Het getal '5' is het getal dat in de Bijbel in het bijzonder aan genade verbonden is. Over het algemeen kun je zeggen dat wanneer er sprake is van een veelvoud van een dergelijk getal, daar de basisbetekenis nog eens mee wordt benadrukt. Hoewel het niet van te voren zo door de Morgenroodreeksredactie bedacht is, valt dit wel mooi samen met het onderwerp van dit 250e boekje: De zeven kruiswoorden.
Het gaat over de zeven momenten waarop de Heere sprak toen Hij aan het kruishout hing. Zeven indrukwekkende uitspraken van onze Heiland, waarin de genade en liefde van God voor een verloren wereld op geweldige wijze doorklinken.
Het doel van de komst van Gods Zoon in deze wereld
Zowel over het begin als over het einde van de aanwezigheid van Gods Zoon in deze wereld is er veel te lezen in de Bijbel. Hier volgen eerst een tweetal teksten die over het begin daarvan gaan:
- "... Christus Jezus (...) Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in Zijn gedaante als een mens bevonden ..." (Fil. 2:5-8a) en
- "Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: (...) U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt" (Hebr. 10:5).
Met betrekking tot het einde van de aanwezigheid van Gods Zoon als Mens op aarde, wordt er in de Bijbel nog veel meer gezegd. En dan worden we ook veel meer bij de reden van Zijn komst op aarde bepaald. De twee hiervoor aangehaalde teksten vervolgen met:
- "En in Zijn gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de kruisdood" (Fil. 2:8 en 9) en
- "Zie, Ik kom - in de boekrol is over Mij geschreven - om Uw wil te doen, o God (...) Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd" (Hebr. 10:7, 9 en 10).
De zes uren aan het kruishout
Het "offer van het lichaam van Jezus Christus" werd gebracht aan het kruishout, toen Hij gehoorzaam werd "tot de dood, ja, de kruisdood". De eerste vier boeken van het Nieuwe Testament - de evangeliën - vertellen ons veel over deze (historische) gebeurtenis.
De tijd vanaf het moment dat de Heere gekruisigd werd tot aan het moment dat Hij stierf, bedroeg zes uur. Zes uren, waarin Hij dit lijden onderging ten behoeve van de redding van de mens. Wij kunnen ons eigenlijk geen enkele voorstelling maken van wat dit juist voor Hém betekent moet hebben.
In Markus 15:25 staat: "En het was het derde uur en zij kruisigden Hem". Dit "derde uur" is wat wij zouden noemen: negen uur 's morgens. In de Bijbelse rekening gaan er "twaalf uren in een dag" (Joh. 11:9); en ook twaalf in de nacht. De twaalf daguren beginnen om zes uur 's morgens (onze tijd).
Markus zegt dan in vers 33: "En toen het zesde uur gekomen was, kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe". Het "zesde uur" waar Markus het nu over heeft, stemt overeen met het moment dat 'onze' klokken twaalf uur 's middags aangeven. Toen werd het donker over heel de aarde. We moeten bij dit woord "aarde" (eigenlijk: aardbodem) in de eerste plaats denken aan het hele land van Israël.
Vervolgens zegt vers 34: "En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?". Kort daarna stierf Hij (vs. 37). Zo zien we dat de zes uren aan het kruishout, verdeeld zijn in drie uren in het licht en drie uren in de duisternis.
De zeven kruiswoorden
Gedurende deze zes uur durende periode sprak de Heere op zeven momenten. Hieronder staan ze in chronologische volgorde:
- Lukas 23:34 - Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen;
- Lukas 23:43 - Voorwaar, zeg Ik u heden, u zult met Mij in het paradijs zijn;
- Johannes 19:26 en 27 - Vrouw, zie, uw zoon - Zoon, zie, uw moeder;
- Mattheüs 27:46 - Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?;
- Johannes 19:28 - Ik heb dorst!;
- Johannes 19:30 - Het is volbracht! en
- Lukas 23:46 - Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest.
De eerste drie keer dat Hij sprak, deed Hij dat gedurende de eerste drie uren, in het licht. De laatste vier kruiswoorden sprak Hij uit aan het einde van de tweede drie uren, in de duisternis. We mogen beseffen dat de liefde en genade, die in Zijn spreken doorklinkt, "de kennis te boven gaat". Aan God zij alle eer voor Zijn weg van verlossing in de Heere Jezus Christus.
Het eerste, tweede en zevende kruiswoord vinden we alleen in het Lukasevangelie; het derde, vijfde en zesde kruiswoord alleen in het Johannesevangelie. Het middelste komt in het Markus- en het Mattheüsevangelie voor.
God heeft het laatste Woord
De zeven momenten waarop de Heer sprak terwijl Hij aan het hout hing, bepalen ons vooral bij Zijn sterven. De dood heeft echter niet het laatste woord! De Heer heeft door Zijn dood "hem die de macht over de dood had - dat is de duivel" tenietgedaan (Hebr. 2:14). Hij is niet in de dood gebleven. Gelukkig niet. Paulus beschrijft in 1 Korinthe 15:12-19 hoe hopeloos en beklagenswaardig we zouden zijn wanneer er geen opstanding zou zijn. De Heere Jezus is gestorven als gevolg van de zonde. Het loon van de zonde is immers de dood. Dat was niet Zijn zonde, maar die van de mens. Zelf leidde Hij als Mens een leven, waarin Hij in werkelijk alles God behaagde. Wat geen enkele Israëliet (en eigenlijk geen enkel mens) kon of kan - namelijk in alles leven volgens de via Mozes aan Israël gegeven wet - kon Híj wel, omdat Hij uit God geboren was. In die wet stond al geschreven: "Mijn verordeningen en Mijn bepalingen moet u in acht nemen. De mens die ze houdt, zal erdoor leven. Ik ben de HEERE" (Lev. 18:5). De Mens, Die ze hield, zou erdoor leven! Christus stierf door de zonde, maar leeft door de gerechtigheid die Hij tijdens Zijn leven openbaarde.
Zowel in het sterven van de Heer als in Zijn opstanding was God rechtvaardig. Eerst in het rechtvaardig oordeel over de zonde in Zijn sterven. En daarna in de rechtvaardiging die Christus uit de doden deed opstaan.
En zo heeft niet de zonde het laatste woord, noch de dood. Nee, God heeft het laatste woord. De dood is overwonnen, net als degene die de macht had over de dood.
"Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn" (1 Kor. 15:20). "Waarom zoekt u de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt" (Luk. 24:5b en 6a). Inderdaad: wij hebben een machtige en levende Heiland!