoals dat in vers 4 staat geschreven: "Toen Abraham op de derde dag zijn ogen opsloeg, zag hij die plaats in de verte." Bevestiging hiervoor kunnen wij echter nergens in de Bijbel terugvinden en het doet er daarom niet echt toe. Het gaat er uiteindelijk om dat hij het inzicht kreeg, erin geloofde en er naar handelde.

Het wordt in deze geschiedenis in ieder geval wel duidelijk dat Gods handelen voor ons mensen vaak onbegrijpelijk is. Wie zonder enige voorkennis of vooringenomenheid dit gedeelte leest, kan zich niet anders dan afvragen waar dit toe moet leiden. Zoals dat hier in deze geschiedenis geldt, zo is dat in de hele Bijbelse geschiedschrijving terug te vinden.
Maar ook Gods verborgen werking in de huidige tijd is iets waar wij met ons verstand niet bij kunnen. Het is zoals Paulus in Romeinen schrijft ten aanzien van Gods handelen met Israël: "O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen!" (Rom. 11:33).

Abraham vangt dus de reis aan. Het is een tocht die drie dagen duurt. De beproeving was niet alleen zwaar, maar duurde ook lang. In de drie dagen vinden wij natuurlijk een prachtige link naar de opstanding van Christus, die na drie dagen plaats vond. Ook vinden wij een overeenkomst met het herstel van het volk Israël: "Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht." (Hos. 6:2).

Volgende keer: slot.

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'