Jeruzalem en de profetie
De wereldpers houdt zich tegenwoordig intens bezig met het Midden-Oosten en met de gebeurtenissen, die zich daar afspelen. Namen als Sinaï, Gaza, Jeruzalem, Damascus, e.a. worden dikwijls als opschrift gebruikt voor artikelen betreffende buitengewoon gewichtige gebeurtenissen in en om de oude landen van de Bijbel. Hier, waar straaljagers gierden en tanks denderden, heeft Mozes zijn volk geleid, heeft Simson zich gekromd en met al zijn kracht het feesthuis van de Filistijnen doen instorten, heeft Jezus Zijn doodsstrijd gestreden, is Paulus door hemels licht verblind en heeft hij de profetenmantel opgenomen.
Het volgende namen wij over uit een dagblad: “Hoe vreemd toch, dat de geschiedenis altijd weer terugkeert tot haar geboortegrond, tot de vruchtbare halve maan, die zich kromt van de oevers van de Nijl naar het dal van de Tigris en de Eufraat, waar de mens zijn eerste steden bouwde en waar hij God aanbad en zijn godsvrucht vastlegde op kleitabletten ten behoeve van volgende geslachten.”
Uit hetzelfde artikel nog het volgende: “Ondanks oorlogen en geruchten van oorlogen blijven de archeologen doorgaan met de stukjes van wat zij gevonden hebben aaneen te passen, om te ontdekken, dat de Bijbel een onvergelijkelijk historisch document is in de geschiedenis van de mens. Gebeurtenissen, in de Bijbel beschreven, worden nog steeds bevestigd door verbazingwekkende vondsten.” Een vooraanstaande bijbelgelovige archeoloog zei eens: “Van alle wetenschappen van deze tijd zijn er twee, die het sterkst vooruitgaan, namelijk de kernfysica en de archeologie van Palestina.”
Herbouw van de tempel
Een belangrijke vraag is: Zal Israël de tempel herbouwen? Het antwoord van de Schrift is: Ja. Om enige zeer duidelijke voorzeggingen in vervulling te doen gaan, moet de tempel herbouwd worden. Dat zal dan de derde tempel zijn. De tempel van Salomo is de eerste geweest en die van Zerubbabel de tweede. De laatste is door Herodes vergroot en verfraaid. Er zijn vele Schriftplaatsen, die de derde tempel voorzeggen, waarvan wij er enkele zullen noemen. Wij lezen in 2 Tessalonicenzen 2: 3, 4: “Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die (de dag des HEREN) komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs, die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzo, dat hij in de tempel Gods als een god zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is” (St. Vertaling).
Het is duidelijk, dat als deze profetie in vervulling moet gaan gedurende de grote verdrukking, er een Joodse tempel moet bestaan. De Here Jezus Zelf waarschuwt in Mattheüs 24:15: “Wanneer gij dan zult zien de gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, de profeet, staande in de heilige plaats, dat alsdan die in Judea zijn, vlieden op de bergen.”
Om te begrijpen waar onze Heiland op doelt, moeten we het boek Daniël opslaan. In Daniël 9:27 vernemen wij, dat ´de vorst, die komen zal´ een verbond zal sluiten met Israël voor de tijd van één jaarweek (dus zeven jaren), maar: “in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen en wel tot de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is”.
Hieruit vernemen wij, dat hij de Joodse eredienst in de tempel zal verstoren en er iets anders voor in de plaats zal stellen. Daniël 12 geeft hier meer licht op: “En van de tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen worden en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen” (vs. 12).
Dus na drie en een half jaar (1260 dagen) zal op de heilige plaats de, wat de Schrift noemt ´gruwel der verwoesting´ worden geplaatst en van het volk zal verwacht worden, dat het dit zal aanbidden. In het 13e hoofdstuk van Openbaring wordt dit duidelijker, als wij lezen, dat de valse profeet een (afgods)beeld zal maken en de mensen zal dwingen dit te aanbidden op straffe des doods.
Uit dit alles blijkt toch duidelijk, dat er een tempel moet zijn (of op z´n minst een deel daarvan) om deze dingen in vervulling te doen gaan.
Reeds in augustus 1967 publiceerde een blad het bericht, dat er kalksteen verscheept werd van Bedford in Indiana naar Israël voor de herbouw van de tempel. Eerst werd dit bericht door de kalksteenleveranciers ontkend; maar later zeiden zij, dat zij dit bericht niet konden ontkennen noch bevestigen. Of dit bericht juist is of niet, vast staat voor ons, dat de tempel herbouwd zal worden, al weten wij niet wanneer.
Er ging in het jaar 1967 een schok door de hele wereld, toen bekend werd, dat de Israeli´s het oude Jeruzalem hadden veroverd. Nu had men toegang tot de Klaagmuur, die zowat het enige is dat er nog over is van de oude tempel. Vele jaren lang konden de Joden niet bij deze muur komen. In een verslag over de verovering van Jeruzalem lezen wij: “Op de eerste dag, dat de toegang tot de muur geopend werd, kwamen 200.000 Joden de muur bezoeken, niet om die als nieuwsgierige toeristen te bekijken, maar om er als met eerbied vervulde pelgrims te bidden.”
Joods verlangen naar de tempel
Bijna twee duizend jaar hebben orthodoxe Joden driemaal per dag gebeden: “Dat het Uw wil mocht zijn, o Here onze God, de God van onze vaderen, dat de tempel nog in onze dagen wordt gebouwd. Dan zullen wij U dienen met eerbied zoals in de dagen van ouds, zoals in ver vervlogen jaren.”
In een ander gedeelte van dit verslag lezen wij: “Wij zijn nu in het stadium, waarin David was, toen hij Jeruzalem bevrijdde. Van die tijd af tot de bouw van de tempel door Salomo ging slechts één generatie voorbij. Zo zal het ook met ons gaan.”
Een andere veelbetekenende zin in dit verslag over de verovering van het oude Jeruzalem luidt aldus: “Deze derde tempel moet gebouwd worden, om Bijbelse profetie in vervulling te doen gaan; zo gaat deze bouw uit de sfeer van politieke mogelijkheid over naar de sfeer van Goddelijke beschikking.”
Het elfde hoofdstuk van de Openbaring verwijst naar dezelfde tempel. We zouden het de ´Verdrukkingstempel´ kunnen noemen. Hij zal een altaar hebben voor de Joodse aanbidders en een voorhof voor de heidenen. Misschien zal hij ook de plaats zijn, waar de twee geheimzinnige getuigen zullen optreden.
Men zou kunnen vragen, waar de tempel in Jeruzalem gebouwd zal moeten worden. In ieder geval zal hij op de berg Moria moeten komen. Daar moest Abraham Izak offeren en daar was ook de dorsvloer van Arauna, die David kocht voor de tempelbouw.
Hier is dus de eerste tempel geweest, die later verwoest is. Zerubbabel heeft daar de tweede tempel laten bouwen, omstreeks 515 vóór Christus. Die was veel minder mooi en groot dan die van Salomo, maar later door Herodes vergroot en verfraaid. Het werk begon ongeveer in het jaar 19 vóór Christus en werd voortgezet tot na zijn dood tot het jaar 64 na Christus. Zes jaar later werd hij door de Romeinen verwoest in 70 na Christus. De westelijke muur daarvan is blijven staan en heet de Klaagmuur.
In 2 Kronieken 6:5 en 6 vertelt Salomo, waarom Jeruzalem de enige bestemde plaats is voor de tempelbouw. Hij herhaalt Gods woorden aan David: “Van de dag aan, dat Ik Mijn volk uit het land Egypte leidde, heb Ik geen stad uit alle stammen van Israël verkoren, om er een huis te bouwen, opdat Mijn Naam daar zou zijn, en geen man verkoren, om vorst te zijn over Mijn volk Israël; maar nu heb Ik Jeruzalem verkoren, opdat Mijn Naam daar zijn zou, en heb Ik David verkoren, opdat hij over Mijn volk Israël heersen zou.”
God Zelf heeft Jeruzalem verkoren als zetel van de tempel!