Kern
Johannes komt hier tot de kern van de liefde. Tot tweemaal toe zegt hij: "God is liefde" (vs. 8 en 16). Daar komt elke vorm van liefde en liefhebben uit voort. In dit eerste gedeelte schrijft de apostel, dat de Here God heeft laten zien, dat Hij liefde is, door Zijn eniggeboren Zoon te geven als een verzoening voor onze zonden. “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven hebbe” (Joh. 3:16).
En zonder dat hij het met zoveel woorden noemt, haalt Johannes hier de twee grote geboden uit de Wet naar voren: God liefhebben boven alles en uw naaste als uzelf. Dit was zeer vertrouwd voor de Joden. Daarmee waren zij opgevoed. Johannes laat nu zien hoe dit in de Here Jezus Christus een extra dimensie heeft gekregen. God heeft Zijn liefde geopenbaard en daar past slechts één reactie bij: wederliefde.
Alleen, liefde kan zo moeilijk voortvloeien uit een opdracht. Liefde is niet rationeel. Het is een gevoel, dat diep van binnen zit; het laat zich niet verklaren. Daarom is het belangrijk om goed te overdenken hoe groot Gods liefde is. Als we daar van onder de indruk komen, ontstaat er als vanzelf liefde tot God en Zijn Zoon. En dan kan die liefde ook doorvloeien naar medegelovigen, die immers ook tot de groep van verlosten behoren. Ja, dan komt er ook liefde voor de mensen in deze wereld, die de Here Jezus nodig hebben als Verlosser. Hij is immers de Heiland der wereld (vs. 14). God heeft de mensen lief en wil hen trekken met de koorden van Zijn liefde om hen te redden ... om in Zijn liefde te delen.
In de Here Jezus is "de grote liefde" (Efe. 2:4 ) van God zichtbaar geworden. Voor veel mensen (ook christenen) vormt dit een probleem vandaag. Teleurgesteld in zichzelf misschien, of in de medemens. Angstig voor de wereld om hen heen: moord, terreur, onderdrukking, voedsel-en milieuproblemen, atoomdreiging, etc. Voor hen kan het een grote vraag zijn of God wel liefde is. Toch is het antwoord: Ja! En dat God liefde is, dat kun je zien in de Here Jezus. Dat zegt Johannes ook duidelijk: "Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden" (1 Joh. 4:10).
Ruimte
De liefde waarover Johannes uitvoerig spreekt, geeft ook ruimte om te leven. Er is in de liefde namelijk geen vrees, zelfs niet voor het oordeel, want alles, alles is voldaan! De 'dag des oordeels' is voor velen een angstaanjagende uitdrukking. Op zich is daar iets bij voor te stellen. We moeten ons niet vergissen in de ernst van het oordeel. De Bijbel spreekt daar op vele plaatsen over. Er komt een dag van toorn over deze wereld (Openb. 6:16-17), en er komt een oordeel voor de Grote Witte Troon (Openb. 20:11). Petrus schrijft over de eindtijd, dat daarin het oordeel begint bij het 'huis Gods', dat is Israël (1 Petr. 4:17).
En toch ... Johannes benadrukt dat gelovigen daarover niet hoeven in te zitten. Zij hoeven niet te vrezen. Vrees houdt verband met straf, zegt Johannes, en daar gaat het nu juist om. De Here Jezus heeft de straf gedragen. Jesaja sprak reeds over de Knecht des HEREN, Die komen zou, en zegt: "… de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem ..." (53:5). Wie echter, ondanks het bijbelse getuigenis hieromtrent, toch bang is voor het komende oordeel, geeft er blijk van de liefde van God niet echt te kennen; die is niet 'volmaakt in de liefde'. Want wat is liefde? Liefde is de drang tot en het verlangen naar gemeenschap! Zoals twee geliefden naar elkaar kunnen verlangen. Daarin is geen ruimte voor vrees. Dus, als de Bijbel zegt "God is liefde", dan is dat niet zomaar een mooie gedachte of iets dergelijks, nee, dat is een realiteit. Hij verlangt ernaar gemeenschap te hebben met Zijn kinderen, hen te laten delen in alles wat Hij heeft bereid. Gods kinderen mogen genieten van de vertrouwelijke omgang met hun hemelse Vader. En Johannes eindigt met te zeggen, dat dit genot ook z'n uitwerking zal hebben in hun liefde voor mede-gelovigen.
"Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde" ( 1 Kor. 13:13).