Hemelburgers
In Efeze 2 lezen wij, dat God ons in Zijn liefde en genade mede levend gemaakt heeft met Christus... en ons mede opgewekt heeft... en ons mede een plaats gegeven heeft in de hemelse gewesten, in Christus Jezus (vers 4-6). Dat bepaalt ons bij de bijzondere positie waarin wij door het geloof zijn terechtgekomen. Wij mogen daar nu reeds van genieten, elke dag opnieuw. In de toekomst zal God die “...overweldigende rijkdom Zijner genade tonen naar Zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus” (Efe. 2:7).
In het eerste hoofdstuk van de Efezebrief bejubelt Paulus deze rijkdom: “Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei (beter: alle) geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus” (vers 3). Verderop bidt de apostel, dat gelovigen door (de) Geest van wijsheid en van openbaring Hem recht zullen kennen: “verlichte ogen des harten, zodat gij weet, welke hoop Zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is Zijner erfenis bij de heiligen, en hoe overweldigend de kracht is aan ons, die geloven...” (vers 17 ev.).
Het is triest, dat er zoveel gelovigen zijn, die zich nauwelijks bewust zijn van de wonderbare positie, die zij nu in Christus mogen bezitten. Want het feit, dat Hij in de hemel is, betekent ook dat wij (in Hem) in de hemel zijn. Daarom: Wij zijn hemelburgers op aarde!
God rekent, wat ons betreft, volledig met onze (hemelse) plaats in Christus, Zijn geliefde Zoon. En omdat Hij de Geliefde is, zijn wij “geliefden”! Omdat God in Hem een welbehagen heeft, heeft Hij een welbehagen in ons! Geen enkele roem in onszelf, het alles “uit Hem en door hem en tot Hem” en “wie roemt, roeme in de Here”!
Het is wel zaak en van uitermate groot belang, dat wij deze dingen in geloof volledig aanvaarden, zodat ons hart gaat overvloeien van dankzegging aan onze hemelse Vader. Waar Christus reeds verheerlijkt is in de hemel, daar delen wij nu reeds (!) in Zijn verheerlijking. Nog niet lichamelijk, maar wel geestelijk. Onze verheerlijking met en in Christus is reeds een feit (vgl. Rom. 8:30) en dat betekent voor ons grote blijdschap!
Het oog omhoog, het hart naar boven
De apostel Paulus wil ons bewust maken van de betekenis van onze positie in Christus en de heerlijkheid daarvan. Hij wijst op de (praktische) consequentie van Christus' hemelvaart voor ons en schrijft in Kolossenzen 3: “Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.”
De “dingen die boven zijn” komen tot ons door het Woord. De dingen zoeken die boven zijn is dan ook in de eerste plaats de Bijbel bestuderen om onderwezen te worden in de rijkdommen van Gods genade. Voor ons gaat het dan speciaal over het geheimenis, dat aan en via Paulus is bekendgemaakt. Over de roeping, het wezen, de positie en de toekomst van de Gemeente, het Lichaam van Christus.
Belofte
Uiteraard houdt de hemelvaartsdag ook een geweldige belofte in voor de toekomst: “Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen” (Hand.1:11).
Dat het hierbij gaat om de lichamelijke wederkomst van de Heer op aarde mag duidelijk zijn. Elk kind van God, dat leeft in overgave en toewijding aan de Heer, ziet met grote verwachting uit naar de wederkomst van Christus. Dan zal alles wat wij nu reeds geloven en zien met een geestelijk oog, heerlijke, zichtbare, voelbare werkelijkheid worden. Dan zullen wij geopenbaard worden in de heerlijkheid, waaraan wij nu reeds deel gekregen hebben. De Gemeente zal dan gezien worden als een toonbeeld van Gods genade!
En…op indrukwekkende wijze zal de HERE als Redder voor Israël verschijnen en vanaf dat moment zullen al Gods heerlijke beloften omtrent het herstel van Israël naar Zijn Goddelijke wil krachtig en definitief worden vervuld. Jeremia zegt: “De stad zal op haar puinheuvel herbouwd worden en de burcht op zijn rechte plaats tronen” (hs. 30:18).
In Zacharia 14:9 staat: “En de HERE zal Koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige”. De Koning der Joden zal regeren “van zee tot zee en van de Rivier tot het uiterste der aarde” (Ps. 72). Heel de wereld, alle volkeren zullen de zegen van de Allerhoogste ontvangen!