Natuurlijk realiseer ik me dat ook andere getallen nadrukkelijk naar voren komen in de Efezebrief; in feite is er van bijna elk getal wel iets te zeggen. Maar we beperken ons nu tot het getal zeven. In het Hebreeuws is het getal 'zeven' (shevah) afkomstig van het werkwoord savah, dat 'vol zijn', ´bevredigd zijn', 'genoeg hebben' betekent. Heel veel informatie over dit getal en het gebruik daarvan in de Bijbel is te vinden in hoofdstuk 4 van 'Bijbelse Getallen'.
Hoofdstructuur van de Efezebrief
De Bijbel is Gods Woord en daarom afkomstig van Degene die orde schept in de chaos. Dat zien we al aan het begin van de Bijbel. De door oordeel ontstane woestheid en ledigheid (chaos) wordt door Hem in zes dagen tot een 'kosmos' (letterlijk: sierraad, versiersel) geschapen. Het eerste hoofdstuk van de Bijbel laat zien hoe Hij per dag in alle dingen orde aanbrengt. Hij doet dat door Zijn Woord. Het is mooi om te weten dat het Hebreeuwse woord voor spreken 'dabar' luidt. Dit betekent heel letterlijk: ordenen door te spreken. Zoals je een groep mensen tot de orde kunt brengen door te spreken, zo deed Hij dat met de schepping. En zo wikkelt Zijn plan zich nog steeds af! Waar God door Zijn Woord tot je spreekt, ontstaat er orde in de chaos. Dit geldt ook voor ons persoonlijk leven.
Dit kenmerk van ordening zien we enigszins onder de oppervlakte van de bijbeltekst terug. Wanneer je bijvoorbeeld een bepaald bijbelgedeelte uitpluist, komt na lezen en herlezen - en misschien wel nóg eens lezen - de opbouw naar voren. Dit is over het algemeen het gemakkelijkst te ontdekken door de verschillende punten waaruit een bijbelgedeelte of bijbelboek is opgebouwd op te schrijven en te kijken hoe deze punten zich tot elkaar verhouden. Ondanks het feit dat de Bijbel door zo'n veertig verschillende mensen (waaronder geleerden, vissers, een schapenfokker, een geschiedschrijver, koningen, etc.) gedurende zo'n vijftienhonderd jaar geschreven is, is dit in de hele Bijbel terug te vinden! Dit doet ons beseffen dat al die mensen instrumenten waren van die ene Auteur, Die alle dingen ordent en draagt door het Woord van Zijn kracht.
Wanneer we de hoofdpunten van de brief aan de Efeziërs op een rij zetten, blijken ook deze onderling met elkaar verbonden te zijn. Hierdoor komt de 'hoofdstructuur' van de brief naar boven, waarin het getal zeven een rol speelt:
1. 1:1, 2 Briefstijl a. 1:1 De opdracht van Paulus b. 1:2 Groeten - Genade en vrede 2. 1:3-2:7 c. 1:3-14 Alle geestelijke zegen d. 1:15-19 Gebed van Paulus met als inhoud: Dat Hij geve (1:17) / zodat gij weet, kent (1:18): Hoop, rijkdom en kracht van het geheimenis (1:18, 19) e. 1:19-2:7 De inwerking van de sterkte Zijner macht (1:19) Gezeten in hemelse gewesten (1:20, 2:6) 3. 2:1-10 De nieuwe schepping; Zijn wandel 4. 2:11-19 De nieuwe mens (vs.15) Eens vervreemd van het burgerrecht Israëls (2:12) 5. 2:19-22 De tempel wast, goed ineensluitend, op (2:21) Apostelen, profeten; fundamentlegging (2:20) 6. 3:1-13 De gevangene van Christus Jezus (3:1) De 3-voudige eenheid (3:6) 7. 3:14-21 Het centrale gebed met als middelpunt: De liefde van Christus/De volheid van God 6. 4:1-6 De gevangene van de Here (4:1) De 7-voudige eenheid (4:3-6) 5. 4:7-19 Het lichaam groeit, goed ineensluitend, op (4:16) Apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars; toerusting (4:11, 12) 4. 4:20-32 De nieuwe mens (4:24) Eens vervreemd van het leven Gods (4:18) 3. 5:1-6:9 De nieuwe schepping; Zijn wandel 2. 6:10-20 e. 6:10-13 De uitwerking van de sterkte Zijner macht (6:10) Standhouden in de hemelse gewesten (6:11, 12) c. 6:14-18 Al de wapenen van God d. 6:19, 20 Gebed voor Paulus met als inhoud: Dat hem het woord gegeven worde / dat bekendgemaakt wordt: Het geheimenis van het evangelie (6:19) 1. 6:21-24 Briefstijl a. 6:21, 22 De opdracht van Tychikus b. 6:23, 24 Groeten - Vrede en genade
Het verband tussen de geestelijke zegen en de wapenrusting
Behalve dat de hoofdstructuur van deze brief uit zeven hoofdpunten blijkt te bestaan, zijn er ook allerlei opsommingen te ontdekken die in sommige gevallen op hun beurt ook weer een structuur blijken te bevatten. Bovenin en onderin de hoofdstructuur staan de punten '2-c'. In het eerste geval heeft dit betrekking op Efeziërs 1:3-14, waar het gaat over 'al de geestelijke zegen' die wij in Christus ontvangen hebben. Deze zegen bestaat uit een zevental aspecten, die zich op een bepaalde manier onderling met elkaar verhouden:
1. vs. 4 We zijn uitverkoren 2. vs. 5 voorbestemd tot in het zoonschap 3. vs. 6 Hij heeft ons begenadigd in de Geliefde 4. vs. 7 in Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen 5. vs. 9 God heeft ons het geheimenis van Zijn wil doen kennen 6. vs. 11 we zijn voorbestemd tot het ontvangen van het erfdeel en 7. vs. 13 verzegeld met de Heilige Geest
Door ze zo weer te geven als hierboven gebeurd is, wordt de samenhang duidelijk die er is tussen het eerste en het zevende aspect, het tweede en het zesde, enzovoort. Overigens is deze opsomming ook te verdelen in zes en één. De eerste zes punten worden namelijk door Paulus beschreven in de 'wij-vorm', terwijl hij bij het laatste punt overgaat op 'gij'.
Onderin de hoofdstuctuur bevindt zich nog een punt '2-c', dat verwijst naar Efeziërs 6:14-18. Dit is als het ware het spiegelbeeld van Efeziërs 1:3-14; de 'spiegel' is dan Efeziërs 3:14-21. Daar treffen we de omschrijving van de onderdelen van de "wapenrusting Gods" aan; of, zoals het er letterlijk staat: "al de wapenen van God" (Efe. 6:11). Vergelijk hier Efeziërs 1:3, waar staat "alle geestelijke zegen". In beide gevallen duidt het woordje "al" / "alle" op een bepaalde volheid. Bovendien zien we dat er een overeenkomst tussen beide gedeelten ligt in de plaats van de zegeningen en de plaats waar de wapenen gedragen moeten worden: "in de hemelse gewesten" (Efe. 1:3 en 6:12). Ook de wapenen van God in Efeziërs 6 bestaan in zeven onderdelen:
|
Net als in Efeziërs 1:3-14 is deze opsomming te verdelen in zes en één; de eerste zes zijn zichtbare punten en het zevende is iets onzichtbaars. Wie oog krijgt voor de opbouw in dergelijke bijbelgedeelten, heeft in veel gevallen meer duidelijkheid over de betekenis van dat gedeelte. Dat geldt ook hier! Een bijbelstudie over de zeven onderdelen van de wapenrusting Gods kán niet zonder studie te maken van de zeven aspecten van de geestelijke zegen in Christus.
Zeven kenmerken van de gelovigen uit de volken
In Efeziërs 2 noemt Paulus een zevental punten die kenmerkend waren voor de gelovigen uit de "volken in het vlees". Deze zien er als volgt uit:
1. vs. 11 ze werden 'voorhuid' (onbesneden) genoemd 2. vs. 12 ze waren zonder Christus 3. vs. 12 ze waren vervreemd van het burgerschap van Israël 4. vs. 12 ze waren vreemdelingen van het verbond 5. vs. 12 ze hadden geen hoop 6. vs. 12 en waren zonder God in de wereld 7. vs. 13 ze waren veraf
De zevenvoudige eenheid van de Geest
In Efeziërs 4 schrijft Paulus de bekende woorden over het beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren in de (letterlijk) samenbinding van de vrede. Deze 'samenbinding' heeft als het ware zeven draden, die met elkaar verweven zijn tot één zevenvoudig koord. Deze zeven kenmerken hebben we in onderstaand overzichtje op dezelfde manier weergegeven als de zeven aspecten van de geestelijke zegen uit Efeziërs 1. Hierdoor worden enkele onderlinge verbanden duidelijker:
1. vs. 4 één lichaam 2. vs. 4 één Geest 3. vs. 4 één hoop 4. vs. 5 één Heer 5. vs. 5 één geloof 6. vs. 5 één doop 7. vs. 6 één God en Vader, Die boven allen en door allen en in u allen is
In dit overzicht valt op dat het Middelpunt van dit alles de "Heer" (dat is: Christus Jezus) is. "Heer" is één van de aanduidingen voor de Zoon van God, onze Heiland; een andere aanduiding is "Christus". Als het in de Efezebrief gaat over onze positie wordt dit vaak verbonden aan het noemen van "Christus" (dit is met name zo in de eerste drie hoofdstukken). Gaat het over onze wandel dan komen we onze Heiland meer tegen als "Heer" (daarover gaat het vooral in de laatste drie hoofdstukken van de brief aan de Efeziërs). Het kennen van Christus is één ding; het wandelen in overeenstemming met die kennis het andere ding dat van belang is.
In totaal wordt het woord "heer" (Grieks: kurios) achtentwintig maal (= 4 x 7) door Paulus in deze brief gebruikt; zeven maal daarvan in de eerste drie hoofdstukken (waar het dus voornamelijk over de positie in Christus gaat) en eenentwintig maal (= 3 x 7) in de laatste drie hoofdstukken, waar de nadruk meer ligt op de wandel en het er op aan komt of wij Christus ook in het leven van alledag als Heer kennen.
Woorden die zeven maal worden gebruikt in de Efezebrief
Er zijn in deze brief ook verschillende woorden die zeven keer worden gebruikt. Eén van die woorden is "wil" (Grieks: theléma); dit woord betekent ook wel 'besluit'. Het wordt als volgt gebruikt:
Algemeen 1. 1:1 Paulus, apostel van Jezus Christus, door Gods wil Positie 2. 1:5 het goeddunken van Zijn wil stelde ons in het zoonschap 3. 1:9 God deed Paulus het geheimenis van Zijn wil kennen 4. 1:11 God werkt in alles naar de raad van Zijn wil Praktijk 5. 2:3 wij handelden vroeger naar de wil van het vlees en van de gedachten 6. 5:17 wij zouden de wil van de Heer moeten verstaan 7. 6:6 we zouden van harte bereid moeten zijn Gods wil te doen
Een ander woord dat zeven maal voorkomt in de Efezebrief is "vrede" (Grieks: eirene):
1. 1:2 Genade aan u en vrede vanaf God, onze Vader 2. 2:14 Hij is onze vrede 3. 2:15 de vrede Makende 4. 2:17 Hij heeft vrede verkondigd aan u, die ver weg en die nabij (waren) 5. 4:3 te bewaren de eenheid van de Geest in de samenbinding van de vrede 6. 6:15 de voeten ondergebonden in bereidheid van het evangelie van de vrede 7. 6:23 Vrede aan de broeders en liefde met geloof vanaf God, de Vader
Verder kunnen we hier nog vermelden dat de ook de volgende woorden zeven maal voorkomen in de Efezebrief:
dan, dus (Grieks: oun) 2:19; 4:1; 4:17; 5:1; 5:7; 5:15; 6:14 man (Grieks: aner, andros) 4:13; 5:22; 5:23; 5:24; 5:25; 5:28; 5:33 met (Grieks: meta) 4:2 (2x); 4:25; 6:5; 6:7; 6:23; 6:24 zeggen, noemen (Grieks: lego) 2:11 (2x); 4:8; 4:17; 5:12; 5:14; 5:32
Ook zijn er woorden die vaker voorkomen, maar slechts in zeven teksten in de brief aan de Efeziërs gebruikt worden:
eeuw (Grieks: aioon) 1:21; 2:2; 2:7; 3:9; 3:11; 3:21 (2x); 6:12 hebben (Grieks: echo) 1:7; 2:12; 2:18; 3:12; 4:28 (2x); 5:5; 5:27 liefhebben (Grieks: agapao) 1:6; 2:4; 5:2; 5:25 (2x); 5:28 (3x); 5:33; 6:24 vrouw (Grieks: gune) 5:22; 5:23; 5:24; 5:25; 5:28 (2x); 5:31; 5:33 (2x) wandelen (Grieks: peripateo) 2:2; 2:10; 4:1; 4:17 (2x); 5:2; 5:8; 5:15
Afrondend
Natuurlijk zou er nog meer 'gevonden' kunnen worden. Met name de laatste opsommingen zeggen niet zo heel veel. Er worden immers ook voldoende woorden gebruikt die bijvoorbeeld zes of negen keer voorkomen in deze brief. Anderzijds leer je uit dit artikel toch ook mooie dingen, met name daar waar het gaat over de brief in zijn geheel en over de zaken aangaande onze positie in de hemelse gewesten! Dáár brengt Christus immers alles tot volheid (Efe. 4:10)! En dan moet je toch weer aan vrede denken en aan ... zeven.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de Everread uitgaven 'Bijbelse Getallen' (ISBN 978-90-6694-286-8), 'De brief aan de Efeziërs - vers-voor-vers' (ISBN 978-90-6694-276-9) en 'Rijkdom' (ISBN 978-90-6694-239-4). Zie www.everread.nl.