De tijden der heidenen
In het vorige artikel hebben wij gezien, dat God Zelf Jeruzalem heeft uitverkoren als de zetel van de Tempel. Israël is Zijn uitverkoren volk en het uitverkoren land van de HERE (Lev. 25:23). Jeruzalem is het centrum van Israël en de zetel van de regering en de eredienst. Davids grote Zoon, Christus Zelf, is de uitverkoren Koning.
Hoe past Jeruzalem nu in het geheel van de komende profetische gebeurtenissen? Die vraag kunnen wij niet bevredigend beantwoorden, als wij niet weten, wat de Bijbel zegt over Jeruzalem en haar toekomst.
In Lukas 21 heeft de Here Jezus de verwoesting van Jeruzalem voorzegd als een nabije gebeurtenis: "Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is. Laten dan die in Judea zijn, vluchten naar de bergen, en die binnen de stad zijn, de wijk nemen, en die op het land zijn, er niet binnengaan, want dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is, in vervulling gaat. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! Want er zal grote nood zijn over het land en toorn over dit volk, en zij zullen vallen door de scherpte des zwaards en als gevangenen weggevoerd worden onder alle heidenen, en Jeruzalem zal door heidenen vertrapt worden, totdat de tijden der heidenen zullen vervuld zijn" (vers 20-24).
De verovering en verwoesting van Jeruzalem, die hier voorspeld wordt, heeft plaatsgehad in het jaar 70, toen het Romeinse leger, aangevoerd door Titus, de stad innam en verwoestte.
Tijden der heidenen
De 'tijden der heidenen' zijn begonnen in de tijd van Nebukadnezar, ongeveer 600 jaar vóór Chr. Sommigen denken, dat de tijden der heidenen geëindigd zijn bij de verovering van het oude Jeruzalem in 1967. Maar dat kan niet waar zijn, omdat er nog onvervulde profetieën zijn, die spreken van een nog toekomstige belegering en overmeestering van Jeruzalem. In Mattheüs 24 lezen we in de verzen 15-27: "Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op – laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, ga niet naar beneden om zijn huisraad mede te nemen, en wie in het veld is, kere niet terug om zijn kleed mede te nemen. Wee de zwangeren en de zogenden in die dagen. Bidt, dat uw vlucht niet in de winter valle en niet op een sabbat. Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort. Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegd. Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn."
Het verslag in Lukas en het verslag hier in Mattheüs lijken veel op elkaar, maar zijn toch niet identiek. In Lukas 21 zegt de Here: "Zodra gij nu Jeruzalem door legerkampen omsingeld ziet, weet dan, dat zijn verwoesting nabij is." Maar de beschrijving in Mattheüs 24 is heel anders en heeft uitsluitend betrekking op een nog toekomstige gebeurtenis. Daar lezen we: "Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniël gesproken is, op de heilige plaats ziet staan – wie het leest, geve er acht op – laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen". Het 'beest' (Openb. 13) is dan op de aarde en hij zal in samenwerking met de 'valse profeet' Jeruzalem in bezit nemen en het tempelgebied ontheiligen door er een beeld neer te zetten en de mensen te dwingen hem te aanbidden als God. In de tijd van de 'grote verdrukking' zal de stad niet geheel verwoest worden zoals in het jaar 70. Zij zal gedeeltelijk verwoest worden, maar de bevrijding zal komen door de Here Jezus Christus Zelf. Daarom zegt de Here in Mattheüs 24, dat er vele "valse Christussen" zullen komen. Als de Here Zelf komt, dan zal dat snel en onverwachts geschieden 'als de bliksem'. Dan zal Hij op de Olijfberg staan, ten oosten van Jeruzalem, en bij Zijn komst zal Hij het overblijfsel van Zijn volk verlossen.
Uitverkoren stad
In Lukas 21 worden drie tijdsperioden genoemd. Allereerst de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chr., hoewel het jaartal niet vermeld wordt. Daarna wordt gesproken over het einde van de tijden der heidenen. En tenslotte over de Dag des Heren, wanneer er tekenen zullen zijn aan zon, maan en sterren: "En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding, terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen. Want de machten der hemelen zullen wankelen."
Jeruzalem zal moeilijke tijden blijven beleven, totdat de Here Zelf komt en haar tot een stad van vrede zal maken. Hij heeft een doel met haar en dat doel zal verwezenlijkt worden als de stad gezuiverd en gereinigd is. Psalm 132:13 zegt "Want de HERE heeft Sion verkoren, Hij heeft het begeerd tot Zijn woonplaats."
Het was in Jeruzalem, dat Melchizedek priester was, lang voordat Israël bestond. Melchizedek was priester van Salem, d.i. Jeruzalem, de stad des vredes, in de tijd van Abraham. Misschien was het toen inderdaad "een stad des vredes", maar nadien is het dat nooit meer geweest. Het was in Jeruzalem, dat Christus veroordeeld en even buiten haar muren gekruisigd werd. Het was in Jeruzalem, dat de Heilige Geest neerdaalde op de vijftigste dag na zijn opstanding: Pinksteren. Die oude stad was de bakermat van het Christendom. Deze stad is uitverkoren als zetel van Gods verlossingsplan. Zij staat in levende verbinding met Christus, zowel wat betreft in Zijn eerste als in Zijn tweede komst.
Israël is het kruispunt van wegen voor drie werelddelen: Afrika, Azië en Europa. In vroegere eeuwen was Jeruzalem het centrum voor de karavanen, die handeldrijvend reisden van en naar deze streken.
Jeruzalem zal de hoofdstad worden van het Koninkrijk van Christus op aarde
Hij zal het niet alleen maken tot het centrum van zijn bestuur, maar ook van de dienst van God. Tot die tijd zal Jeruzalem een brandpunt zijn van twist en strijd. Haar geschiedenis is een verhaal van oorlog en verwoesting. En deze fase van haar geschiedenis is helaas nog niet ten einde. De stad is in de loop der jaren herhaaldelijk in andere handen overgegaan, maar dat is allemaal gebeurd "naar de Schriften".
In Daniël 9: 26 1ezen we: "En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is."
In Zacharia 12:2-3 staat: "Zie, Ik maak Jeruzalem tot een schaal der bedwelming voor alle volken in het rond; ja ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Te dien dage zal Ik Jeruzalem maken tot een steen, die alle natiën moeten heffen; allen die hem heffen, zullen zich deerlijk verwonden. En alle volkeren der aarde zullen zich daarheen verzamelen."
Hier zegt de Here ons dus, dat de volken hebben getracht Jeruzalem te maken tot een deel van hun rijk, wegens haar grote rijkdommen. Maar God zegt, dat Hij Jeruzalem zal maken tot een lastige steen voor elk volk, dat de stad zo wil gebruiken. De heidense naties zullen trachten de "steen" Jeruzalem in te passen in hun politieke bouwsels, maar zij zal blijken een "lastige steen" te zijn, die hun veel moeite zal bezorgen. Dit is in het verleden zo geweest, en zal nog een tijd zo blijven voortgaan.